Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdGustaaf Wouters Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
“Standaard” predictieve factoren voor effect van chemotherapie
J.L.Peterse, NKI/AvL
2
neo-adjuvante chemotherapie bij mammacarcinoom
doel: verkleinen van grote tumor om mammasparende therapie mogelijk te maken conversie in +/- 30 % bovendien: “valid surrogate marker” voor in vivo beoordeling van therapie-effect basis voor dosering en keuze van CT?
3
neoadjuvante chemotherapie; klinische vragen
kan voorspeld worden bij welke tumoren conversie van MRM naar BCT mogelijk wordt? zijn er factoren om de keuze tussen verschillende chemotherapeutica op te baseren? wat is de prognostische betekenis van respons?
4
“standaard” factoren; meetbaarheid pre-CT (core)
pT Tumor type WHO + Tumorgraad Elston/Ellis +/- DCIS component - Lymfklierstatus +/- ER, PgR, Her2Neu, p53 +
5
neoadjuvante chemotherapie respons + respons -
ER negatief graad III pT < ?Her2Neu positief ? p53 positief DCIS ? ILC
6
conclusie I; neoadjuvante CT tbv tumorverkleining
niet bij vermoeden van EIC (microcalcificaties rond tumorhaard) niet bij diffuze / multinodulaire uitbreiding (ILC)
7
neoadjuvante CT en in vivo respons meting
klinisch vastgestelde remissie is onbetrouwbaar door overschatting van effect 15 cCR: 6 pCR, 9 pMC Faneyte Br J Canc (CE) MRI vastgestelde remissie is minder onbetrouwbaar in 20 % overschatting effect Warren Br J Canc progressie of stable disease is klinisch vast te stellen
8
bepaling histologische respons na neoadjuvante chemotherapie
in primaire tumor in lymfklieren Criteria? Effect therapie op gradering? Effect therapie op ER/PgR/Her2Neu/p53?
9
neoadjuvante chemotherapie; histologische respons meting
I. geen tumorrest in mamma en oksel II. uitsluitend rest DCIS III. rest tumor met herkenbaar therapie-effect IV. histologisch onveranderde tumor Chevallier; Am J Clin Onc 1993; 16:
10
pR neoadjuvante chemotherapie
compleet % (15 %) maar bij de helft resterend DCIS effect, met rest invasief carcinoom geen verandering 25 - ? %
11
pR na neo CT; prognose resp n DFS OS I 40 18 85 II 20 III 107 35 67
IV 299 pT na neo CT is geen prognosticator Chollet Br J Cancer
12
pR na neoadjuvante CT en prognose; “standaard” factoren
tumor status mamma vlgs Chevallier tumor status okselklieren I. Geen aanwijzingen voor metastasen II. Geen rest tumor, respons reactie III. Tumorrest en reactie IV. Tumor, geen reactie Newman Ann Surg Onc 2003; 10: 734-9
13
pR lymfklieren na neo CT
Respons = fibrose, slijm, of histiocyten +/- tumor lk status n DFS RR negatief regressie tumor Newman Ann Surg Onc
14
conclusie II; prognostische betekenis van pR na neo CT
pCR van belang voor OS maar valt bij multivariate analyse weg tegen pN, graad en type Chollet et al Br J Cancer High risk factoren zijn: progressie onder neoadjuvante therapie > 4 positieve klieren na neo CT
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.