De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Achtergrond : Voor “middenleeftijd/ derde levensfase/ overgang “ - tijdsbesteding meestal > fysieke activiteiten lesgeven Lich. Opv.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Achtergrond : Voor “middenleeftijd/ derde levensfase/ overgang “ - tijdsbesteding meestal > fysieke activiteiten lesgeven Lich. Opv."— Transcript van de presentatie:

1

2 Achtergrond : Voor “middenleeftijd/ derde levensfase/ overgang “ - tijdsbesteding meestal > fysieke activiteiten lesgeven Lich. Opv. Middenleeftijd stoppen > lesgeven  vastberaden niet te blijven stilstaan meer tijd en ruimte vrij maken voor > mezelf cursussen te gaan volgen om > inzichten te vergroten Graag  sociaal > onder vrouwen  begeleiden – initiatieven nemen van > groepen  Ook  empathisch – stimulerende – betrokken aanpak  open staan voor iedereen > aanvaarden zoals ze zijn  vrouwen > als bondgenoten beschouwen  Middenleeftijd  fase van leren > - loslaten risico’s nemen veranderingen aanbrengen durven “nee” zeggen (Eindelijk jezelf- S. Braun)

3 Keuze thesis zelf nog groeien  inspiratie gekregen door > cursus “optimaal functioneren” > stage : cursus “constructief denkende vrouwen ”  motivatie door de 5 krachten > geloof - doorzettingsvermogen constructieve zelfkritiek - durf - genieten Doelstelling  optimaal functioneren als consulente in vrouwengroepen  meer inzichten rond vrouwen +45 > problematieken  toekomst > cursussen geven > thema’s - relevant aan groep > meegaand met sociale evolutie Werkwijze  opzoekingswerk > ideeën uit verschillende bronnen > inspiratie uit opgedane evaringen  gegevens > plaatsen op ”wiki”-site > inhoud integreren – ordenen structureren en overzicht maken hoofd- onderverdelingen inbrengen

4 Thesis  Theorie : bestaat uit > 2 grote delen.  integratief  1
Thesis  Theorie : bestaat uit > 2 grote delen  integratief  1. leerprocessen – creativiteit > bevorderend werken met vrouwengroepen  2. bestuderen – uitdiepen > problematieken rond de middenleeftijd 45-60j Mijn integratieve visie  te vinden in tekst > na pijltje () Bijlage  cursus “constructief denkende vrouwen +45j” sessies  theorie + PPT + opdrachten + eindevaluatie Specifiek voor mezelf  betere objectieve kennis > menselijke behoeften Resultaat  meer > zelfvertrouwen > ervaringsdeskundige > gespecialiseerd > constructieve levensmentaliteit > betere levenskwaliteit

5

6 Groepstherapie  Verzamelnaam > therapieën in groep  Opvang voor > psychologische pathologieën volgens ziektemodel  Voordelen t.o.v. individuele > veelheid interacties  Inbreng > eigen persoonlijkheid - levensgeschiedenis - problemen  Vereisten > vertrouwen - veiligheid  Soorten > -gestructureerde - inzichtgevend psychotherapie  Doel > psychische klachten - problemen op te heffen of te verminderen Counseling in groep “Counsel” betekent > raad en advies ( Rogers)  Werken aan > groei en ontwikkeling in optimale relatie met de groep  Voordelen t.o.v. individuele > veelheid interacties  Inbreng > eigen persoonlijk - levensgeschiedenis - problemen  Begeleiding > ondersteunend > gericht op het hier en nu  Kortdurende sessies  Minder ernstige psychosociale problemen  Doel > vermogen om met problemen - belastende omstandigheden om te gaan

