De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

N-vanggewas na mais Jacqueline Ulen en Brigitte Kroonen

Verwante presentaties


Presentatie over: "N-vanggewas na mais Jacqueline Ulen en Brigitte Kroonen"— Transcript van de presentatie:

1 N-vanggewas na mais Jacqueline Ulen en Brigitte Kroonen
Onderzoekers WUR Open Teelten, locatie Vredepeel

2 Wat is een vanggewas? Een vanggewas is een groenbemester die specifiek geteeld wordt om mineralen op te nemen die: na de hoofdteelt nog in de bodem zitten; en na de hoofdteelt nog vrijkomen door mineralisatie. Vangen van mineralen, met name nitraat Het doel is om uitspoeling van nitraat te voorkomen De overheid stelt het telen van een vanggewas bij sommige teelten verplicht, maar stimuleert ook de teelt van vanggewassen

3 Wat is nitraat? Waarom belangrijk voor de plant?
Nitraat (NO3-) is een vorm van stikstof (N2) die plant het gemakkelijk op kan nemen. Stikstof is een van de essentiële bouwsteen voor eiwitten en DNA. Voor vegetatieve groei is daarom veel stikstof nodig Stikstof  groei van de plant  meer fotosynthese  hogere opbrengst.

4 Opname De plant kan nitraat (NO3-) gemakkelijk opnemen doordat:
De bodem negatief geladen is. Negatieve deeltjes stoten elkaar af; NO3- makkelijk oplost in water, zo kan het via de wortels samen met het water opgenomen worden;  NO3- is erg mobiel

5 Uitspoeling Doordat in het water oplost en zich niet aan de bodem bindt, kan nitraat gemakkelijk opgenomen worden door de plant, maar ... Met een hevige regenbui ook gemakkelijk met het water meespoelen naar diepere lagen waar de wortels het nitraat niet meer op kunnen nemen: dit is nitraatuitspoeling.

6 De plaats van nitraat in de Stikstof-kringloop
N2 komt in de bodem via mest en stikstofdepositie N2 wordt door bacteriën omgezet in nitraat (en ammonium) Binas

7 Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid
Opgericht in 1992 Uitvoering door RIVM en WUR Meet kwaliteit grond- en oppervlaktewater op landbouwbedrijven Doel: monitoren effect van mestbeleid op milieu Europese unie verplicht monitoring van maatregelenprogramma’s in ‘t kader van Nitraatrichtlijn en de aan Nederland verleende derogatie. Europese norm is gebaseerd op de drinkwaternorm van 50 mg nitraat/liter

8

9 Nitraat in grondwater sinds start meetnet

10 Hoogste uitspoeling op zand en löss:
Het vochthoudend vermogen is lager dan bijvoorbeeld op klei. Anders gezegd: gronden zijn droogtegevoelig Bij droogte kan het nitraat niet oplossen in het vocht en opgenomen worden door de plant. Wanneer er vervolgens hevige neerslag valt, is er een verhoogd risico op nitraatuitspoeling.

11 Nitraat in grondwater De uitspoeling is het hoogst op het ‘Zuidelijk zand’: het zandgebied in Zuid Nederland.

12 Wat bepaalt hoeveel nitraat uitspoelt?
Grondsoort Gewas Bemesting Rotatie Hoeveelheid regen Grondwaterstand Grondsoort (zie voorgaande slides) Gewas (uitspoelingsgevoelige gewassen versus niet uitspoelingsgevoelige gewassen, zie volgende slide) Bemesting (veel bemesting  grote N-gift  meer kans op uitspoeling  hier geen verdieping op gegeven in deze slidedeck Rotatie (scheuren van grasland  zeer grote hoeveelheid stikstof komt vrij  zie slide 13. Waterval (veel water  verdunning van nitraat) Grondwaterstand (hoge grondwaterstand  meer denitrificatie)

