diagnostische toets leesvaardigheid

Presentatie over: "diagnostische toets leesvaardigheid"— Transcript van de presentatie:

1 diagnostische toets leesvaardigheid

2 noem de 3 belangrijkste leesstrategieën
1 noem de 3 belangrijkste leesstrategieën

3 2 noem de 5 schrijfdoelen

4 3 noem 3 tekstsoorten

5 geef het schrijfdoel van de genoemde tekstsoorten
4 geef het schrijfdoel van de genoemde tekstsoorten

6 5 Je kunt een onderwerp historisch benaderen. Welke 5 andere benaderingswijzen zijn er?

7 6 Een tekst kan een vraag/antwoordstructuur hebben. Noem de andere 6 structuren.

8 7 welk(e) verband(en)? daarnaast doordat daarom hoewel daarna toch

9 noem de andere verbanden en geef een signaalwoord bij ieder verband
8 noem de andere verbanden en geef een signaalwoord bij ieder verband

10 ANTWOORDEN 1 pt per goed onderdeel

11 noem de 3 belangrijkste leesstrategieën
1 noem de 3 belangrijkste leesstrategieën oriënterend globaal intensief

12 2 noem de 5 schrijfdoelen informeren overtuigen activeren opiniëren amuseren

13 noem 3 tekstsoorten uiteenzetting beschouwing betoog

14 4 geef het schrijfdoel van de genoemde tekstsoorten uiteenzetting = informeren betoog = overtuigen of activeren beschouwing = opiniëren

15 5 Je kunt een onderwerp historisch benaderen. Welke 5 andere benaderingswijzen zijn er? actueel technisch maatschappelijk kritisch persoonlijk

16 6 Een tekst kan een vraag/antwoordstructuur hebben. Noem de andere 6 structuren. aspectenstructuur verleden/heden/toekomststructuur verklaringstructuur probleem/oplossingstructuur voor- en nadelenstructuur argumentatiestructuur

17 7 welk(e) verband(en)? daarnaast = opsommend doordat = oorzakelijk
daarom = redengevend en concluderend hoewel = toegevend daarna = chronologisch toch = tegenstellend

18 8 noem de andere verbanden en geef een signaalwoord bij ieder verband toelichtend = zo, bijvoorbeeld voorwaardelijk = als, indien vergelijkend = zoals doel-middel = opdat, zodat samenvattend = kortom

19 scores 0 – 20 De vakantie is echt voorbij, hoor. Ontwaak! Herhaal!
20 – 30 Je bent op de goede weg. Lees de stof van vorig jaar nog eens door om de puntjes op de i te zetten. 30 – 37 Welkom in vwo-5!