Download de presentatie
1
Hofstelsel en leenstelsel
Helpen, beschermen en dienen
2
Verdeling van het Romeinse Rijk
Constantijn verplaatst de hoofdstad naar Byzantium (Constantinopel)
4
Vroege Middeleeuwen Volksverhuizingen
6
? Atilla de Hun
7
Vroege Middeleeuwen Ineenstorting van het centrale Romeinse bestuur.
Terugval op technisch niveau. Handel en Romeinse geldhandel stortten in. Er kwam een zelfvoorzienende agrarische samenleving. Lagere landbouwopbrengsten Ruilhandel op zeer bescheiden schaal.
8
Nieuwe koninkrijken ontstonden aan eind vijfde, begin zesde eeuw.
Onder Clovis ontstond het Frankische Rijk. Zijn vader Childerik was een krijgsheer in de nadagen van het Romeinse Rijk, hij noemde zichzelf al ‘rex’ (koning).
9
Koning Clovis (481-511) De vrouw van Clovis was christen
Clovis hoopte op samenwerking met de kerk. Daarom liet hij zich dopen
10
P Propaganda rond de doop van Clovis
11
Hofstelsel en Horigheid (3.1)
De Romeinse samenleving was een agrarisch-urbane samenleving. De Vroege Middeleeuwen was vooral een agrarische samenleving. Hofstelsel:systeem waarbij de grond eigendom is van een landheer en bewerkt wordt door pachters en horige boeren.
12
Het tweeledig domein:het landgoed was daarbij in twee delen verdeeld:
Het vroonland (verdeeld in bouwland, weideland en onontgonnen land) De hoofdhoeve (van boerenhoeve tot kasteel) was het centrum van het landgoed. Het hoevenland (land dat verdeeld was over verschillende boerderijen van het landgoed)
13
HET LANDGOED WAS AUTARKISCH (ZELFVOORZIENEND)
De handel zoals die bestond in het Romeinse Rijk was ineengestort: Een van de gevolgen was dat de landgoederen bijna geheel zelfvoorzienend (autarkisch) waren.
14
Vrijen en horigen Vrije mannen: zij pachtten (‘huurden’) een stuk land van de landheer. Pacht werd betaald in natura (oogst) of in diensten voor de landheer, of in een deel van het werk op het vroonland. Mocht deelnemen aan rechtsprekende vergaderingen. Plicht voor vrijen: de heer- vaart: dienstplicht voor vrije mannen, zij vochten voor de landheer in een door hun betaalde wapenrusting. De horige hoorde bij het land, was a.h.w. ‘bezit’ van de landheer. Juridisch geen slaaf. De horige werkte voor de landheer. Mocht niet deelnemen aan rechtsprekende vergaderingen. De heervaart gold niet voor de horigen. Zij konden geen wapenrusting aanschaffen.Veel vrije mannen werden om deze reden horige.
15
Het leenstelsel Feodalisme en het hofstelsel
De koning werd de leenheer en zijn ridders de leenmannen of vazallen. Soms hadden de leenmannen een heel groot gebied in leen. Dit verdeelde ze dan weer onder hun eigen leenmannen. Soms kregen ook kloosters of bisschoppen een gebied in leen.
16
KENMERKEN VAN HET LEENSTELSEL
ZAKELIJK VRUCHTGEBRUIK VAN HET FEODUM (land in leen) FEODUM VERVALT NA DE DOOD WEER AAN DE LEENHEER PERSOONLIJK WEDERZIJDSE EED VAN TROUW (VAZAL/HEER) - MILITAIRE BIJSTAND ALS RIDDER (+ VOETVOLK) - RAADGEVEN
17
Het leenstelsel in de praktijk
Veel leenmannen versterkten hun macht in hun leengebied Het leen werd steeds vaker geërfd door zoon of kleinzoon Daardoor raakte de koning steeds meer macht kwijt
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.