De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Verenigingscursus Basketbalspelregels

Verwante presentaties


Presentatie over: "Verenigingscursus Basketbalspelregels"— Transcript van de presentatie:

1 Verenigingscursus Basketbalspelregels
1ste bijeenkomst

2 Eerste bijeenkomst Voorstellen, opzet, doel en vervolg
Handelingen voor de wedstrijd Levende en dode bal, balbezit Wedstrijdklok Minuten -en secondenregels Overtredingen en fouten Sprongbal Lopen Bal uit/innemen van bal Terugspelen eigen helft Score

3 Tweede bijeenkomst Fouten Vrije worpen Time-out Wissel Sheet
Taakverdeling scheidsrechters

4 Uitvoering arbitragetechniek
Derde bijeenkomst Examen Uitvoering arbitragetechniek

5 Voorstellen, opzet, doel en vervolg
Twee theorielessen. Eén praktijkles gevolgd door examen. Materiaal: hand-out Doel? Verplichting? Verwachtingen

6 Handelingen voor de wedstrijd
Op tijd aanwezig Tenue/herkenbaarheid Controle: Spelerskaarten Materialen Basket, netje, bal Juryleden en technische uitrusting Wedstrijdklok, time-out klok, 24-seconden apparatuur, pijl, teamfoutaanduiding Veilig speelveld Kleding en scherpe voorwerpen spelers Sheet

7 Sheet

8 Levende en dode bal, balbezit
Bal levend sprongbal, inworp, vrije worp Bal dood Fluitsignaal scheidsrechter of signaal timer/24”-operator Uitzondering: Bal in de lucht Doelpoging tijdens fout 24” ten onrechte Balbezit Levende bal Controle over bal Pass Tikken?

9 Wedstrijdklok Tijd in Begin wedstrijd Tijdens wedstrijd Vrije worp
Tijd stil Einde speeltijd Signaal 24”-operator (balbezit) Fluitsignaal scheidsrechter Score tegen ploeg die time-out aanvraagt Score tijdens de laatste 2 minuten 4e periode/verlengingen

10 Minuten- en secondenregels
Scheidsrechter bijhouden: 3 seconden 5 seconden 8 seconden Jurytaak: 24 seconden 1 minuut 2 minuten 5 minuten 10 minuten 15 minuten 20 minuten

11 3 seconden Bij balbezit aanvalshelft eigen ploeg: maximaal drie seconden in bucket tegenstander. Tenzij: beperkte gebied wil verlaten doelpoging team dribbelen naar bord Opheffen: HELEMAAL buiten beperkte gebied. Straf bij overtreding?

12 Scheidsrechter - overig
5 seconden zwaarbewaakte speler tijd voor de inworp tijd voor de vrije worp 8 seconden Bal moet 8 seconden na levend in bezit krijgen in aanvalshelft zijn. Straf bij overtreding? 20 minuten Scheidsrechter op tijd aanwezig

13 Jurytaak - 1 24 seconden tijd start tijd stopt 1 minuut time out
aanvang wedstrijd blessure, 5 fouten, D-fout 2 minuten rust (1e/2e en 3e/4e kwart) rust tussen verlengingen

14 Jurytaak - 2 5 minuten Verlenging (hoeveel?) 10 minuten
startende 5 spelers duur periode blessure scheidsrechter 15 minuten duur rust wachten op scheidsrechters wachten op (compleet) team 20 minuten Sheet ingevuld

15 Time out Belast: bal dood, wedstrijdklok stil
bal dood na laatste geslaagde vrije worp. bij velddoelpunt: ploeg waartegen gescoord is. Vijf belaste time-outs per ploeg in normale speeltijd: twee in eerste helft (1e en 2e periode) drie time-outs in tweede helft (3e en 4e periode). één time-out per verlenging. Onbelast: Vervanging gewonde speler (1 minuut) Vervanging speler vijf fouten (snel, 30 seconden)

16 Wissel Wisselen: Bal dood, wedstrijdklok stil: beide ploegen.
Bal dood na laatste geslaagde vrije worp. Laatste 2 minuten 4e periode én elke verlenging: alleen ploeg die balbezit krijgt op baseline (ander mag dan ook). Niet meer wisselen: Als scheidsrechter bal geeft of speler bal vast heeft (inworp). Als scheidsrechter 3-secondengebied instapt voor vrije worp. Wissel zo snel mogelijk (snel, 30 seconden). Vervanger wordt speler na wenken door de scheidsrechter..