13 (Uitspoelingsgevoelige) gewassen
Tabel: Geschatte N-min waardes (kg N/ha, 0-60cm) onder gemiddelde weersomstandigheden en een stikstofgift volgens advies (Van Dijk, 1999). Gewas Zandgrond Wortel, fijn - najaar 10 Zomergraan 17 Meerjarig raaigras 19 Wortel - winter 24 Suikerbiet 25 Doperwt Wintergraan 36 Brocolli - alle groeiperiodes 39-50 Zetmeelaardappelen 41 Stamslaboon 45 Chinese kool - alle groeiperiodes 51 Veldbonen 54 Consumptieaardappelen 68 Snij- en korrelmais 76 Kropsla - alle groeiperiodes 89 Prei - najaar 91 Ijsbergsla - alle groeiperiodes 98-112 N-min(eraal) is de hoeveelheid stikstof die opgenomen kan worden door de plant, maar ook uit kan spoelen. N-min na oogst is een redelijke indicator voor uitspoeling.

14 Rotatie Bij het scheuren van grasland komt erg veel stikstof vrij
Opname N, P2O5, K2O in kg/ha in groenbemesters (april 2014). Circa 50% van de N, 60% van de P2O5 en 95% van de K2O komt beschikbaar voor volggewas N P2O5 K2O Nazaai Rogge in oktober 14 7 22 Nazaai Italiaans raai september 37 18 80 Onderzaai Italiaans raai 74 48 165 2 jarig Italiaans raai + rode klaver 128 53 164 Bron: Demonstratie Grondig Boeren met Mais Drenthe. Deze resultaten volgen uit een demonstratie en hebben geen statistische basis.

15 Europese unie en grondwaterkwaliteit
(Vervolg slide 7) Nederland moet aantonen dat zij werkt aan het verbeteren van de waterkwaliteit om de norm van 50 mg nitraat/l in het grondwater te halen Met het Actieprogramma Nitraatrichtlijn laat Nederland zien dat zij dit doet. Dit pakket aan maatregelen bestaat uit: Bemestingsnormen Teeltmaatregelen In 2018 is het 6e actieprogramma ingegaan.

16 Actieprogramma & mais Sinds het vijfde actieprogramma is de teelt van een vanggewas na mais op zand en löss verplicht. Mais moest direct na oogst van de mais gezaaid worden. Het zesde actieprogramma stelt extra eisen aan het vanggewas (vanaf 2019): Onderzaai (vorstbestendig) gras in mei-juni of Inzaai vorstbestendig vanggewas voor 1 oktober direct na oogst maïs of Wintergraan (hoge N-opname) als hoofdteelt na mais inzaai in oktober

17 Uitdaging Stel: Iedereen kiest voor nazaaien vóór 1 oktober
Loonwerker moet 1 september beginnen Rassenkeuze afstemmen op zaaimoment

18 Rassenkeuze t.b.v. tijdig nazaaien

19 Uitdaging Wanneer iedereen kiest nazaaien voor 1 oktober
Loonwerker moet 1 september beginnen Rassenkeuze afstemmen op zaaimoment Er moet voor 1 oktober geoogst worden Met onderzaaien heb je de handen meer ‘vrij’

20 Waarom is er een verplicht vanggewas ingesteld?
Vanwege de potentie van het vanggewas om mineralen in de stikstofkringloop te houden

21 De potentie van onderzaaien & nazaaien
Opname N, P2O5, K2O in kg/ha in groenbemesters (april 2014) Circa 50% van de N, 60% van de P2O5 en 95% van de K2O komt beschikbaar voor volggewas Demo! N P2O5 K2O Nazaai Rogge in oktober 14 7 22 Nazaai Italiaans raai september 37 18 80 Onderzaai Italiaans raai 74 48 165 2 jarig Italiaans raai + rode klaver 128 53 164 Bron: Demonstratie Grondig Boeren met Mais Drenthe. Deze resultaten volgen uit een demonstratie en hebben geen statistische basis.

