Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMonique Simons Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
DE ROEP VAN DE PROFETEN Les 5 voor 3 augustus 2019
2
God lijdt vanwege onrechtvaardigheid God roept op tot bekering
De profeten uit het Oude Testament waren woordvoerders van God, die de droevige toestand van Israël veroordeelden. Israël onderdrukte de armen in plaats van recht te doen. Er was geweld in plaats van vrede. Ze waren trots op hun misdaden in plaats van hun trots in te slikken en om vergeving te vragen. De profeten drukten ook Gods pijn uit vanwege hun onrechtvaardigheid. Ze legden Gods voorstel uit om gerechtigheid te herstellen. God lijdt vanwege onrechtvaardigheid God roept op tot bekering God vraagt gerechtigheid en vergeeft zonde God biedt een tweede kans aan God herstelt recht
3
GOD LIJDT VANWEGE ONRECHT
“Welnu, luister naar hun stem, maar waarschuw hen nadrukkelijk en maak hun de handelwijze bekend van de koning die over hen zal regeren.” (1 Samuël 8:9). Israël besloot om de theocratie te vervangen door een monarchie om te zijn zoals de andere naties. God stuurde een profeet om hen te waarschuwen voor de gevolgen van hun beslissing. Als ze zoals de rest van de naties wilden zijn, zouden ze zich snel gedragen zoals zij deden. Dat wil zeggen: ze zouden oneerlijk worden, de armen uitbuiten, en al hun spijtgevoel laten varen. God was bedroefd vanwege de gevolgen die de Israëlieten moesten ondergaan nadat ze Hem hadden verlaten. De boodschap van de profeten bracht dit verdriet tot uitdrukking. Hun boodschappen laten ook Gods oproep zien om recht te herstellen, elke onderdrukking te verwijderen en de pijn van de mensen om ons heen te verlichten.
4
GOD ROEPT OP TOT BEROUW "Zo zegt de HEERE: Vanwege drie overtredingen van Israël, ja, vanwege vier, zal Ik er niet op terugkomen, omdat zij de rechtvaardige voor verkopen en de arme voor een paar schoenen." (Amos 2:6) De boodschap van Amos begint met het aankondigen van Gods straf voor de naties vanwege hun wreedheid (1:3-2:3). De Israëlieten ontvingen zijn boodschap, zelfs toen deze Juda veroordeelde voor het verwerpen van God en het niet-gehoorzamen van Zijn Wet (2:4-5). Israël kreeg echter de langste lijst van zonden en de zwaarste veroordeling: egoïsme, hebzucht, misbruik maken van de weerloze, immoraliteit, onrecht ... (2:6-16). God roept Zijn volk op tot berouw en hun houding radicaal te veranderen: “Haat het kwade, heb het goede lief; bewijs gerechtigheid in de poort”(Amos 5:15)
5
GOD VRAAGT RECHTVAARDIGHEID EN VERGEEFT ZONDE
“Hij zal Zich weer over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertrappen, ja, U zult al hun zonden werpen in de diepten van de zee.” (Micha 7:19) Obstructie van recht, geweld, omkoping, het uitzetten van de weduwe, kindermishandeling. Prinsen die het volk kaalvreten. Hebzuchtige priesters. Profeten die voor geld profeteren. Dit was de toestand van Juda tijdens het bewind van Achaz. Maar God had Zijn volk niet verlaten, ondanks hun zonden. Hij heeft ons ook niet verlaten. Hij is bereid de zonden te vergeven als we oprecht berouw tonen. Hij verwacht ook een duidelijke verandering in onze houding: "recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God." (Micha 6:8)
6
GOD BIEDT EEN TWEEDE KANS AAN
“Het zwakke versterkt u niet, het zieke geneest u niet, het gebrokene verbindt u niet, het afgedwaalde brengt u niet terug en het verlorene zoekt u niet, maar u heerst met geweld en met harde hand over hen” (Ezechiël 34:4) Ezechiël legde de wortel van Sodoms zonde bloot: trots, economisch gemak en nietsdoenerij. Dit leidde tot het verwaarlozen van de getroffenen en behoeftigen (Ezechiël 16:49). Juda volgde in Sodoms stappen. Onrecht verspreidde zich over hun hele land, omdat iedereen alleen maar op eigen belang uit was (Ezechiël 34:2-21). God beloofde dit gedrag te bestraffen. Hij gaf een voorbeeld van hoe een echte herder zich zou moeten gedragen (Ezechiël 34:22-31; Johannes 10:1-16). Nochtans geeft Hij altijd een tweede kans (Ezechiël 16:55).
7
GOD HERSTELT RECHT “Leer goed te doen, zoek het recht! Help de verdrukte, doe de wees recht, bepleit de rechtszaak van de weduwe!” (Jesaja 1:17) Tijdens de eerste jaren van zijn bediening werd Jesaja geconfronteerd met ernstige problemen in zijn omgeving: geweld, slechtheid, omkoping, onrecht jegens de wees en weduwe, opeenstapeling van landgoederen ... God is bereid om zonde te vergeven en Hij verwacht een verandering van gedrag (1:6-8). Hoe dan ook zal het definitieve herstel van gerechtigheid komen met Gods directe tussenkomst door het werk van de Messias, Jezus van Nazareth (42:1-7; 53:4-6). Hij zal uiteindelijk het Koninkrijk van God op aarde herstellen. Hij zal gerechtigheid, genade, genezing en herstel brengen.
8
Ellen G. White (Gospel Workers, deel 11, pag. 500)
“Terwijl zij die aldus verenigd zijn in christelijke gemeenschap, God bidden en zich ertoe verbinden rechtvaardig te handelen, barmhartigheid lief te hebben en nederig met God te wandelen, ontvangen zij grote zegen. Als ze anderen onrecht hebben aangedaan, zetten ze het werk van berouw, belijdenis en teruggave voort, volledig ingesteld om elkaar goed te doen. Dit is de vervulling van de wet van Christus.”
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.