Download de presentatie
1
Zwelling in de arm
2
Mw P. 25 Jaar
3
Anamnese Sinds 1 jaar een bobbel in de bovenarm
Bij aanraken/stoten electrisch gevoel in de hand (alle vingers?) Kracht arm en hand normaal. Groei in de loop van de tijd
4
Anamnese vervolg Verder in het lichaam geen zwellingen gevoeld / gezien. Oksels / liezen geen huidafwijkingen. Skin tags -. VG/ allergie, amblyopie linkeroog, neusseptumcorrectie. Familieanamnese: negatief voor ‘zenuwafwijkingen’
5
Neurologisch onderzoek
Langwerpige vast elastische mobiele massa op de linker bovenarm. 5 cm lengte, doorsnede 3cm. Bij druk op deze massa: paresthesieen in de hand links. Sensibiliteit intact. Verder NO: ongestoord.
6
Echo bovenarm Aspecifiek beeld van glad en scherp begrensde tumor in verlopp van de vaat-zanuwstreng (n. radialis). Differentiaal diagnostisch kan gedacht worden aan een benigne tumor van neurogene origine.
7
MRI bovenarm Dorsaal van de humerus bevindt zich een 2,6 bij 2,1 cm grote scherp begrensde tumor. Craniaal en caudaal zien we uitlopers, waarschijnlijk de n. radialis. De lesie is iets inhomogeen op T2, er is geen oedeem of botreactie. Conclusie: meest passend bij neurofibroom.
8
T1
9
T2
10
Perifere zenuwtumoren
11
Benigne Maligne Schwannoom Neurofibroom Ganglioneuroom Haemongioom
Primair – MPNST (malignant peripheral nerve sheath tumors), ganglioneuroblastoom. Secundair – Metastase, lymfoom
12
Neurofibromen Piekincidentie 20-30 jaar M=V
Vormen: gelocaliseerd, diffuus, plexiform. 60-90% sporadisch; niet in het kader van NF-1 (m.u.v plexiform neurofibroom). Sporadisch is niet in het kader van NF1
13
Neurofibroom Gelocaliseerd - in huid, subcutis of grote zenuwen.
Diffuus – vooral bij kinderen, in huid en onderhuids vet in de nek en hoofd. Plexiform – zo goed als pathognomonisch voor NF-1.
14
Gelocaliseerd neurofibroom
Fusiforme afwijking. Normale zenuw zichtbaar aan de uiteinden van de structuur. Trage groei, beperkte neurologische verschijnselen. MRI: T1: ongeveer gelijk aan spierweefsel, T2: hoog signaal, contrast: homogene aankleuring (1/3) inhomogene aankleuring (2/3). Vaak is er een vetring om de tumor.
15
T1 gewogen: gemiddelde signaal intensiteit
T1 gewogen: gemiddelde signaal intensiteit. Ring van vet rond de tumor (pijltjes) split fat sign FIR (?) target sign: centraal hypointens tov rand. (centraal: dens collageen, perifeer: meer water obv myxoide weefsel) Fusiform Microscopie: Schwann cellen en collageen fibrillen (pijltjes)
16
Schwannoom Piekincidentie 20-50 jaar M = V
Vooral op hoofd, nek en grote zenuwen. Met name flexorzijden. Ook lesies mogelijk in mediastinum of retroperitoneum. Kliniek: langzaam groeiende pijnloze massa. Pijn en neurologische uitval ontstaan meestal pas bij grotere lesies. Ook wel neurilemoma, neurinoma, perineural fibroblastoma.
17
Schwannoom (vervolg) Beeldvorming komt grotendeels overeen met de beeldvorming bij een neurofibroom. Massa is vaak eccentrisch tov zenuw. Heterogeniteit met degeneratie (oa verkalking) en cystevorming komen meer voor bij schwannomen dan bij neurofibromen.
18
Schwannoom A- eccentrisch lesie B- inhomogene aankleuring
C- perifere aankleuring met contrast door cyste vorming.
19
Schwannoom pathologie
Pijltjes= antoni A zone: rond de vaten hoog cellulair Sterretjes= antoni B: myxoide gedeelte met hypocellulariteit.
20
Malignant peripheral nerve sheet tumors
Sarcoom Kan primair ontstaan of secundair uit neurofibroom/schwannoom. Piekincidentie jaar oud. 50% van ptn met MPST heeft NF-1. Kliniek: snelle groei, pijn, neurologische uitval. Ook wel malignant Schwannoma, malignant neurilemmomas, neurofibrosarcomas
21
MPNST (vervolg) Kan secundair aan radiotherapie. Latentie 10-20 jaar.
MRI: fusiform, moeilijk te onderscheiden van benigne lesies. Microscopisch vaak necrose
22
Benigne Maligne Split fat sign Trage groei Ronde aankleuring > 5 cm
Heterogeniteit Slecht begrensd Invasie in vet Perilesionaal oedeem Veel pijn neurologische uitval.
23
MPNST A- T1 intermediair signaal, centraal lage intensiteit
B- vet suppressie: inhomogeen hoog signaal C- T1 met contrast- necrotisch centrum met randaankleuring.
24
Vervolg casus Verwezen naar neurochirurgie Heerlen (de Nie)
Expectatief beleid gezien weinig uitval en kans op peroperatieve schade. Controle MRI volgt.
25
Literatuur Pilavaki et al: Imaging of peripheral nerve sheet tumors with pathologic correlation. Pictorial review. European journal of rediology 52 (2004) Ogose et al: Tumors of peripheral nerves: correlation of symptoms, clinical signs, imaging features and histological diagnosis. Skeletal radiology (1999) 28: Artica, Cervoni, Wierzbicki: Benign Neural Sheath tumours of major nerves: characteristics in 119 surgical cases.Acta neurochirurgica (1997) 139:
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.