Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdBarbara Jansen Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Aandoeningen van Bloed en Hematopoietische Organen
Hoofdstuk 4 Aandoeningen van Bloed en Hematopoietische Organen
2
Algemeen Aandoeningen van bloedcellijnen mogen NOOIT alleen gecodeerd worden op basis van laboratoriumresultaten. Coderen ervan is enkel gerechtvaardigd als ze nader zijn onderzocht en/of behandeld. Steeds meest toepassellijke code zoeken
3
Anemie Ferriprief chronisch bloedverlies 280.0
onvoldoende ijzeropname 280.1 andere oorzaak 280.8 ferriprivie zonder anemie = (overige afwijkende bloedchemie) Andere 281.x vierde digit maakt precisering mogelijk
4
Hemolytische anemie Sikkelcelanemie
heterozygoot 282.5x homozygoot 282.6x Vaso-occlusieve of andere sikkelcelcrisis = eventuele manifestatiecodes zoals: 517.3 (acute chest syndrome) (splenic sequestration) 434.x (occlusion of cerebral arteries) 733.4x (aseptic necrosis of bone) voor botischemie etc. Bij een crisis met “acute chest syndrome” kan de code (acute respiratory failure) worden toegevoegd alle voorwaarden zijn vervuld (dus niet alleen op basis van zuurstoftoediening!!)
5
Anemie : opmerkingen Verschillende types kunnen samen voorkomen
verschillende anemie-codes samen coderen
6
Medullaire aplasie NIEUW:
ICD-9-CM zegt: pancytopenie of onderdrukking van de drie cellijnen (anemie, neutropenie en thrombocytopenie) wordt gecodeerd met één code 284.x: aangeboren 284.0 verworven eventuele E-code NIEUW: De FOD zal de aparte codering van tekorten in de drie bloedcellijnen aanvaarden.
7
Medullaire aplasie - hoofddiagnosekeuze
Opname voor oppuntstelling en/of behandeling van pancytopenie: HD: 284.8 ND: thrombocytopenie en neutropenie Maar Specifieke opname voor tekort in één bloedcellijn: Hoofddiagnose wordt bepaald volgens de algemene regels.
8
Voorbeeld Een patient wordt opgenomen voor een bloedplaatjestransfusie voor een pancytopenie ontstaan ten gevolge van chemotherapie voor een borstneo. HD: Secondary thrombocytopenia ND: E933.1 Antineoplastic/immunosuppressive drug causing adverse effects in therapeutic Use 284.8 other specified aplastic anemias 288.0 Agranulocytosis 174.9 Malignant neoplasm of unspecified site of female breast Procedure: Transfusion of platelets.
9
Andere en niet gespecifiëerde anemieën
Acute posthemorrhagische anemie als gevolg van belangrijk bloedverlies + op korte tijd -> Alleen coderen als postoperatieve verwikkeling als de arts dit duidelijk specificeert Als niet gewetenis of het bloedverlies acuut of chronisch is, codeert men ferriprieve anemie door chronisch bloedverlies.
10
Andere en niet gespecifiëerde anemieën
(Anemia in end stage renal disease) -> ook bij “niet-terminale” nierinsufficiëntie (Anemia in neoplastic disease) (Anemia in other chronic illness) Het verband tussen pathologie en type anemie moet door de arts duidelijk gestipuleerd worden.
11
Leucopenie en neutropenie
Leucopenie is een globale daling van het aantal witte bloedcellen. Neutropenie is een daling van de neutrofielen (bepaald type van witte bloedcellen). Beide worden gecodeerd met (Agranulocytosis).
12
Neutropene koorts geen focus gedocumenteerd
HD: (agranulocytosis) infectieuze focus gedocumenteerd HD: infectie ND: 288.0 vermoeden van sepsis: geponeerd door arts + behandeld HD: (unspecified septicemia)
13
Leucopenie Mag niet systematisch worden geregistreerd bij behandeling met granulocyte colony-stimulating factors (G-CSF) zoals Neupogen. Een labo met duidelijke neutropenie is een vereiste
14
Leucocytose Leucocytose (288.8 disease of white blood cells) (ziekte van de witte bloedcellen) is een toename van het aantal witte bloedcellen. In geval van een infectieus syndroom wordt dit niet gecodeerd gezien dit impliciet in de infectiecode vervat zit.
15
Stollingsstoornissen
Het stollingsysteem = ingewikkeld mechanisme gemedieerd door: coagulantia (stolingsfactoren, fibrine, bloedplaatjes) anticoagulantia (antithrombine, Proteïne C en S, factor V Leiden). Dit evenwicht kan verstoord worden: door een insufficiëntie van de coagulantia door een teveel aan anticoagulantia + congenitaal of verworven zijn.
16
Problemen met anticoagulerende therapie
Bloeding bij een patiënt onder anticoagulantia: hemorrhagie E934.2 (anticoagulant causing adverse effects in therapeutic use) EN NIET 286.5 (hemorrhagic disorder due to intrinsic circulating anticoagulants) = voorbehouden voor hemorrhagische diathese tgv. lichaamseigen (“intrinsic”) anticoagulerende factoren zoals bij secundaire hemofilie 286.7 (acquired coagulation factor deficiency) = voorbehouden voor insufficiëntie van stollingsfactoren door ziekte of als nevenwerking van niet-anticoagulerende medicatie
17
Hypercoagulabiliteit
Primair: genetische voorbeschiktheid (APC-resistentie, ATIII deficiëntie, Factor V Leiden mutatie, Lupus anticoagulans, …) = Primary hypercoagulable state Secundair: ten gevolge van behandeling, zwangerschap, paraneoplastisch = Secondary hypercoagulable state Thrombocytose = (Unspecified disease of blood/blood-forming organs).
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.