De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Het skelet

Verwante presentaties


Presentatie over: "Het skelet "— Transcript van de presentatie:

1

2 Het skelet heeft een aantal functies: 1)Stevigheid geven 2)Bescherming geven 3)Beweging mogelijk maken 4)Vorm geven 5)Maken van bloedcellen

3 Je skelet geeft stevigheid aan je lichaam. Zonder een skelet zou je lichaam in elkaar zakken…

4 Je skelet beschermt ook je organen in je lijf. Je schedel beschermt je hersenen. Je borstkas beschermt je longen en hart.

5 Je skelet maakt ook beweging mogelijk. Aan veel botten zitten namelijk spieren vast, die er voor zorgen dat botten kunnen bewegen.

6 Je skelet geeft vorm aan je lichaam.

7 Veel (platte) botten zijn gevuld met beenmerg. Uit sommige typen beenmerg kunnen (rode en witte) bloedcellen gemaakt worden. Beenmerg Rode bloedcellen

8 Sleutelbeen Aan het sleutelbeen zitten o.a. spieren waarmee je je arm omhoog kan bewegen. Het is het bot dat het schouderblad met het borstbeen verbindt.

9 Het sleutelbeen is een van de botten die het meest gebroken worden. Wanneer je op je schouder / bovenarm valt, krijgt dit dunne bot een flinke klap. Dit komt vaak voor bij een val met de fiets.

10 Schouderblad Aan het schouderblad zitten spieren vast, waarmee de arm naar voren en achteren kan bewegen. Ook zitten er spieren van de hals aan vast.

11 De twee sleutelbeenderen en de twee schouderbladen noem je samen de schoudergordel. Schouderblad Sleutelbeen Schoudergordel

12 Borstbeen Het borstbeen is het been in het midden van de borstkas waaraan de sleutelbeenderen en de ribben vastzitten. De ribben zijn met beweeglijk kraakbeen verbonden met het borstbeen. Het borstbeen maakt samen met de ribben de adembewegingen mogelijk.

13 De ribben geven bescherming aan de daarbinnen gelegen organen, zoals het hart en de longen. Een andere functie van de ribben is de adembewegingen van de luchtwegen mogelijk maken. Tussen de ribben zitten namelijk spieren. Totaal heeft een mens 24 (“12 paar”) ribben. De onderste twee paar worden ook wel zwevende ribben genoemd, omdat ze niet vast zitten aan het borstbeen.

14 In de animatie over de schedel lees je meer over de verschillende schedelbeenderen.

15 De wervelkolom is opgebouwd uit: 7 halswervels 12 borstwervels (met ribben) 5 lendewervels Heiligbeen ( = 5 vergroeide wervels) Staartbeen (= 4 tot 5 vergroeide wervels) 12 borstwervels staartbeen heiligbeen 5 lendewervels 7 halswervels

16 Door de wervelkolom lopen de zenuwen van het ruggenmerg, die signalen doorgeven van de hersenen naar de rest van het lichaam en omgekeerd. Dwarsuitsteeksel Doornuitsteeksel Zenuwen Ruggenmerg Kraakbeen

17 Bovenste wervel = atlas De bovenste halswervel heeft een aparte naam: de atlas. Deze draagt de schedel. De een na bovenste halswervel heet de draaier. Hierdoor kan de schedel een draaibeweging maken. Draaier

18 Staartbeen Het staartbeen, oftewel stuitje is het onderste deel van de wervelkolom. Het bestaat uit 3 tot 5, maar meestal 4 samengegroeide wervels en is aan het heiligbeen bevestigd met een gewricht dat voor een groot deel uit kraakbeen bestaat en dat in beperkte mate bewogen kan worden. De onderkant van het staartbeen kan gemakkelijk gevoeld worden boven de bilspleet.

19 Heiligbeen Het heiligbeen, onderdeel van het bekken, bestaat uit vijf aan elkaar vergroeide wervels.

20 Heupbeen Het heupbeen vormt samen met het heiligbeen het bekken (= bekkengordel).

21 Het heupbeen van een man en vrouw verschilt. Die van een vrouw is wijder, zodat tijdens de bevalling het kind meer ruimte krijgt Heupbeen Vrouw Man

22 Opperarmbeen Het opperarmbeen is het bot tussen je schouder(blad) en je elleboog.

23 Ellepijp In je onderarm zitten twee botten. De ellepijp loopt van je ELLEboog naar je PInk.

24 Spaakbeen Het andere bot in je onderarm is het spaakbeen. Deze loopt van je elleboog richting de kant van je duim in de pols.

25 De handwortelbeentjes zijn de botjes die gelegen zijn tussen het spaakbeen en de ellepijp aan de ene kant en de middenhandsbeentjes aan de andere kant. In iedere menselijke hand zitten acht handwortelbeentjes.

26 Middenhandsbeentje De 5 middenhandsbeentjes zitten tussen de handwortelbeentjes en de vingerkootjes.

27 Vingerkootjes De vingers bevatten vingerkootjes. Per vinger heb je drie vingerkootjes, behalve in de duim, die heeft maar twee vingerkootjes. Per hand heb je er dus 14.

28 Dijbeen Het dijbeen zit in de heup met een kogelgewricht.

29 Knieschijf De knieschijf is belangrijk voor de bescherming van het kniegewricht. Het bevat o.a. kraakbeen.

30 Scheenbeen Het onderbeen bevat twee botten. Het bot aan de voorkant van je been is je scheenbeen. Dit is ook het dikste bot van de twee. Tijdens voetbal draag je niet voor niets “scheen”beschermers

31 Kuitbeen Het andere bot aan de achterkant is je kuitbeen. Dit is het dunste bot in je onderbeen. Hier lopen ook de kuitspieren waarmee je voet bewogen kan worden.

32 De voet lijkt qua bouw op je hand. Ook hier onderscheiden we weer: -14 Teenkootjes (Je grote teen heeft er maar twee) -5 Middenvoetsbeentjes -Voetwortelbeentjes teenkootjes middenvoetsbeentjes voetwortelbeentjes hielbeen

33 Het grootste voetwortelbeentje heet ook wel het hielbeen. De belangrijkste taak van het hielbeen is het opvangen van het gewicht van het lichaam bij elke stap. Aan het hielbeen zit de achillespees, de pees die de kuitspier aan de voet bevestigd. kuitspier achillespees hielbeen


Download ppt "Het skelet "

Verwante presentaties


Ads door Google