Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdIne Moens Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Trends in beleving van media, reclame en doelgroepen Fred Bronner, Stephan van Velthoven Rotterdam, MOA Congres, 7 oktober 2004
2
Media trends 1.overvloed (‘age of abundance’) 2.(super) multimedia inzet 3.meer media tegelijk (‘simultaneous media usage’)
3
Overvloed meer media meer reclame 4x zoveel reclame in 10 jaar vraag constant: 1000 minuten discrepantie vraag aanbod
4
Multimedia (1) meer doelgroepen (‘targeting lever’) synergie-effect: 1 + 1 = 3 (‘synergy lever’) steeds meer mediumtypen bij één campagne
5
Multimedia (2) “Old media planning was about picking individual media. New media planning is about picking combinations of media (and permutations of media, where sequence of exposure is important)” Ephron
6
Simultaan mediagebruik tijdbestedingsonderzoek meer consumptie tegelijk ‘tijd maken’
7
Trends in mediumtypen tv: real life soaps tv: non spot advertising tijdschriften: meer special interest dagbladen: meer life-style internet: steeds meer ‘water uit kraan’ radio: dj’s als iconen
8
Wat is het effect van al deze trends op de mediaconsument?
9
Antwoord hierop kan worden gegeven met het Mediabelevingsonderzoek
10
Twee metingen twee metingen beschikbaar hierdoor trends in beleving zichtbaar 1997/1998 2003/2004
11
Initiatief 1997/1998:Platform ’95 2003/2004:Veldkamp en TNS NIPO (multicliënt)
12
Probleemstelling Hoe beleeft de Nederlander consumptiemomenten van media in welke situaties? schaal van 30 items, subset van 10 13+, CASI recente momenten, gespreid 8 + 1 = 9 mediumtypen aandacht, plaats, stemming
13
Mediumtypen a. Mediabeleving dagbladen tijdschriften huis-aan-huis bladen post televisie radio internet bioscoop b. Reclamebeleving deze acht plus buitenreclame
14
Een voorbeeld: het medium televisie Mediabeleving Heeft u eergisteren televisie gekeken? Heeft u gisteren televisie gekeken? nee ja Programma's beschrijven waarnaar men (eer)gisteren tenminste 5 minuten gekeken heeft ja Computer selecteert random één van de aangegeven programma’s (programma X) Welke van de 30 items zijn van toepassing op het moment van kijken naar programma X? Heeft u kort voor, tijdens of aansluitend aan het programma reclame gezien? Zo ja, hoe heeft u die reclame in of rond het programma ervaren? (10 items) Situationele kenmerken en stemmingen (kijksituatie: alleen of met anderen, etc.) Reclamebeleving
15
Mediumtypen informatiefactor (6 items) transformatiefactor (7 items) geraaktheidsfactor (4 items) tijdverdrijffactor (1 item) stimulansfactor (5 items) identificatiefactor (4 items) sociale factor (1 item) praktische bruikbaarheidfactor (2 items)
16
Sterkten en zwakten in 2003/2004 informatie5/67123485/6 transformatie42635718 geraaktheid25/615/67/83/47/83/4 tijdverdrijf4/54/5326/7186/7 stimulans465237/817/8 identificatie28314/574/56 sociale factor382475/615/6 praktische bruikbaarheid7/8652137/84 tvradiodag- tijd- inter- h-a-h bioscoop post blad schriftnet bladen
17
Trends in Mediabeleving 97/98-03/04 tv radio dagbladen huis-aan-huis bladen tijdschriften internet bioscoop mail sociale factor + transformatie + transformatie +, stimulans + informatie +, geraaktheid + tijdverdrijf – transformatie+, sociale factor – identificatie – niet gemeten in ’97/’98
18
Nadere analysemogelijkheden uitsplitsing van de matrix naar socio- demografische doelgroepen naast tv in algemeen, ook per type programma uitsplitsing naar situatie (thuis/elders, primair/secundair)
19
Een voorbeeld Belevingsfactor informatie transformatie geraaktheid tijdverdrijf stimulans identificatie sociale factor praktische bruikbaarheid Tijdschriftensegmenten Winnaar tijdschriftsegmenten seniorenbladen vrouwenweekbladen opiniebladen verstrooiende gezinsbladen opiniebladen auto-/motorbladen gezinsvakbladen
20
Mediabeleving 20-49 jarigen bioscoop radio tijdschriften televisie dagbladen internet h-a-h post ++ -- ++
21
Meten van reclamebeleving ALGEMEEN SPECIFIEK algemene attitude t.a.v. reclame in medium x beleving reclame in/rond programma, in een titel etc. recognition, likeability per spot/adver- tentie (reclamever-werkingsonderzoek ofwel Reclame Reactie Onderzoek)
22
Hoe gemeten? 10 items (subset 30) 5 factoren –informatie –transformatie –negatieve geraaktheid –stimulans –praktische bruikbaarheid
23
tvradio dag- tijd- inter- h-a-h bios- post buiten- blad schrift net bladen coop reclame Sterkten en zwakten in 2003/2004 informatie983/415 2 6/7 3/4 6/7 transformatie374/529 8 4/5 6 1 neg. geraaktheid12783 9 4 5 6 stimulans 8/98/92-42-47 6 2-4 5 1 praktische bruikbaarheid78/9254 1 8/9 3 6
24
Relatie media- en reclamebeleving hoogste congruentie •mail •huis-aan-huis bladen •tijdschriften •dagbladen • laagste congruentie •bioscoop
25
Terugblik consensus over model zeer breed gedragen internationale symposia
26
Vervolg multimedia strategieën zullen toenemen en single-source mediavergelijking eisen dus: periodieke meting monitor à la TBO
27
Meer weten? Mediabeleving in 2003/2004 Intramediumtypebeleving Kwalitatieve mediaplanning Reclamebeleving Trends in media- en reclamebeleving
28
Trends in beleving van media, reclame en doelgroepen Dank voor uw aandacht.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.