Vermenigvuldigen & delen

Presentatie over: "Vermenigvuldigen & delen"— Transcript van de presentatie:

1

2 Vermenigvuldigen & delen
Hoofdstuk B4 Vermenigvuldigen & delen

3 Paragraaf B4.1 Vermenigvuldigen

4 Vermenigvuldigen is herhaald optellen
= 5 × 3

5 Volgorde maakt niet uit bij een vermenigvuldiging
6 × 4 = 4 × 6 Beiden het antwoord 24

6 Tafels Steunpunten: 1 × 4 = 4 2 × 4 = 8 (het dubbele)
4 × 4 = 16 (daar weer dubbele van) 8 × 4 = 32 (daar weer dubbele van) 10 × 4 = 40 5 × 4 = 20 (de helft van 10 ×)

7 Het trucje van de tafel van 9
1 × 9 2 × 9 3 × 9 4 × 9 5 × 9 6 × 9 7 × 9 8 × 9 9 × 9 10 × 9 9 1 8 2 7 3 6 4 5 5 4 6 3 7 2 8 1 9

8 Tafelslang Spelelement

9 Paragraaf B4.2 Delen

10

11 Bij elke keer som horen 2 deelsommen
5 × 7 = 35 35 ÷ 7 = 5 35 ÷ 5 = 7

12 VOLGORDE VAN BEWERKINGEN
Paragraaf B4.3 VOLGORDE VAN BEWERKINGEN

13 De volgorde van berekenen:
Dit zijn de afspraken: Eerst uitrekenen wat tussen ( ) staat. Dan de × en de ÷, in volgorde van links naar rechts. Daarna de + en -, in volgorde van links naar rechts.

14 Reken op 2 manieren uit. - Van links naar rechts - Volgens de rekenregels 4 + 5 x 2 =

15

16

17 Hoofdstuk B4 Extra opgaveN

18 Vraag 1 12 × 3 =

19 Vraag 2 29 × 7 =

20 Hoeveel vakjes heeft een schaakbord in totaal?
Vraag 3 Een schaakbord heeft 8 vakjes in de lengte en 8 vakjes in de breedte. Hoeveel vakjes heeft een schaakbord in totaal? vakjes

21 Vraag 4 44 ÷ 11 =

22 Vraag 5 56 ÷ 8 =

23 Vraag 6 In een bioscoopzaal passen 486 mensen. De helft van deze mensen koopt in de pauze een bakje popcorn. Hoeveel mensen hebben popcorn gehaald in de pauze? mensen

24 Vraag 7 (5 - 3) × =

25 Vraag 8 72 ÷ ( × 2) × 2 =

26