Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Ieder is anders. Woordenschat 1.
2
Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia
Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen
3
Keuzemogelijkheid Wil je nog graag even de informatie doornemen ?
Klik op onderstaande knop Maak je graag onmiddellijk de oefeningen ? Klik op onderstaande knop
4
Lees eerst hoe Zip is. Schrijf dan het tegenovergestelde.
Zip is braaf. Zip is stout. Zip is dom. Zip is slim. Zijn haar is kort. Zijn haar is lang. Zip heeft het koud. Zip heeft het warm. Zip praat. Zip zwijgt.
5
Maak nieuwe woorden. melk + tand = melktand brood + doos = brooddoos
vlees = tandvlees tand + pijn = tandpijn vlees + brood = vleesbrood auto + bus = autobus auto + stuur = autostuur brood + korst = broodkorst brood + mand = broodmand auto + band = autoband
6
Lees eerst hoe Zip is. Schrijf dan het tegenovergestelde.
Zip is braaf. Zip is stout. Zip is dom. Zip is slim. Zijn haar is kort. Zijn haar is lang. Zip heeft het koud. Zip heeft het warm. Zip praat. Zip zwijgt.
7
Maak nieuwe woorden. melk + tand = melktand brood + doos = brooddoos
vlees = tandvlees tand + pijn = tandpijn vlees + brood = vleesbrood auto + bus = autobus auto + stuur = autostuur brood + korst = broodkorst brood + mand = broodmand auto + band = autoband
8
Lees eerst hoe Zip is. Schrijf dan het tegenovergestelde.
Zip is braaf. Zip is __________. lang stout warm zwijgt slim
9
Lees eerst hoe Zip is. Schrijf dan het tegenovergestelde.
Zip is dom. Zip is __________. lang stout warm zwijgt slim
10
Lees eerst hoe Zip is. Schrijf dan het tegenovergestelde.
Zijn haar is kort. Zijn haar is __________. lang stout warm zwijgt slim
11
Lees eerst hoe Zip is. Schrijf dan het tegenovergestelde.
Zip heeft het koud. Zip heeft het __________. lang stout warm zwijgt slim
12
Lees eerst hoe Zip is. Schrijf dan het tegenovergestelde.
Zip praat. Zip __________. lang stout warm zwijgt slim
13
Maak nieuwe woorden. melk + tand = __________ melktand tandmelk
14
Maak nieuwe woorden. brood + doos = __________ doosbrood brooddoos
15
Maak nieuwe woorden. tand + vlees = ___________ vleestand tandvlees
16
Maak nieuwe woorden. tand + pijn = __________ tandpijn pijntand
17
Maak nieuwe woorden. vlees + brood = __________ vleesbrood broodvlees
18
Maak nieuwe woorden. auto + bus = ___________ busauto autobus
19
Maak nieuwe woorden. auto + stuur = ___________ autostuur stuurauto
20
Maak nieuwe woorden. brood + korst = ____________ korstbrood
21
Maak nieuwe woorden. brood + mand = ____________ broodmand mandbrood
22
Maak nieuwe woorden. auto + band = ___________ bandauto autoband
23
Schitterend !!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.