7 Groeien in groep  Bewust werken aan zichzelf > in groep > voordurend proces  Training om beter > optimaal te gaan functioneren  Basis groeiprocessen  Fundamenteel zelfvertrouwen aanvoelen beter kunnen daarin geloven lang genoeg volhouden lessen trekken uit mislukkingen  Constructief denken levensvisie > weten wat men wil - naar inhoud > leren benadrukken positieve aspecten - naar vorm > manier van positief denken  Stage  cursus “constructief denkende vrouwen +45 > persoonlijkheidstraining > basisvaardigheden bij leren > inzichten induceren > emotioneel laten groeien

8 1. Eigene van vrouwengroepen
1.1 Waarom juist een vrouwengroep? Voordelen  gemeenschappelijke elementen > worden meer zichtbaar  (h)erkenningen > kunnen optreden  krijgen van > emotionele steun van anderen  isolementen doorbreken individualiseren van problemen > wordt tegen gegaan  thema’s aangepast aan leeftijdsgroep > begrijpbaar voor iedereen  pluralistisch > vrouwen uit # klassen  gehuwd - gescheiden - alleenstaand - lesbisch  thema’s > die schaamte oproepen (bv.misbruik) worden besproken

9 1. Eigene van vrouwengroepen
1.1 Waarom juist een vrouwengroep?  leren  omgaan met de samenhang tussen individuele- en groepsprocessen  Leren betreft heel de vrouw in haar > totale existentie emoties gedragingen gedachten hier en nu-toekomst-verleden zichzelf/ de groep

10 “Levend leren”  proces ( thematische interacties Ruth Cohn)
“Levend leren”  proces ( thematische interacties Ruth Cohn)  Levend en vrij  kunnen leren  2 meest fundamentele activiteiten in leven  Leren  even omvatend – continu – permanent als > leven zelf  levensloop is een > voortdurend ontwikkelingsproces : - inzichten krijgen > in eigen situatie vergroten > eigen behoeften - eigen mogelijkheden ontdekken en herontdekken > eigen kracht – eigenheid - ontstaan nieuwe activiteiten > bestaande wijzigen

11 Basisdimensies menselijk leren in figuur :
8 begrippen : 8 karakteristieke/specifieke wijzen van leren: Elke specifieke wijze(modi) behoort bij een > individu of groep  Samen met zijn tegenpool vormen ze > een dimensie  Verschillen en tegenstellingen tussen de polen geven > een dynamisch leerproces

12 Proces en inhoud  leren uit eigen proces > noodzakelijke aanvulling van inhoud
Dichtbij en veraf  aandacht voor > actuele beleving plaats/tijd (heden) in perspectief wat verderaf ligt (verleden -toekomst) Voelen en denken  gevoelens benutten bij cognitieve leerprocessen > en omgekeerd Individualiteit en socialiteit  evenwicht zoeken ts individuele – sociale belangen

13 Themagecentreerde interactie (Ruth Cohn)
GLOBE Themagecentreerde interactie (Ruth Cohn) Basisgegevens  tegelijkertijd bezig > taak (thema) – interacties Het werkmodel  4 componenten – samen > de leersituatie vormen Methode  begeleiden van groepen Doel  bevorderen > levendige processen – creativiteit Groep  respecteren > interactieregels

14 Trainings(groei)groepen  benadrukken meestal het “wij”
GLOBE -het individuele “ik”  met eigen wensen - vragen - capaciteiten -ervaringen ”wij”: “ikken”  verbonden > gezamenlijk > op “het” te richten de taak of stof “het”  de gemeenschappelijke focus van “ik”- “wij” de omgeving “globe” aspecten tijd-ruimte > belangrijk voor “ik” “wij” “het” als cirkels rond driehoek lopen Proces  afwisselend beweegt ts “ik” “wij” “het” > relatie “globeaspecten”  Balans of evenwicht zijn belangrijk  Fixatie op één element  kan groep uit evenwicht brengen  trachten aandacht > afwisselend te verplaatsen Trainings(groei)groepen  benadrukken meestal het “wij”

