Goederenstroom en voorraadbeheer

Presentatie over: "Goederenstroom en voorraadbeheer"— Transcript van de presentatie:

1 Goederenstroom en voorraadbeheer
Hoofdstuk 3 Voorraad

2 Hoofdstuk 0 Goed voorraadbeheer in de retail Hoofdstuk 1 Goederenontvangst Hoofdstuk 2 Goederenopslag Hoofdstuk 3 Voorraad Hoofdstuk 4 Voorraadbeheer Hoofdstuk 5 Online verkopen Hoofdstuk 6 Derving Hoofdstuk 7 Informatiesystemen

3 3.1 Soorten voorraad en voorraadniveaus 3.2 Voorraad inventariseren
Hoofdstuk 3 Voorraad 3.1 Soorten voorraad en voorraadniveaus 3.2 Voorraad inventariseren 3.3 Manieren om te inventariseren 3.4 Voorraadkosten 3.5 Gemiddelde voorraad 3.6 Inkoopwaarde van de omzet

4 Soorten voorraad Voorraadbegrippen pijplijnvoorraad Actievoorraad
Hoofdstuk 3 Voorraad Soorten voorraad pijplijnvoorraad Actievoorraad Seizoenvoorraad Extra voorraad Bulkvoorraad Voorraadbegrippen minimum- en maximumvoorraad technische voorraad economische voorraad administratieve voorraad veiligheidsvoorraad

5 Houd de voorraad in de gaten
Hoofdstuk 3 Voorraad Houd de voorraad in de gaten

6 Wat is er werkelijk aanwezig?
Hoofdstuk 3 Voorraad Wat is er werkelijk aanwezig? Waarover loop je risico?

7 Berekening van de technische en economische voorraad
Hoofdstuk 3 Voorraad Berekening van de technische en economische voorraad Technische voorraad: werkelijk aanwezige voorraad Economische voorraad: de voorraad waarover je prijsrisico loopt

8 Inventariseren is het vaststellen van de voorraadhoeveelheden.
Hoofdstuk 3 Voorraad Inventariseren is het vaststellen van de voorraadhoeveelheden. Minimaal een keer per jaar voor de balanswaarde. Het is zinvol om de voorraad tussentijds te tellen, omdat je dan ontdekt of: de werkelijke voorraad overeenkomt met de administratieve voorraad er derving is de procedures (bijvoorbeeld voor de retourartikelen) goed worden uitgevoerd er (bijna) lege schappen zijn, waarvoor je op tijd artikelen moet bijbestellen

9 Hoofdstuk 3 Voorraad Inventariseren

10 Manieren om te inventariseren
Hoofdstuk 3 Voorraad Manieren om te inventariseren Integraal Steekproefsgewijs Cyclisch Continu

11 Hoofdstuk 3 Voorraad Voorraadkosten Rente Ruimte Risico

12 Hoofdstuk 3 Voorraad Ruimtekosten Huisvesting die nodig is voor de voorraad (niet de winkelruimte) Huurkosten of afschrijvingskosten Energiekosten magazijn Onderhoudskosten

13 Risicokosten Soorten risico’s:
Hoofdstuk 3 Voorraad Risicokosten Soorten risico’s: kwalitatief risico: het risico dat de kwaliteit van de goederen afneemt (bijvoorbeeld door beschadiging of bederf) kwantitatief risico: het risico dat de hoeveelheid goederen minder wordt (bijvoorbeeld door diefstal) waarderisico: het risico dat de waarde van de goederen afneemt (bijvoorbeeld omdat ze uit de mode raken)

14 Hoofdstuk 3 Voorraad Voorraadkosten

15 Hoofdstuk 3 Voorraad Gemiddelde voorraad

16 Hoofdstuk 3 Voorraad

17 Hoofdstuk 3 Voorraad

18 Inkoopwaarde van de omzet
Hoofdstuk 3 Voorraad Inkoopwaarde van de omzet Je kunt de inkoopwaarde van de omzet op twee manieren uitrekenen. Vanuit de verkochte voorraad door uit te gaan van de inkopen en de verandering van de voorraad. Vanuit de omzet door van de verkopen de brutowinstmarge af te halen om de inkoopwaarde te berekenen.

19 Hoofdstuk 3 Voorraad Let op creditnota’s

20 Hoofdstuk 3 Voorraad Vanuit de omzet

21 Hoofdstuk 3 Voorraad