22 Exercitie Wat is de stikstofbehoefte van mais?
Wat is de gebruiksnorm stikstof bij mais? Exercitie stikstofbehoefte: 200 N – N-mineraal in voorjaar Langdurig gebruik dierlijke mest nawerking uit groenbemester nawerking uit voorvrucht (gras)

23 Exercitie Exercitie: 200 N – N-mineraal in voorjaar (15 kg N)
Langdurig gebruik dierlijke mest (30 kg N) Groenbemester (0 – 40 kg N) Voorvrucht (0 – 100 N) Gebruiksruimte = 112 kg N = 45 kg N/ha ‘tekort’

24 Vangt het vanggewas het stikstoftekort op?
W.C. 50%** Tekort/ Overschot N Nazaai Rogge in oktober 14 7 7/  16% Nazaai Italiaans raai september 37 18,5 18,5/45  43% Onderzaai Italiaans raai 74 37/45  86% 2 jarig Italiaans raai + rode klaver 128 64 64/45  149%** * Opname #kg N/ha door vanggewas ** # kg N/ha beschikbaar voor volggewas (werkingscoëfficiënt 50%) *** Op gescheurd grasland is het m.b.t. N-behoefte van mais het niet nodig om de volledige stikstofruimte te benutten (let wel: werk grasland op tijd in).

25 Exercitie kali Wat is de kalibehoefte van mais? Geen gebruiksnorm

26 Exercitie Exercitie: 300 K2O – Kali uit dierlijke mest
35 m3 met 5 kg K20/m3 (175 kg) = 125 kg K20/ha ‘tekort’

27 Vangt het vanggewas het kalitekort op?
Tekort van 125 K2O K2O W.C. 95% Nazaai Rogge in oktober 22 21 Nazaai Italiaans raai september 80 76 Onderzaai Italiaans raai 165 157 2 jarig Italiaans raai + rode klaver 164 156

28 Vanggewas neemt ook fosfaat mee naar ‘t volgende jaar, maar de meeste uitslagen:
Pw van dit perceel: > 60 Wettelijk: Pw > 55 : gift 50 kg/ha P2O5

29 Teelt van het vanggewas

30 Vanggewas: drie systemen
Onderzaai Bij zaai Onderzaai in 4/6 blad Nazaai Timing 4/6 blad Voor 1 oktober Type vanggewas Rietzwenk Gras(mengsel) Bladkool Bladrammenas Gras Japanse haver Triticale Wintergerst Winterrogge Wintertarwe

31 Onderzaai bij zaai Timing Gelijktijdig met zaaibed bereiding
Apart zaaimoment na zaaibed bereiding Gelijktijdig met mais inzaai Na mais inzaai z.s.m. na mais inzaai

32 Onderzaai bij zaai Machinegebruik Spitmachine met zaaibak
Vorenpakker met zaai Schoffel-zaai(-eg) combinatie Graszaaimachine (pneumatisch/nokkenrad) Graanzaaimachine (pneumatisch/nokkenrad) Hoe zit het met werkbreedtes?

33 Onderzaai bij zaai Machine Voordeel Nadeel *Pneumatisch/nokkenrad
Schoffel-zaai(-eg) combinatie -1 werkgang -onkruidbestrijding -beperkte werkbreedte -match zaai- en schoffelwerkbreedte Graan/gras zaaimachine* -betere opkomst gras Combinatie mais en graszaaimachine -besparing werkgang -constructie machine? *Pneumatisch/nokkenrad

34 Onderzaaien bij zaai Onderzaai bij zaai v/d mais
Pneumatische zaaimachine 5 mei 2017, Vredepeel

35 Onderzaaien in het 4-6 blad stadium
Onderzaai in 6-blad stadium Einböck 6-rijige schoffel/zaai 13 juni 2017, Vredepeel

36 Zaai in het 6-blad stadium
22 juni 28 juli 26 september

37

38 Onderzaai tijdens maisteeltseizoen
Timing 6-blad van de mais 4-blad van de mais

39 Onderzaai tijdens maisteeltseizoen
Machinegebruik Schoffel-zaai(-eg) combinatie Eg met zaaibak Vaak worden bestaande schoffels en eggen gebruikt en wordt er een zaaibak opgezet om er een zaaimachine van te maken.