15  Hulpregels  Themaformulering :
 Rekening houden met  vrijheid – gebondenheid  niet te eng – niet te ruim > ruimte laten voor associaties  concreet genoeg zijn > om gedachten - beelden te stimuleren  belangstelling opwekken  fungeren als wegwijzer > taken en doelstellingen zodanig formuleren dat er > constructief kan worden op doorgedacht

16 Stimuleren van de motivatie:
ARCS model van Keller: 1. Attention (aandacht)  variatie werkvormen 2. Relevance ( relevantie)  waarom moet geleerd worden nut in toekomst 3. Confidence (vertrouwen)  goede afloop cursus > eigen leerwensen formuleren 4. Satisfaction (voldoening)  laten meewerken – meedenken

17 1.2 Verschillen ts seksehomogene-sekseheterogene groepen:
Omgaan met macht : Vrouwen  vinden > onzichtbare macht vanzelfsprekend  Mannen gaan meer openlijk om met > macht  Vrouwen meer bedekter  Spreekstijlen  mannen over > onafhankelijkheid – maatschappelijke status  vrouwen over > goede sfeer – iedereen erbij betrekken Gesprekken inhoudelijke thema’s : Mannengroepen praten over  bazen - werk - gezin - sport Vrouwengroepen praten over  seksualiteit - kinderen - geweld - ouders

18 1.2 Verschillen ts seksehomogene-sekseheterogene groepen:
 Verschillende fasen en beleving :  Vrouwengroepen gaan  snel cohesie bereiken - veiliger sfeer Mannengroepen gaan  gemakkelijker conflicten aangaan komen sneller los van de groep > in eindfase  Gemende groepen :  Vrouwen spreektijd kleiner dan > mannen Vrouwen  neigingen tot > seksestereotiep gedrag stellen > belangstellende vragen doen > persoonlijke onthullingen Mannen kunnen  boosheid en kritiek uiten  openlijk in conflict gaan > autoriteit Cons/Th

19 1.3 Soorten vrouwengroepen:
Gestructureerd:  Uitgeschreven draaiboek - ontwikkelen van meer zelfvertrouwen  Contra-indicatie : - niet kunnen communiceren - te angstig - erg teruggetrokken zijn te veel schaamte hebben Halfgestructureerd:  Vaste rondjes begin – einde - verminderen van klachten - vergroten autonomie - ruimte voor > inbreng individuele problemen emotionele ontladingen  Contra indicatie : - acute crisis - rouw - verslaving aan > alcohol - drugs - gokken - medicatie

20 1.3 Soorten vrouwengroepen:
Ongestructureerd:  Groepsdynamische groepen - Ontwikkelen van eigen identiteit Contra-indicaties : - heftige gevoelens kunnen loskomen - grote draagkracht – tolerantie hebben

21 1.4 Structuur en ontwikkeling :
Normen : Regels : wijze van handelen > acceptabel lijken Facetten > zoals gedragingen - verwachtingen - waarderingen Functie : spelregels > zijn gekend Algemene norm  positief gewaardeerde : “vragen om reacties”  negatief gewaardeerde : “iemand op zijn plaats zetten” Oplossingen  beperkende : “we werken hier met een beurtensysteem”  productieve : “het is wenselijk om persoonlijke gevoelens te uiten”

22 1.4 Structuur en ontwikkeling :
Rollen: Verwachtingen  betrekking hebben > gedrag vrouwen Functie  taak-specialisatie > niet één lid maar ook van verschillende vrouwen  Karakteristieken  te maken met > verwachtingen – percepties waarderingen Ontwikkeling  als eerste instantie > ontstaan primitieve vorm van differentiatie  Posities > 4 rollen :  Taakgeoriënteerde leidster : verbale vaardigheden  Emotionele leidster : steunend – bezit humor  Zondebok : neemt spanningen op zich  Niet conformerende : persoonlijke stijl

