Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Taaloefeningen
2
Hij gaat zwemmen in de vijver.
Zinnen ontleden zin 1 Hij gaat zwemmen in de vijver. Werkwoord = ww Zelfstandig naamwoord = zn Bijvoeglijk naamwoord = bn Lidwoord = lw Voorzetsel = vz Bijwoord = bw Persoonlijk voornaamwoord = pvnw Bezittelijk voornaamwoord = bvnw Aanwijzend voornaamwoord = avnw Voegwoord = vw Telwoord = tw
3
De mooie auto reed op de weg.
Zinnen ontleden zin 2 De mooie auto reed op de weg. Werkwoord = ww Zelfstandig naamwoord = zn Bijvoeglijk naamwoord = bn Lidwoord = lw Voorzetsel = vz Bijwoord = bw Persoonlijk voornaamwoord = pvnw Bezittelijk voornaamwoord = bvnw Aanwijzend voornaamwoord = avnw Voegwoord = vw Telwoord = tw
4
Jij gaat vandaag naar het mooie paleis.
Zinnen ontleden zin 3 Jij gaat vandaag naar het mooie paleis. Werkwoord = ww Zelfstandig naamwoord = zn Bijvoeglijk naamwoord = bn Lidwoord = lw Voorzetsel = vz Bijwoord = bw Persoonlijk voornaamwoord = pvnw Bezittelijk voornaamwoord = bvnw Aanwijzend voornaamwoord = avnw Voegwoord = vw Telwoord = tw
5
Hij ________________ weg omdat hij bang was.
werkwoordspelling zin 4 tegenwoordige tijd vluchten vlucht Hij ________________ weg omdat hij bang was.
6
Hij ________________ weg omdat hij bang was.
werkwoordspelling zin 5 verleden tijd vluchten vluchtte Hij ________________ weg omdat hij bang was.
7
Hij _________ _____________ omdat hij bang was.
werkwoordspelling zin 6 voltooid deelwoord vluchten is gevlucht Hij _________ _____________ omdat hij bang was.
8
werkwoordspelling vluchten gevluchte
zin 7 bijvoeglijk naamwoord vluchten gevluchte Het ___________________ jongetje was erg bang.
9
Dit was het weer voor vandaag!!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.