Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdDaniel Grant Henry Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 1 Ritme
2
Notenwaarden (hele tot en met tweeëndertigste noot)
3
Rusten (hele tot en met zestiende rust)
4
Langer maken van de noot door een punt achter de noot
Een punt achter de noot of rust: de noot of rust wordt verlengd met de helft van de waarde Een noot met een punt erachter maakt dat deze noot de helft van zijn eigen waarde langer wordt. Puntering (een punt achter de noot zetten) kan ook voorkomen bij rusten. Gepunteerde rusten worden op dezelfde wijze verlengd als noten. Zo duurt een kwartnoot of kwartrust twee achtsten lang, maar met een punt wordt de lengte drie achtsten. Uitleg gepunteerde noot:
5
Samenvoegen van twee noten met dezelfde hoogte: de verbindingsboog
De waarde van de eerste noot wordt verlengd met de tweede Uitleg verbindingsboog:
6
Antimetrische figuren:
duool, triool, kwintool. Een onderverdeling in tweeën (duool), drieën (triool) of vijven (kwintool) waar een andere onderverdeling gangbaar is.
7
Hemiool Een tijdelijke tweedeligheid in een driedelig stuk of omgekeerd In plaats van hoor je bijvoorbeeld:
8
Kickbeat metronomisch dreunend vierkwartsritme waarin elke tel door basdrum ( ‘kick’) benadrukt wordt.
9
Break De onderbreking van het ensemblespel gedurende een aantal maten in een jazz of popcompositie waarbij alleen de solist doorspeelt Fill Ritmische verbinding tussen de melodische thema’s van een improvisatie, meestal gespeeld door een slagwerker. Het bereidt een nieuwe zin, nieuw deeltje of nieuwe harmonie voor
10
Polyritmiek Het gecombineerd voorkomen van metrische en anti-metrische figuren
11
Swing Een subtiele tijdverschuiving door de timing van het moment van spelen, waardoor een karakteristieke vering ontstaat. Swing heeft een Afro-Amerikaanse oorsprong. Uitleg swing met voorbeelden (18,13,19):
12
Syncope het verleggen van het accent
Zonder syncopes: De accenten vallen samen met de hoofdtellen (sterke maatdelen) Met syncopes: De accenten vallen op de zwakke maatdelen
13
Ritmisch ostinaat Ostinaat uit de Bolero van Maurice Ravel
Een steeds herhaald ritme Ostinaat uit de Bolero van Maurice Ravel
14
Complementair ritme Het ritme van de ene partij vult dat van de andere aan
15
Ritmische verdichting en verdunning
ritmische verdichting: grote notenwaarden aan het begin en steeds kleinere verderop Ritmische verdunning: kleine notenwaarden aan het begin en steeds grotere verderop
16
Ritmische vergroting en verkleining
We spreken van ritmische vergroting als alle notenwaarden in een melodie evenredig worden verlengd; meestal gaat het hierbij om een verdubbeling van de notenwaarden We spreken van verkleining als alle notenwaarden in een melodie evenredig worden verkleind; meestal gaat het hierbij om een halvering van de notenwaardes
17
Hoofdstuk 1: Ritme Luistervaardigheid en voorstellingsvermogen:
Onderscheiden van: - de afwisseling van geluid en stilte; beweeglijke en statische figuren; regelmatige en onregelmatige beweging. Herkennen en benoemen van: notenwaarden, rusten en ritmische figuren - Volgen van een ritme. - Noteren van ritmen. Interpreteren: ritmische spanningen en ontspanningen, veranderingen en contrasten. Ritmische verdichting en verdunning Ritmische vergroting en verkleining
18
Hoofdstuk 1: Ritme Begrippen die bij dit item van de stofomschrijving horen: Antimetrische figuren (duool, triool, kwintool) Break. Complementair ritme. Fill. Hemiool. Kickbeat Motorisch ritme Polyritmiek. Ritmisch ostinaat / ostinato Swing/ triolenfeel/ ‘rechte’ feel Syncope / ragged time (alleen in jazz) Teleenheid Toonduur. Notenwaarden (hele tot en met tweeëndertigste noot en hele tot en met zestiende rust) Verlenging van de noot met punt achter de noot. Verbindingsboog. Verdichting/ verdunning Vergroting/ verkleining Vrij ritme.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.