23 1.5 Overdrachtprocessen in een vrouwengroep:
Positieve overdracht : Gevoelens van sympathie - vertrouwen t.o.v. vrouwen en Cons/TH Negatieve overdracht : Gevoelens van wantrouwen - angst - woede > te maken met verleden vrouwen Gevoelens van jaloezie en afgunst > werken remmend indien niet geuit worden 1.6 Valkuilen in een vrouwengroep : Schijnintimiteit : symbiotische illusie dat we > allemaal hetzelfde zijn > iedereen even aardig is Vroege zelfonthullers gaan veel te vroeg > teveel van zichzelf vertellen

24 2. Groepsproces De 1ste : parallefase:
Interacties  groepsleden gericht op Cons/Th Cruciaal  vertrouwen - veiligheid - doorbreking isolement De 2de : openingsfase : Elkaar  leren accepteren onderdrukte vijandigheden - onenigheden komen aan oppervlakte  verlangen > acceptatie versus afwijzing De 3de : wederkerigheidsfase:  Proces  acceptatie > opname groep  belangrijk > respect – intimiteit De 4de : beëindigingsfase : Einde  kan woede – depressie oproepen  tot een eindevaluatie komen  vragen om > - individuele begeleiding andere groep of voortzetting groep

25 3. De Cons/Th in de groep : 3.1 Aandachtspunten voor interventies :
 Verbale  non-verbale  Ingaan op  individuele interventies  groepsinterventies  het verleden van de vrouwen  Variëren  naargelang de fase  Soorten interventies : -faciliteren > vergemakkelijken -exploreren > vragen stellen -verhelderen > gevoelsreflecties -confronteren > aandacht vestigen -structureren > uitleg geven -leiding geven > regelen -suggesties > adviezen -interpretaties > veronderstellingen

26 3.2 Basishouding Cons/Th :
Tegenoverdracht : overbetrokkenheid van de Cons/Th > teveel zorg > te veel controle  afstandelijkheid > vrouwen te los laten Beste houding : - actieve - stimulerende – betrokken - transparante > kunnen omgaan met kritiek - vrouwen beschouwen als > bondgenoten Ervaringsdeskundigheid : - belangrijk - duidelijkheid geven dat > problemen niet onbekend zijn gevoelens kunnen > plaatsen in eigen klasse-socialisatie - voordeel > zelf groepslid geweest van vrouwengroepen

27 3.3 Zelfexpressie : Jezelf tot expressie brengen :  Bewust  eigen innerlijke toestand - ideeën - ervaringen – gevoelens laten kennen  Zelf bepalen  wat zeggen > tegen wie > in welke context > helder en duidelijk  Congruent zijn  durven tonen > twijfel – onzekerheid – onvolmaaktheid Te leren: Ik - vorm > spreken Ik boodschappen > geven Verantwoordelijkheid > opnemen Open vragen > stellen Concreet > praten Probleemstellend Uit drukken > irriatie - tegenvallen Te vermijden: Wij - vorm > spreken Wij boodschappen > geven Verantwoordelijkheid > afschuiven Gesloten vragen > stellen Abstract > praten Oplossingsgericht Klagen – verwijten

28 3.4 Feedback geven : Communicatiemiddel hoe ander  overkomt  invloed heeft  wat liever anders zien hoe informatie geven over > dingen dat ze niet zelf beseffen > gedrag in gewenste richting aanpassen  Belang feedback  duidelijker > “Joharivenster” De kwadranten verwijzen naar de  4 gebieden van de persoonlijkheid

29 Persoonlijkheid  geheel van waarden – behoeften – vaardigheden - gedrag
Feedback is een  manier om je vrije ruimte te vergroten verkleinen blinde vlek van de ander Hoe groter  - hoe fijner gevoel verkleinen eigen verborgen gebied hoe minder rolletje spelen Manier waarop  belangrijk  anders  opnemen als kritiek

