De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Regel 4 – De uitrusting.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Regel 4 – De uitrusting."— Transcript van de presentatie:

1 Regel 4 – De uitrusting

2 Algemene principes Behalve de doelverdediger moeten alle spelers van een ploeg kledij van dezelfde kleur dragen De kleur van de beide ploegen moet duidelijk van elkaar verschillen. Bij gelijkenis moet de thuisclub veranderen Een speler mag niets dragen dat gevaarlijk is voor hem of een andere speler (dit geldt ook voor alle soorten sieraden) Een speler mag een muts dragen ofwel van een zwarte kleur ofwel in de kleur van de trui Kleine elektronische toestellen of communicatietoestellen zijn toegestaan in de technische zone indien deze gebruikt worden voor coaching/tactiek of voor het welzijn van de spelers Een speler die het speelveld verlaten heeft om zijn/haar uitrusting in orde te brengen en vervolgens het speelveld weer betreedt zonder toestemming van de scheidsrechter en meteen ingrijpt in het spel, zal een DVS of strafschop tegen krijgen (+ gele kaart)

3 Basisuitrusting

4 Een witte band voor de aanvoerder van de ploeg (of een andere felle kleur) die een duidelijke identificatie mogelijk maakt Kunstgras: aangepaste schoenen De doelverdediger moet een uitrusting dragen in een kleur die hem onderscheidt van de andere spelers en de scheidsrechter. Hij mag een trainingsbroek dragen Spelers mogen een spanbroek dragen In jeugdelftallen mag de onderkleding van een andere kleur zijn dan de hoofdkleur van de mouwen van het shirt of de (onderste band van de) broek Wel moet de kleur van de onderkleding voor alle spelers van eenzelfde ploeg hetzelfde zijn De uitrusting en de schoenen moeten altijd voor de wedstrijd nagezien worden

5

6

7

8


Download ppt "Regel 4 – De uitrusting."

Verwante presentaties


Ads door Google