Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMarleen van den Berg Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Naturalis 6 Deel 2 Thema 3 EVOLUTIE
2
EVOLUTIE
3
Argumenten voor evolutie
fossielen evolutiereeksen fossiele overgangsvormen vergelijkende morfologie homologe organen analoge organen vergelijkende embryologie vergelijkende biochemie geografische verspreiding
4
Evolutiereeks van het paard
de voet is langer geworden aantal tenen is herleid tot 1 poten zijn langer geworden gebit is veranderd van loofeter naar grazer
5
Evolutiereeksen bij voldoende fossiele gegevens kun je ook overgangsvormen terugvinden er kan een reconstructie of evolutiereeks opgesteld worden je ziet de geleidelijke, graduele veranderingen er zijn evolutiereeksen gekend van: paarden, walvissen, beren, kamelen en olifanten
6
Overgangsvormen fossielen van een organisme met primitieve kenmerken
organisme bezit kenmerken van twee groepen de Archaeopteryx bezat kenmerken van een reptiel maar ook van een vogel overgangsvorm tussen niet-vliegende reptielen en vogels
7
Vergelijkende morfologie – homologe organen
8
Homologe organen sommige organen hebben eenzelfde basispatroon
functie kan verschillend zijn eenzelfde vijfvingerig basisplan bij arm van de mens voorpoot van een vleermuis voorpoot van een mol voorpoot van een dolfijn poot van een paard homologe organen wijzen op verwantschap
9
Analoge organen analoge organen: hebben dezelfde functie
gelijken op elkaar zijn van verschillende oorsprong, hebben verschillend basisplan
10
Vergelijkende embryologie
jonge embryo’s gelijken zeer sterk op elkaar gelijkenis wijst op verwantschap bij een menselijk embryo zie je organen die later weer verdwijnen organen die geen taak meer hebben zijn rudimentaire organen
11
Vergelijkende biochemie
bij elk organisme bestaan eiwitten uit een combinatie van 20 dezelfde aminozuren de eiwitsynthese verloopt altijd op dezelfde wijze bij elk organisme is ATP de energieleverancier bij verwante organismen zijn er opvallende gelijkenissen tussen eiwitstructuren De DNA-structuur van organismen vertoont grotere gelijkenissen naarmate deze organismen meer verwant zijn aan elkaar
12
Vergelijkende biochemie
het DNA van mens en chimpansee vertoont voor meer dan 94% overeenkomst zelfs tussen muis en mens is er 80% overeenkomst
13
Geografische spreiding
250 miljoen jaar geleden alle continenten één geheel: PANGEA overal kwamen buideldieren voor daarna uiteenvallen in continenten en continentendrift Australië komt los van de continenten overal ontwikkeling van placentale zoogdieren en verdwijning van buideldieren in Australië zijn er geen placentale zoogdieren ontstaan
14
Hypothese rond evolutie
er moet evolutie gebeurd zijn er is slechts één keer leven ontstaan uit de niet-levende natuur er ontstaat een biologisch geheel waarin alle organismen met elkaar verwant zijn in het biologisch geheel zijn er veranderingen gebeurd er is een toename van het aantal soorten in functie van de tijd minder dan 10% heeft de evolutie overleefd evolutie is onomkeerbaar
15
Evolutietheorie van Darwin
individuen van eenzelfde soort verschillen van elkaar = variaties deze variaties zijn toevallig de variaties die beter aangepast zijn zullen overleven en kunnen zich voortplanten in de natuur is er een ‘struggle for live’ hierdoor is er een natuurlijk selectie er is een ‘survival of the fittest’ alleen de best aangepaste zal overleven
16
Darwin bestudeerde de natuur van de Galapagoseilanden
18
Neodarwinisme Evolutie steunt op mutatie natuurlijke selectie