40 Exercitie: met wat voor machine zou jij zaaien en waarom?
Welke machine heb je in de schuur staan? Wil je een bestaande machine aanpassen? Welke machine heeft jouw loonwerker? Zou je zaai van de groenbemester uit willen besteden?

41 Nazaai Timing en uitvoering voor voldoende stikstofopname Zaaimoment
N-opname kg N/ha N-nalevering 15 aug-1 sept 90 (80-100) 45 1-15 sept 60 (45-75) 30 15 sept-1 okt 30 (20-40) 15 1-15 okt 10 (5-10) 5 Na 15 okt 5 (0-10)

42 Grasmengsels Gras(mengsel) Voordelen Nadelen
Rietzwenk (Proterra) Trage ontwikkeling Terug te spuiten in ontwikkeling Verdraagt schaduw - Mogelijke vermeerdering van aaltjes (dit is onbekend) Italiaans raaigras Snelle ontwikkeling - Sterke vermeerdering Chitwoodi, Fallax, P.penetrans Engels raaigras - Vermeerdering Chitwoodi beperkt - Sterke vermeerdering Fallax, P.penetrans Diverse klaversoorten Stikstofbinding (maar wanneer komt deze vrij?!) - Sterke vermeerdering diverse aaltjes Algemeen: het ene mengsel is het andere niet. Binnen de gras(mengsels) zijn er genetische (ras)verschillen.

43 Legenda aaltjesschema

44

45

46 Gewasbescherming en het vanggewas
Hoe ziet de gemiddelde onkruidbeheersingsstrategie eruit?

47 Voorbeeld conventionele strategie in mais
1,5-2 ltr Laudis - 2 ltr Akris ltr Kart ltr Samson Voor haagwinde eventueel nog Casper, Banvel. Laudis contact grassen & breedbladigen Akris contact+bodem grassen & breedbladigen Kart contact breedbladigen Samson contact specifieke grassen & breedbladigen

48 Bodemherbicides Bodemherbicides in mais: Akris, Gardo Gold etc.
Middel moet via wortels opgenomen worden Werking komt op gang bij vochtige bodem Dus: wanneer gespoten wordt bij droge grond en het gaat pas laat regenen  werking bodemherbicide wordt verlengd  let op dat dit geen effect heeft op onderzaai in 4 blad of zelfs in 6 blad

49 Pas bij onderzaai in 6-blad de onkruidbestrijding aan:
1e keer (2 blad) in LDS de grassen bestrijden: Calaris contact + bodem grassen & breedbladigen Milagro contact specifieke grassen & breedbladigen 2e keer (4-blad) in LDS enkel specifieke grassen bestrijden: Sulcogan contact breedbladigen Samson contact specifieke grassen & breedbladigen Er zijn ook strategieen waarbij je 1 keer spuit.

50 Perceelseigenschappen en onderzaai
Onkruidbezetting Komt groene naaldaar of gladvingergras voor dan is rietzwenk geen optie Te droog/ te nat Zeer droogtegevoelig perceel – onderzaai geen optie Te natte koude grond – rietzwenk geen optie Hoge aaltjesdruk Let op keuze groenbemester!

51 Knoppen bij onderzaai:
Zaaimoment: vóór zaai, tijdens zaai, 2-, 4-, 6-bladstadium maïs Zaaimethode/machine Dichtheid maisplanten: plt/ha? Grastype: Rietzwenk (traag); Engels raai of Italiaans raai Maisras: vroeg of laat, steile stand (meer licht) Grondsoort: “nat” of “droog” Beregenen Nog andere knoppen? Waar denkt u aan?


Download ppt "N-vanggewas na mais Jacqueline Ulen en Brigitte Kroonen"

Verwante presentaties


Ads door Google