De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Software Development fundamentals

Verwante presentaties


Presentatie over: "Software Development fundamentals"— Transcript van de presentatie:

1 Software Development fundamentals
toetsvoorbereiding

2 inhoudsopgave Wat zijn leerdoelen Hoe worden toetsvragen opgesteld
Welke begrippen worden getoetst Oefenvragen Voorbereidingstechnieken

3 Leerdoelen Elke toets behandeld een aantal leerdoelen.
Leerdoelen zijn doelen met betrekking tot de behandelde begrippen. Voorbeelden van leerdoelen: Kan zelfstandig een class maken Kan uitleggen wat het nut is van inheritance

4 Toetsvragen Toetsvragen zijn gebaseerd op de leerdoelen
Ze toetsen meestal een van de volgende aspecten: Reproduceren – Welke [X] is correct? Begrijpen – Leg uit waarom [X] Toepassen – Maak [X] Daarom ben je voor school ook bezig met bestuderen, bespreken/opzoeken en oefenen.

5 Toetsonderdelen De getoetste begrippen zijn: Kennis hierover moet je dus kunnen reproduceren, begrijpen en toepassen. Een goede toetsvoorbereiding komt er op neer dat je verantwoordelijkheid neemt voor beheersing van de gestelde leerdoelen. Classes Encapsulation Constructors Inheritance Properties Casting Value en reference types Polymorphism Methods Interfaces

6 Oefenvragen - Reproduceren
PDF lesson 02 1. Een __________ is een blauwdruk van een object. 2. Je kunt de __________ operator gebruiken om te checken of je een object naar een type kunt casten. 3. Je kunt __________ gebruiken om classes te groeperen, zodat class namen niet dubbel voorkomen. 4. Een __________ is een value type, en een __________ is een reference type.

7 Oefenvragen - Reproduceren
PDF lesson 02 1. Een class is een blauwdruk van een object. 2. Je kunt de is operator gebruiken om te checken of je een object naar een type kunt casten. 3. Je kunt namespaces gebruiken om classes te groeperen, zodat class namen niet dubbel voorkomen. 4. Een struct is een value type, en een class is een reference type.

8 Oefenvraag Begrijpen Welke van de volgende gebruik je om het gedrag van een class te definiëren? Method Property Event Delegate

9 Oefenvraag Begrijpen - Methods
Welke van de volgende gebruik je om het gedrag van een class te definiëren? Method Property Event Delegate

10 Oefenvraag Begrijpen Je schrijft code voor een class Product. Je wilt zeker weten dat de data members van de class corrrecte waardes krijgen zodra een object wordt gemaakt. De initialisatiecode moet altijd worden uitgevoerd. Wat doe je? Maak een static method om de data members te initialiseren Maak een constructor om de data members te initialiseren Maak een static property om de data members te initialiseren Maak een event om de data members te initialiseren

11 Oefenvraag Begrijpen - Constructors
Je schrijft code voor een class Product. Je wilt zeker weten dat de data members van de class corrrecte waardes krijgen zodra een object wordt gemaakt. De initialisatiecode moet altijd worden uitgevoerd. Wat doe je? Maak een static method om de data members te initialiseren Maak een constructor om de data members te initialiseren Maak een static property om de data members te initialiseren Maak een event om de data members te initialiseren

12 Oefenvragen - Toepassen
Maak een class persoon. Geef de class persoon een property van het type double, en geef deze de naam Gewicht. Maak het gewicht instelbaar via de constructor Maak in één regel code een object aan van de class Persoon, geef het object de naam Henk.

13 oefenOpdracht Bedenk een goede toetsvraag, een open vraag of een multiple-choice vraag. Ga hierbij uit van de volgende onderwerpen en vraagsoorten:    reproduceren begrijpen toepassen totaal Classes Constructor Property Value/Reference Method Encapsulation Inheritance Casting Polymorphism Interfaces

14 Bedachte vragen Wat is het verschil tussen een property en een method?
Een property bewaart gegevens, een method voert acties uit Geef een voorbeeld waarin je polymorphism gebruikt Beest dier = new Cat(); // Waarbij Cat overerft van Beest Geef een voorbeeld waarin je casting gebruikt Cat poekie = (Cat)dier; Wat is het verschil tussen een value en een reference type? Gebruik in je antwoord de woorden stack en heap. Value types worden bewaard op de stack, reference types worden bewaard op de heap.

15 voorbereidingstechnieken
Reserveer voldoende tijd Zorg dat het nodige materiaal goed gestructureerd aanwezig is (dus niet verspreid over 100 mappen op je laptop) Gebruik een schema, een mindmap of een diagram om in kaart te brengen wat je weet of nog moet leren (bijv. onderwerpen die je beheerst groen markeren). Er staat een voorbeeldschema voor deze toets in de google drive Gebruik oefenvragen en oefentoetsen indien aanwezig Leg je antwoorden uit aan anderen Studeer samen met anderen (maar dan wel echt gericht op de studie!)

16 Voorbeeld van een schema
   reproduceren begrijpen toepassen totaal Classes Constructor Property Value/Reference Method Encapsulation Inheritance Casting Polymorphism Interfaces


Download ppt "Software Development fundamentals"

Verwante presentaties


Ads door Google