Hoofdstuk 1 Programmeren.

Presentatie over: "Hoofdstuk 1 Programmeren."— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 1 Programmeren

2 Imperatief programmeren
Von Neumann’s computer-model: computer = + geheugen om waarden op te slaan processor om opdrachten uit te voeren

3 Opdrachten Opdracht: voorschrift om het geheugen te veranderen
Programma: lange reeks opdrachten, die één voor één worden uitgevoerd door de processor opdrachten staan zelf ook in het geheugen maar veranderen zichzelf niet

4 Programmeertalen Programmeertaal: notatie voor programma’s
sinds 1945: 4000 verschillende talen gepubliceerd

5 Geschiedenis van programmeertalen
1945 1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 Assembler Mach.taal Fortran Algol Basic Pascal Simula C C++ Java Cobol SQL Lisp Prolog Haskell PHP Perl Python Functioneel Programmeren (periode 3) Databases (periode 2) Internet- Programmeren (periode 3) Imperatief Programmeren C#

6 Geheugencapaciteit 65er jaren: 8 kB RAM ponskaarten
70er jaren: 16 kB RAM tape 80er jaren: 64 kB RAM floppy 85er jaren: 640 kB RAM 90er jaren: 4 MB RAM harddisk 95er jaren: 16 MB RAM CD 00er jaren: 128 MB RAM DVD 05er jaren: 1GB RAM BlueRay

7 Programmeer-problemen
vroeger: hoe kan ik het geheugen zo efficiënt mogelijk gebruiken? nu: hoe kan ik die overvloed van geheugen nog overzien?

8 Indeling van het geheugen
plaats in het geheugen met een naam groepje variabelen dat bij elkaar hoort variabele object object groepje objecten dat bij elkaar hoort

9 Indeling van het programma
voorschrift om het geheugen te veranderen groepje opdrachten dat bij elkaar hoort opdracht methode klasse groepje methoden dat bij elkaar hoort package groepje klassen dat bij elkaar hoort

10 Programmeer-paradigma’s
Imperatief Declaratief Assembler Fortran Basic Functioneel Lisp Procedureel Algol Excel Haskell Pascal C Object georiënteerd Logisch Simula Prolog C++ Java

11 Java waarom? Imperatief én procedureel én object-georiënteerd
Prettig te leren Uitgebreide methode-bibliotheken ook voor window-programma’s Cool : programmeren voor het internet Lauw:

12 Vertalen 1/4: Assembler Een assembler vertaalt machine-specifieke broncode naar objectcode, die vervolgens kan worden uitgevoerd .asm sourcecode voor processor 1 Assembler voor processor 1 .exe machinecode voor processor 1 .asm sourcecode voor processor 2 Assembler voor processor 2 .a machinecode voor processor 2

13 Vertalen 2/4: Compiler Een compiler vertaalt de broncode naar machine-specifieke objectcode, die vervolgens kan worden uitgevoerd .cpp sourcecode Compiler voor processor 1 .exe machinecode voor processor 1 Compiler voor processor 2 .a machinecode voor processor 2

14 Vertalen 3/4: Interpreter
Een processor-specifieke interpreter leest de broncode en voert die uit .php sourcecode Interpreter voor processor 1 Interpreter voor processor 2

15 Vertalen 4/4: Compiler+Interpr.
Een universele compiler vertaalt de broncode naar een bytecode, die gemakkelijk kan worden geïnterpreteerd .java sourcecode .class bytecode Interpreter voor processor 1 Compiler Interpreter voor processor 2

16 Programmeer-cyclus Modelleer Specificeer Implementeer Edit Compile Run

17 Samenvatting Imperatief programmeren: programma bestaat uit opdrachten, die het geheugen veranderen Object-georiënteerd programmeren: variabelen die bij elkaar horen zijn gegroepeerd in objecten

18 Samenvatting Opdracht : voorschrift om geheugen te veranderen
Methode : groepje opdrachten met een naam Klasse : groepje methoden met een naam

19 Samenvatting Vertalen van hogere taal (broncode)
naar machinetaal (objectcode) Assembler Interpreter Compiler Compiler - bytecode - interpreter