De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Beeldaspect ruimte tonihorrevorts 2007.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Beeldaspect ruimte tonihorrevorts 2007."— Transcript van de presentatie:

1 beeldaspect ruimte tonihorrevorts 2007

2 RUIMTE is de GROTE LEEG- TE, waarin sterren en planeten zweven
RUIMTE is de GROTE LEEG- TE, waarin sterren en planeten zweven. Maar ruimte is ook de KLEINE LEEGTE in de wereld om ons heen. De ruimte, waarin wij ons voort bewe-gen strekt zich uit in drie DIMENSIES: LENGTE, BREEDTE en HOOGTE. Het BEELDVLAK, de ruimte waarop wordt getekend en geschilderd heeft twee DIMENSIES: LENGTE en BREEDTE. HOOGTE LENGTE LENGTE BREEDTE BREEDTE BREEDTE LENGTE

3 Op het beeldvlak is het mogelijk een ruimtelijke ILLUSIE (gezichtsbedrog) van de drie-dimensionale werkelijkheid weer te geven. Bij een aantal manieren om de ruimte uit te beelden ontstaat geen of weinig RUIMTESUGGESTIE. ACHTER-, VOOR-, ZIJ-, BOVENAANZICHT PLATTEGROND In kindertekenin- gen wordt de her-kenbaarste vorm getekend door OMKLAPPING. In kindertekenin-gen worden de vormen boven elkaar geplaatst bij STAPELING.

4 Manieren van ruimtelijke ILLUSIE (gezichtsbedrog) van de drie-dimensionale werkelijkheid op een beeldvlak, waarbij wel RUIMTESUGGESTIE ontstaat zijn: GRONDLIJNEN VERKLEINING VERVAGING Door OVERLAPPING van de zwarte hand-schoen wordt de ruimte versterkt. Door AFSNIJDING van het gezicht lijkt het beeld buiten het kader door te lopen. Door VERKORTING toe te passen bij het weergeven van het vooraanzicht van de schoenen ontstaat een realistischer beeld.

5 Door LICHT - DONKERCON-TRASTEN ontstaat er PLASTICITEIT in de vormen hetgeen de ruimtesuggestie versterkt. Met het WARM -KOUDKLEURCONTRAST wordt door de werking van het KLEURPERSPECTIEF de ruimtesuggestie eveneens groter. Het REPOUSSOIR is een grote donkere gekunstelde afgesneden vorm aan een zijde of beide zij-den van het beeldvlak, waardoor de ruimtesuggestie versterkt wordt.

6 Bij het realistisch weergeven van de werkelijkheid wordt er uitgegaan van het OOGPUNT of STANDPUNT. De PLAATS WAAR VANUIT je de werkelijkheid bekijkt, is bepalend voor WAT je ziet en HOE je het ziet. De AFSTAND, de HOOGTE en de HOEK ten opzichte van het onderwerp spelen daarbij een grote rol. HOOG horizon TOTAL SHOT MEDIUM SHOT CLOSE UP DETAIL SHOT horizon LAAG horizon AFSTAND HOOGTE VOGELVLUCHT- en KIKVORSPERSPECTIEF met een respectievelijk HOOG en LAAG OOGPUNT. HOEK

7 Bij het realistisch weergeven van de werkelijkheid wordt er uitgegaan van een STATISCH STANDPUNT. Het onderwerp wordt waargenomen vanuit een VAST OOGPUNT, waarvan de af-stand, hoogte en de hoek ten opzichte van het onderwerp niet veranderen. Als de waargeno-men werkelijkheid vanuit een DYNAMISCH STANDPUNT wordt weergegeven, dan worden er ver-schillende aanzichten op hetzelfde beeldvlak naast elkaar geplaatst.

8 Op het beeldvlak kan vanuit een statisch standpunt een ruimtesuggestie tot stand worden gebracht met de ISOMETRISCHE PROJECTIE of het PARALLELPERSPECTIEF, waarbij de lijnen die in de werkelijkheid aan elkaar evenwijdig lopen ook in de tekening aan elkaar evenwijdig blijven lopen, waardoor er geen VERKLEINING tot stand komt. Bij het CENTRAAL LIJNPERSPECTIEF treedt wel VERKLEINING op, omdat de wijkende lijnen, die in werkelijkheid aan elkaar evenwijdig lopen in hetzelfde vluchtpunt ( = V ) uit komen. V HORIZON V ISOMETRISCHE PROJECTIE CENTRAAL LIJNPERSPECTIEF

9 De behoefte om op het tweedimensionale beeldvlak de werkelijkheid zo realis-tisch mogelijk uit te beelden heeft er toe geleid dat er uiteindelijk een waterdichte constructiemethode van het CENTRAAL LIJNPERSPECTIEF is uitgevonden, waarbij het OOGPUNT (= O) van de schil-der gelijk is aan de HOOGTE van de HORIZON. Bij het TWEEPUNTSPERSPECTIEF worden meerdere VLUCHT-PUNTEN (= V) gebruikt. O V1 O V2

10 De REGELS van het CENTRAAL LIJNPERSPECTIEF zijn:
1. De ruimte wordt in de tekening geconstrueerd vanuit een STATISCH STANDPUNT. 2. De HORIZONTALE LIJN in de tekening, die in de werkelijkheid op GELIJKE HOOGTE ligt met het OOGPUNT (= O) van de waarnemer, is de HORIZON. 3. De LIJN vanuit het OOGPUNT LOODRECHT op de HORIZON is de KIJKRICHTING. 4. Het SNIJPUNT van de KIJKRICHTING met de HORIZON is het OOGPUNT. 5. Alle WIJKENDE AAN ELKAAR EVENWIJDIGE RECHTE LIJNEN SNIJDEN elkaar in HETZELFDE VLUCHTPUNT op de HORIZON en worden VLUCHTLIJNEN genoemd. 6. Alle WIJKENDE LIJNEN worden in de tekening in het VERKORT weergegeven. 7. Alle RECHTE LIJNEN, die EVENWIJDIG met de HORIZON lopen, worden in de tekening EVENWIJDIG met de HORIZON weergegeven. 8. Alle RECHTE LIJNEN, die VERTICAAL lopen, worden VERTICAAL weergegeven in de tekening. 9. Alle lijnen, die LAGER of HOGER dan de OOGHOOGTE lopen, worden in de tekening respec- tievelijk ONDER of BOVEN de HORIZON weergegeven. O

11 O Op de prent hierboven is te zien hoe de DRIE- DIMENSIONALE werke- lijkheid wordt overge- bracht op een TWEE- DIMENSIONAAL beeld- vlak. Met het GEFIX- EERDE OOG (= O) is met behulp van het raster op het raamwerk de plaats van elk deel van het model in een van de vierkanten op het papier te bepalen. Op de prent rechts wordt een andere metho-de toegepast. Albrecht Durer laat zien hoe je met twee proefopstellingen de regels van het LIJNPERSPECTIEF inzichtelijk kunt maken. O O

12 o oogvlak tafereel grondvlak horizon grondlijn projectie lijn wijkende schuine lijn p p o = oogpunt p = projectie v = vluchtpunt v v o o oogvlak o v p horizon v tafereel grondvlak TWEEPUNTSPERSPECTIEF CENTRAAL LIJNPERSPECTIEF

13 Giacomo Balla Juan Gris Jan Dibbets Emanuel de Witte David Hockney


Download ppt "Beeldaspect ruimte tonihorrevorts 2007."

Verwante presentaties


Ads door Google