30  Enkele feedback regels :
Beschrijven - concreet gedrag > andere welk gevoel bij > dit gedrag eventuele gevolgen van > dit gedrag hoe anders > je zou willen ruimte geven om > te reageren Essentieel  hebben over concreet waargenomen gedrag niet over de gehele persoon Omgaan met weerstand  negatieve feedback is = kritiek geven Feedback dient om  gedrag andere bij te sturen > te veranderen > rekening houdend met aanvaarding > andere vrijheid te geven

31 3.5 Intake :  Informatie  4 clusters (Van Aken 93) : 1.Maatschappelijke clusters : Gaan over > levensomstandigheden - opleidingen - werk vader/moeder - vrienden(innen) 2.Lichamelijke clusters : Gaan over > lichaamsbeeld - klachten - medicatie - verslavingen ziekten - trauma’s 3. Socialisatie clusters : Gaan over > rol man/ vrouw - rolpatronen - toekomstbeelden - relaties omgaan met conflicten Intrapsychische clusters : Gaan over > zelfgevoel - zelfbeeld - agressie - autonomie verdeling macht/onmacht - relatie familie

32 3.5 Intake  Indirecte vragen : Gaan over > innerlijk niveau  Westerse culturen: Gaan over > uit welke soort generatie migranten ze komen > hoe ze omgaan met vooroordelen  Informatieve-diagnostische vragen : Gaan over > eerdere klachten – decompensaties > welke draagkracht Fase van advies :  voorbereiding is belangrijk > voor aanpassing aan de groep

33 3.6 Basisstijlen van begeleiden :
1.Stimulerende stijl :  - eigen gevoelens - persoonlijke waarden uiten aanmoedigingen geven Bv. Bij opdrachten ze  voordoen – meedoen 2.Zorgende stijl :  - gevoel van warmte – vertrouwen > geven - begrijpend – open en oprecht zijn - iedereen aanvaarden zoals ze zijn Bv. toelaten  uiting van verdriet – kwaadheid – blijheid 3.Betekenis-gevende stijl :  - verklaren – verhelderen duiden - interpreteren benoemen Bv. rondvraag > begin – einde sessie 4.Beheersende stijl :  - regels – normen – richtingen – grenzen > geven suggereren Bv. begin cursus > overzicht-programma

34 4.Overgang en menopauze  Levensverwachting  gemiddelde leeftijd van 81j  Menopauze  ts 40j – 60 j wordt bereikt op > gemiddelde leeftijd van 51j na > één jaar geen menstruatie meer te hebben  Overgangsjaren  4j - 6j voor menopauze  postmenopauze > jaren na menopauze  Hormonen na menopauze  - progesteron volledig weg oestrogenen fors dalen androgenen lichtjes stijgen  Overgangsklachten  fysische > meer dan helft last van : warmteopwellingen zweten urineverlies vaginale droogte……

35 Overgangsklachten : meer dan helft (psychisch)
Overgangsklachten : meer dan helft (psychisch)  depressiviteit – prikkelbaarheid – slapeloosheid  soms gezien als gemaskeerde depressies behandeld met > kalmeer- slaapmiddelen  Problemen  “lege nest” syndroom als ze > hun kinderen associëren met : gevoel eigenwaarde identiteit status Positief keerpunt  meer tijd voor > zichzelf - hobby’s - partner - vrienden(innen) > niet meer moeten bewijzen loopbaan > meer kunnen genieten > meer uitstapjes kunnen maken > meer vrije tijd om zinvol in te vullen

36 5.De pensionering 5.1 Betekenis pensionering: Gebeurtenis die  procesmatig verloopt 5.2 Redenen tot pensionering : Pensioengerechtigde leeftijd om  - familiale gezondheidsredenen arbeidsituatie facultatief afvloeiingsmaatregel 5.3 Beoordeling nakende pensionering (Geerts VUB) Aard beoordeling  1/2 > positief /3 > gemengde gevoelens overige 20% > negatief Vrouwen met een hoog socio-economische status meer  gemengde gevoelens door > verlies sociale status > identiteit

