Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdSusanto Atmadja Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Melk-samenstelling zondag 7 april 2019
2
Introductie Samenstelling melk, waarom belangrijk? Hoe is de gemiddelde samenstelling van melk? Bestanddelen De praktijk Opdracht
3
Melk Voedingsstoffen voor een jong dier om op te groeien Belangrijkste: Vet, eiwit, lactose (melksuiker) Vitamines (bijv. vit. B) en mineralen (bijv. Ca)
4
Melksamenstelling (koe)
gewichtsprocent Water Vetten Eiwitten Lactose Andere stoffen zoals: mineralen, vitamines A,B,C,D,E,K
5
Melk van verschillende herkomststen
6
Biest= wonderdrank Waarom? Hoog percentage droge stof, vooral eiwit Immunoglobulinen (serumeiwitten, kalf kan deze de eerste 36 uur opnemen in de bloedbaan) Niet koken! Kunstbiest (lager vetgehalte, juiste mineralen en vitamine)
7
Kengetallen van biest
8
Melkvet Rauwe melk: > 4% Volle melk: 3,2%, Halfvol: 1,5% Magere melk 0,5% .. Vetdeeltjes zijn het grootst, Laagje eromheen zodat ze niet oplossen, vet drijft: emulsie. Door centrifugeren kan vet gescheiden worden.
9
Vrije vetzuren Oppervlakte laagje beschermt tegen het enzym lipase. Lipase (van nature aanwezig) kan vet splitsen. Onstaan vrije vetzuren (ransige geur en smaak) Zuurtegraad vet op melkafrekening (let op lucht in melkleiding)
10
Eiwit Hoge waarde, in geld Hoge waarde, nl. volledig benutbaar voor mens en dier. Eiwitten zijn grote moleculen die zijn opgebouwd uit een keten van aminozuren. Een aminozuur is een keten van C-atomen met een aminogroep (=NH2) en een zuurgroep (=COOH). Eiwitten komen vooral veel voor in dierlijke producten.
11
Melkeiwit In melkeiwit komen 2 belangrijke groepen voor: * Caseïnemicellen = 80% van het eiwit in melk (colloïdale toestand, veel waterafstotende aminozuren en daardoor slecht oplosbaar in melk, zweven als kleine deeltjes in de melk) * Serum eiwitten = 20%, ook wel wei-eiwit genoemd, bevinden zich in opgeloste toestand in melk. Bij kaasmaken worden colloïdale deeltjes gebonden. Serumeiwitten blijven achter in de wei.
12
.
13
Lactose Ook wel melksuiker genoemd of disacharide. Ca. 4.6% is lactose in melk Minder zoet als gewone suiker Bij afwezigheid van vet en eiwit proef je het beter Voor kalf een goede energiebron Onder invloed van enzym lactase wordt dit afgebroken in enkelvoudige suikers. Melksuiker is een voedingsstof voor de melkzuurbacteriën bij bijvoorbeeld yoghurtbereiding.
14
Vitamines Melk is een bron van vitamines: A,B,C,D,E,K ADEK zijn vetoplosbaar en zitten in het melkvet. A: goede weerstand D: goede calciumopname AD: daarom ook wel groeivitamines genoemd. B: energievoorziening, aanmaak bloedlichaampjes en functioneren zenuwstelsel B en C wateroplosbaar en blijven dus achter in de melk
15
Mineralen (zouten) Minder dan 1%. Je proeft het niet, bij uierontsteking is er vaak minder lactose en meer zouten, dit kun je soms proeven. In melk zitten de volgende mineralen: Calcium (Ca), Fosfor (P), Natrium (Na), Kalium (K), Magnesium (Mg) en een klein beetje ijzer (Fe).
16
Enzymen Zitten ook in de melk en bestaan vooral uit eiwitten. Ze versnellen het proces van melkvorming (daarom de naam biologische katalysatoren). De belangrijkste enzymen in de melk: Lipase: splitsen van vetten in vrije vetzuren in de melk en in de maag Lactase: Afbreken van lactose in de dunne darm Chymosine: Lebferment = eiwit stremmer in de maag van het kalf
17
Kleur, smaak en kleur Een melkkoe zet de geelkleurende caroteen (pro vit A) minder om in de kleurloze vit A als een melkgeit. Veel caroteen in vers gras, daarom dus geler in zomer van koe en niet van geit. Smaak kan wisselen (lactatiestadium, uierontsteking, biest, vrije vetzuren) Geur kan veranderen (warmte melk, voeding)
18
Overige eigenschappen van melk
Opromen: trosjes stijgen op en vormen laagje vet Vriespunt: iets lager dan water (samenstelling van o.a. mineralen en suikers) pH: 6,7 (neutraal) Yoghurt 4,4 In melk zitten verzadigde (minder gezond) en onverzadigde vetzuren (gezond, CLA’s = linoleenzuur =omega-3). Te beïnvloeden door voeding: sojaschroot, lijnzaad, klaver en vers gras) Mais werkt hierop negatief. Biologisch en stalperiode geeft ook verschillen
19
Variatie in melksamenstelling, onder andere bepaald door:
Seizoen Lactatiestadium Genetische verschillen Voer Gezondheid Klimaat Aantal keren melken Interval melken Leeftijd dier
20
Opdracht op het leerbedrijf
Aan de slag: Lees en leer hoofdstuk 1 uit je leerboek melkwinning. Maak de opdrachten van ‘De uier en Melksamenstelling”
21
Bpv-opdracht 1. Bpv-Opdracht: Ga in gesprek met je praktijkopleider over de melksamenstelling op je leerbedrijf. Gebruik hierbij de uitslag van de melkcontrole. (Mpr-uitslag) Probeer conclusies te trekken uit de melksamenstelling en de thema’s op de vorige bladzijde. Benoem er zoveel mogelijk.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.