Week 5 Hoofdstuk 7.3.

Presentatie over: "Week 5 Hoofdstuk 7.3."— Transcript van de presentatie:

1 Week 5 Hoofdstuk 7.3

2 Planning vandaag Huiswerk nakijken Amine en Koolhydraten
Huiswerk maken

3 Huiswerk nakijken 20. Een alkaanzuur is een alkaan waar een zuurgroep aan zit. Bijv ethaanzuur 2. hexaanzuur 3. methaanzuur 22a. b. c.

4 23. 1. Dit is een aminozuur dus geen alkaanzuur 2
Dit is een aminozuur dus geen alkaanzuur 2. Dit is een alkaanzuur omdat er alleen maar een alkaan te zien is met een zuur 3. Dit is een alkeenzuur dus geen alkaanzuur 24. Een alkanol is een alkaan met een alcohol groep (-OH) eraan 25 propan-1-ol propan-2-ol

5 Amine Koolstofverbinding met NH2 groep behoren tot de amines
Een stikstof met twee waterstof gebonden aan je koolstofketen

6 Naamgeving aminen Nummer de langste keten vanaf de karakteristieke groep Geef aan met een nummer op welk C-atoom de karakteristieke groep zit Geef de naam aan de langste keten nu met de uitgang -amine Komt naast de NH2-groep een COOH-groep voor dan eindigt de naam met –zuur. De NH2-groep krijgt de naam amino

7 Volgorde Eerst zuur Dan alcohol Dan amine Dan alkenen Dan halogenen
Dan alkanen

8 Koolhydraten De naam zegt het al Anders gezegd: Sachariden of suikers
Kool(stof) en hydraten (ander woord voor waterstof) Anders gezegd: Sachariden of suikers Onderverdeling Monosachariden Disachariden Polysachariden

9 Monosachariden Koolhydraten die uit kleine moleculen bestaan
De meest bekende is Glucose Andere bekende zijn (isomeren van glucose) Fructose Galactose In de natuur gemaakt door fotosynthese

10 Disachariden Bestaat uit moleculen waarin twee monosacharidemoleculen aan elkaar zijn gekoppeld. Glucose en fructose Sacharose

11 Disachariden Maltose (moutsuiker) Lactose (melksuiker)
Twee moleculen glucose Lactose (melksuiker) Glucose en Galactose

12 Polysachariden Natuurlijk polymeer dat uit lange moleculen bestaat
Veel monosacharide moleculen Zetmeel Veel aaneengeschakelde glucosemoleculen Met voedsel in ons lichaam eerst omgezet tot monosachariden door middel van enzymen (speeksel)

13 Huiswerk Opdracht 26 t/m 28