V1, e-Business Blok 1 les 3, college en werkgroep Maandag 19 november 2007.

Presentatie over: "V1, e-Business Blok 1 les 3, college en werkgroep Maandag 19 november 2007."— Transcript van de presentatie:

1 V1, e-Business Blok 1 les 3, college en werkgroep Maandag 19 november 2007

2 Vandaag…een pittige les!  Highlights hoofdstuk 4 + opdracht e- marketing  Opdracht e-marketing wordt volgende week besproken  Herhaling vorige week distr. modellen + opdracht over reisindustrie  H4: de digitale omgeving  Opdracht CBS (heeft betrekking op Chaffey 1,2 en 4).

3 Huiswerk voor vandaag  Bestuderen Chaffey, hoofdstuk 4

4 Vorige week  E-business en e-commerce  B-t-b en B-t-C  Distributiemodellen  Tussenschakels / intermediairs  Dis-intermediation  Re-intermediation

5 Vandaag / komende weken (zie lesprogramma)  Milestone1: Volgende week afspraak rond zijn met bedrijf (Marijke maakt deze afspraak in de week voor kerstvakantie).  Milestone 2: A4 met kenmerken organisatie  Volgende week start met logboek. Deze week aanschaffen van een schrift of een speciale map op je laptop.

6 Distributie; trend in e-busines: desintermediatie

7

8 Desintermediatie  Het verwijderen van tussenschakels, zoals distributeurs of tussenhandelaren die zich voorheen tussen het bedrijf en de klant bevonden

9 Distributie; nog zo’n trend: herintermediatie

10 Typische online tussenschakels  Portals, verticals, directories  Zoekmachines  Virtuele winkels  Financiële tussenschakels (facilitators)  Fora, communities  Prijsvergelijkers  E-marktplaatsen

11 Highlights Chaffey, hoofdstuk 4 De digitale omgeving

12 Beste om zelf mee aan de slag te gaan!!  Oefening 3 (opdracht voor 4 a 5 personen).  Schuif tafels bij elkaar

13 De omgeving waarin e-businessdiensten worden geleverd

14

15

16

17

18 Nog een keer in woorden:  Micro-omgeving:  het bedrijf, concurrenten, tussenpersonen, klanten  Macro-omgeving:  economische factoren, juridische factoren, culturele factoren, technologische factoren, samenleving….

19 Een generiek procesmodel voor een e-business strategie

20 SLEPTSLEPT

21 Sociaal/maatschappelijk...  Kunnen we de vraag, het marktpotentieel inschatten?  Hebben mensen toegang?  Wat doen ze met het internet?  En bedrijven?  Wat kenmerkt ze?  Denk aan socio-, psycho-, demo-, geografische aspecten (Generation C)

22

23 Extern: sociaal-maatschappelijk (een voorbeeld)  Generation C??  Verzamelnaam voor de consumenten die verantwoordelijk zijn voor de vloedgolf aan content die op het Web wordt opgebouwd  Onderscheiding door mentaliteit i.p.v. inkomen, leeftijd, geslacht etc.  Super actief op internet (blog, deelname aan discussie, bezoeken communities)  ‘doe-het-zelf-mentaliteit’ op internet

24 Wetgevend/juridisch/ethisch Gaat om zaken als:  Persoonsgegevens  Privacy  Ongewenste e-mail  Wat is opt-in en opt-out?  Cookies (wat zijn dat en hoe worden ze toegepast?)  Hoe pas je auteursrecht toe in het peer-to- peer tijdperk?

25 Wetgeving: privacy is een beheerskwestie Privacy actief benaderen en er iets van vinden en aan doen, bijv.  Privacyrichtlijn ondersteunen  Privacystatement opstellen  Klantgegevens goed beschermen  Audits laten doen  En dat over de bühne brengen

26 Wetgeving: andere juridische beheerskwesties  Merkbescherming, domeinnamen  Advertentierichtlijnen  Copyrights  Persoonsregistratie (bijv. CV´s, formulieren etc)  Belasting op verkochte goederen, wie betaalt wat en hoe

27

28

29 Economische factoren  Globalisering  `Think global, act local`  Conjunctuur  Internetgebruik, demografie  Kennis van import, export, belastingregimes, financiële markten, lokale koopkracht.  Waar en hoe breid ik onze dienstverlening uit?

30 Politieke factoren in de externe omgeving  Overheidsinstellingen (ministeries, Opta)  Richtlijnen  Stimuleringsmaatregelen  Andere, beleidsbepalende of beïnvloedende instellingen (DMSA, NLIP)  Publieke opinie, beïnvloed door opinieleiders of de ´openbare agenda´  Consumentengroeperingen (kieskeurig.nl)

31

32

33 Technologische factoren  Centrale vraag is welke technologische innovaties een concurrentievoordeel kunnen verschaffen.  Innovaties zijn vaak kostbaar!  Ben ik voorzichtig, een volger?  Ben ik koploper als me dat een competitive advantage oplevert?  Snelheid in acceptatie kan allesbepalend zijn.  Vooral gelet op de bekende adoptiecurve van Rogers

34

35

36

37 Tevens volgende week  Verder ingaan op businessmodellen en strategie (o.a. long tail).  Voorbereiden voor ‘gastspreker’