Algemene Muziekleer Hoofdstuk 4 Toonhoogte

Presentatie over: "Algemene Muziekleer Hoofdstuk 4 Toonhoogte"— Transcript van de presentatie:

1 Algemene Muziekleer Hoofdstuk 4 Toonhoogte

2 Absolute notennamen Extra: Relatieve Notennamen
De absolute notennamen zijn: a  b  c  d  e  f  g Extra: Relatieve Notennamen Als iemand de stamtoonreeks c-d-e-f-g-a-b-c zou zingen of spelen, klinkt dat als het bekende deuntje “DO-RE-MI-FA-SOL-LA-TI-DO”. Relatief wil zeggen: Ik kan elke toon (elke toonhoogte) “DO” noemen. “DO” is niet een vaste noot, zoals bv. de C dat wel is.

3 De intervallen (zie hoofdstuk 6)

4 Voortekens: kruis, mol, herstellingsteken.

5 Glissando Een glijdend verloop van toonhoogte
De Rhapsody in Bluevan George Gershwin begint met een glissando van een klarinet ABBA's Dancing Queen begint eveneens met een glissando op de piano

6 Chromatiek Het gebruik maken van halve- toonafstanden door middel van verhogingen en verlagingen van de tonen uit een diatonische toonladder tekstschilderende chromatiek madrigaal van Gesualdo, dat begint op de tekst 'Ik ga dood, alas, van pijn...'

7 Transponeren Een compositie uitvoeren of noteren in een andere toonhoogte dan oorspronkelijk genoteerd staat 'The Grassy Turf' staat in A en is hieronder naar D getransponeerd:

8 Hoofdstuk 4: Toonhoogte
Luistervaardigheid en voorstellingsvermogen: Volgen van een melodie. Herkennen en interpreteren van: melodische spanning en ontspanning, Melodische verdichting en verdunning veranderingen en contrasten; Noteren van een aangeboden melodie in de G-sleutel met maximaal drie voortekens.

9 Hoofdstuk 4: Toonhoogte
begrippen die bij dit item van de stofomschrijving horen: Het notenschrift: Absolute notennamen. G-sleutel, F-sleutel Voortekens: kruis, mol, herstellingsteken. Chromatiek Glissando Intervallen tot en met het octaaf (groot, klein, rein en overmatige kwart/ verminderde kwint Transponeren. Verdichting/ verdunning