17 Pauze

18 Sprongbal Wanneer? start wedstrijd/periode bal vast weet niet
dubbelfout (geen balbezit) tegengesteld fluiten Uitvoering? wie? tikken, wanneer en aantal? beperkingen springers/overige spelers beurtelings balbezit opstelling scheidsrechters Straf?

19 Dribbel Start als speler levende bal werpt, tikt, rolt of dribbelt op vloer en bal weer raakt voordat deze met andere speler in aanraking komt. Stopt zodra speler bal met beide handen tegelijk aanraakt of bal in één of beide handen tot stilstand laat komen.

20 Lopen Illegaal bewegen van één of beide voeten terwijl speler in bezit van levende bal de beperkingen overschrijdt.

21 Lopen Speler vangt bal in beweging (of dribbel) tot stilstand komen:
Als één voet vloer raakt: pivotvoet zo gauw andere voet vloer raakt. afzetten met deze voet en tegelijkertijd op beide voeten landen: geen van beide voeten kan pivotvoet zijn. Als beide voeten van vloer zijn en speler: gelijktijdig op beide voeten landt: keuze. Na keuze wordt andere voet pivotvoet. op één voet, waarna andere voet landt: eerste voet die vloer raakt is pivotvoet. op één voet landt, met die voet afzetten en op beide voeten tegelijkertijd landen: geen van beide voeten pivotvoet kan zijn.

22 Lopen Speler die valt, ligt of zit op vloer maakt géén overtreding als hij bal vasthoudt en op grond valt of, terwijl hij ligt of zit op speelveld, balbezit probeert te krijgen. Pas overtreding als speler daarna rolt of probeert op te staan, terwijl hij bal vasthoudt. Glijden als gevolg van de snelheid die de speler heeft, in een poging de bal te bemachtigen, is toegestaan.

23 Dragen van de bal Bal moet vloer raken voordat speler bal weer met hand raakt. Onbeperkt aantal passen wanneer bal niet in aanraking is met hand. Loopfout: pivotvoet pas van vloer als bal de hand heeft verlaten bij de start van de dribbel.

24 Bal uit/innemen van bal
Op of over de lijn Wanneer uit (stelling, plafond) Waar innemen, teruglopen

25 Terugspelen eigen helft
Terugspelen op eigen helft pas als: ploeg balbezit heeft gehad op aanvalshelft ploeg als laatste bal heeft geraakt op aanvalshelft ploeg als eerste bal aanraakt op verdedigingshelft en balbezit krijgt. Tikken van bal is géén balbezit! Straf?

26

27 Score, 3-punts Aantal punten score bepaald door plaats van schutter als tijd en bal levend zijn. Het meest aantal punten: als gescoord wordt achter de driepuntslijn.

28 Score, 2-punts Een score tussen eindlijn en driepuntslijn.

29 Score, 1-punts Vrije worpen (volgende keer meer) is een onbelemmerde doelpoging. Telt ieder voor één punt.

30 Goaltending AANVALLER en/of VERDEDIGER mogen bij een DOELPOGING een DALENDE bal boven het niveau van de ring NIET aanraken tot de bal de ring raakt of totdat duidelijk is dat de bal geen ring raakt.

31 Interference Ook het bord en/of de basket mogen niet worden aangeraakt als de bal OP de ring is. Het aanraken van een bal IN de basket is altijd een score.


Download ppt "Verenigingscursus Basketbalspelregels"

Verwante presentaties


Ads door Google