37 5.4 Omgaan met pensionering :
 80% na 2 jaar op een  positieve manier (VUB)  Moeilijkheden  - achterlaten bepaalde relaties nieuwe relaties aangaan afscheid werk nieuwe levensinvulling 5.5 Gevolgen van pensionering :  Opgeven werk  missen persoonlijk/sociale prestige  Tijdbesteding  meer vrije tijd – lezen – vrijwilligerswerk  Huishoudelijk werk  blijft traditioneel  Sociaal netwerk  meer tijd voor kinderen – kleinkinderen – ouders kennissen – relaties  Gevolgen gezondheid  geen echte verschuivingen

38 6. Hoe vrouwen omgaan met macht
Anja Van Servellen : Cons/Th vrouwengroepen + 45  Patronen in haar groepen : Jezelf > wegcijferen > niet belangrijk vinden  Gevolgen > overgevoeligheid wat anderen vinden > een vorm van sanctiemacht > brengen afkeuring mee > geven een gevoel van niet aardig gevonden te worden

39 3 groepen: 1. Slavinnen :  zeer vrouwelijk – zorgend – reddend – luisterend oor laten opmerken wat ze > allemaal opofferen om meer waardering te krijgen 2. Pseudo-slavinnen:  zorgend – lief – aardig ondertussen denken ze aan > andere dingen 3. Super-slavinnen :  verbonden met meester vinden anderen minder > dan zichzelf zijn graag slavin

40 6. Hoe vrouwen omgaan met macht
 Gebruiken  5 wapens als > verdediging : a)Onzichtbaarheid  - zichzelf > niet belangrijk vinden > niet opvallen voor omgeving > niet laten kennen gebrek aan zelfvertrouwen > aan zichzelf extreem hoge eisen stellen angst voor succes b)Indirectheid  uit zich in > non/verbaal gedrag - toon – houding - gedrag c)Onthouding  - zich anders voordoen alleen geaccepteerde vrouwelijke kanten laten zien d)Hulpeloosheid  - afhankelijk zijn van > de anderen eisen van anderen > dat ze helpen e)Buitensluiten  mannen > omwille van hun sekseverschil

41 Nawoord  Vrouwen  opgevoed in een cultuur waar > de vooruitzichten van vrouw beperkt waren  Tweede levensfase 25-50j  gevochten om beperkte verwachtingen > te ontworstelen  nieuwe identiteit gekregen  meer bereikt dan > moeders  Derde levensfase  overtuigd zijn van > niet meer thuis te moeten blijven > plaats te kunnen innemen in de maatschappij > officiële functies te kunnen vervullen > sportprestaties te mogen leveren  creëren van > een nieuwe persoonlijkheid een nieuwe dynamiek kan door : meer zelfvertrouwen nieuwe dromen nieuwe kijk op de wereld te hebben

42  Nieuwtjes  Komen uit neurologielaboratorium : dat het verouderde brein > wel dingen kan vergeten maar : andere hersenprocessen juist beter worden kunnen nog ongeveer 10 jaar groeien  Groei - gebied vindt plaats in > slaapkwab (temporale kwab) waar emotionele leerprocessen plaats vinden  De daadwerkelijke groei zit in de > stof myeline die het doorgeven van zenuwimpulsen versnelt  deel van hersenen die verantwoordelijk zijn voor: - het nemen van nieuwe beslissingen - beheersen van emoties  dus groeibevorderend

43 Concenteren op wat “nu” belangrijk is
In de middenleeftijd kunnen we ons : Concenteren op wat “nu” belangrijk is Herkennen – accepteren omstandigheden  die we niet kunnen veranderen Werk maken van  wat we willen en kunnen veranderen Dank U voor uw aandacht


Download ppt "Achtergrond : Voor “middenleeftijd/ derde levensfase/ overgang “ - tijdsbesteding meestal > fysieke activiteiten lesgeven Lich. Opv."

Verwante presentaties


Ads door Google