reproductieve isolatie
19
Reproductieve isolatie
= een groep wordt afgescheiden van de populatie hierdoor is voortplanting met hele groep onmogelijk na enkele generaties kunnen er al verschillen zijn tussen de afgescheiden populatie en de oorspronkelijke populatie
20
Vormen van isolatie geografische isolatie – scheiding door bergen of water ethologische isolatie – verschil in gedrag seizoensisolatie – verschil in voortplantingsseizoen ecologische isolatie – verschil in voeding en voorkeursplek anatomische isolatie – paring niet meer mogelijk door verschil in lichaamsbouw
21
Mutatie en selectie door mutaties ontstaan nieuwe variaties
deze nieuwe variatie kan een voordeel zijn deze variaties gaan zich sneller verspreiden natuurlijke selectie Mutaties vormen het ruwe materiaal voor evolutie
22
Overeenkomst mens – chimpansee
grote teen is niet opponeerbaar geen grijpvoet
23
Overeenkomst mens – chimpansee
bipedale houding bij mens armen en handen komen vrij om werktuigen te gebruiken steviger bekken andere ligging van onze geslachtsorganen
24
Overeenkomst mens – chimpansee
achterhoofdsgat meer in het midden van de schedelbasis
25
Overeenkomst mens – chimpansee
hoektand is minder sterk ontwikkeld
26
Vergelijking mens - chimpansee
steviger bekken bij mens → meer ondersteuning
27
Classificatie mens en mensapen
28
Ardipithecus ramidus leefde ongeveer van 6 tot 4,5 miljoen jaar geleden vindplaats: Ethiopië schedelinhoud: cm³
29
Australopithecus anamensis
30
Australopithecus anamensis
leefde 4,2 tot 2,5 miljoen jaar geleden vindplaats: Turkanameer Kenia + Ethiopië schedelinhoud: cm³
31
Australopithecus afarensis
32
Australopithecus afarensis
leefde 3,9 tot 3 miljoen jaar geleden vindplaats: Afar-driehoek Noord-Ethiopië Tanzania en Kenia schedelinhoud: 360 cm³ geen werktuigen geen taal geen kunst
33
Homo habilis
34
leefde 2,5 miljoen jaar tot 1,5 miljoen jaar geleden
Homo habilis leefde 2,5 miljoen jaar tot 1,5 miljoen jaar geleden vindplaats:Oost-Afrika herseninhoud: cm³ gebruikte stenen werktuigen (choppers + chopper tools) vuistbijlen primitieve taal ?? geen kunst
35
Homo erectus
36
Homo erectus leefde 1,9 miljoen jaar tot 400 000 jaar geleden
vindplaats:Oost-Afrika en Azië herseninhoud: cm³ gebruikte traanvormige vuistbijlen primitieve taal vuur geen kunst
37
Homo ergaster
38
Homo ergaster leefde 1,9 miljoen tot 400 000 jaar geleden
vindplaats: Afrika en ZO-Azië verliet het Afrikaanse continent ‘Out of Africa 1’ herseninhoud: cm³ gebruikte snijwerktuigen en vuistbijlen primitieve taal vuur
39
Homo neanderthalensis
40
Homo neanderthalensis
leefde tot jaar geleden vindplaats: Europa, Midden Oosten en Centraal-Azië schedelinhoud: 1650 cm³ werktuigen uit vuursteen primitieve taal kunst: geen doden ritueel begraven = dodencultus
41
Cro-Magnonmens
42
Cro-Magnonmens vanaf 150 000 jaar vindplaats: overal buiten Antarctica
schedelinhoud: cm³ werktuigen:verfijnde werktuigen en sieraden sterker ontwikkelde taal kunst: grottekeningen i.v.m. jacht vanaf jaar geleden kleine beeldjes in hout, been, ivoor enz. ..
43
Evolutie over 5 000 000 jaar in 6 etappes
rechtop lopen Australopithecus afarensis – jaar geleden werktuigen maken Homo habilis – jaar geleden taal gebruiken Homo habilis – jaar geleden vuur gebruiken Homo erectus jaar geleden dodencultus Homo neanderthalensis – jaar geleden kunst beoefenen Homo sapiens sapiens jaar geleden
45
Ardipithecus R. A. anamensis A. afarensis Homo habilis Homo erectus Homo ergaster Homo neanderthalensis Homo sapiens sapiens
46
EINDE
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.