Ouderavond Verrijkend onderwijs 4 juni 2018

Presentatie over: "Ouderavond Verrijkend onderwijs 4 juni 2018"— Transcript van de presentatie:

1 Ouderavond Verrijkend onderwijs 4 juni 2018
Kikidio en mediërend Leren Ouderavond Verrijkend onderwijs 4 juni 2018

2 Agenda Inleiding Verrijkingsonderwijs: Doelgroep en aanmelding
Kunstzinnig Verrijkingsonderwijs Leren Leren Afsluiting

3 Verrijkingsonderwijs
Doelgroep en Aanmelding

4 Kunstzinnig Verrijkingsonderwijs
Wat is kunstzinnig verrijkingsonderwijs? Voor wie is het bedoeld? Waarom bieden wij dit aan? Wat doen de kinderen? Hoe is de begeleiding?

5 Kunstzinnig verrijkingsonderwijs
Inhoud Schilderen, tekenen en boetseren Eén keer per week, zeven weken lang

6 Kunstzinnig Verrijkingsonderwijs
Doelgroep: Geen intellectuele voorwaarden Iedereen kan aan de beurt komen Twee opties om in aanmerking te komen: Kind met kunstzinnig talent Kind met een 'zorgvraag'

7 Kunstzinnig verrijkingsonderwijs
Algemene doelstellingen: Genieten! Je gezien voelen Moment om tot jezelf te komen en je écht te verbinden met jouw kunstzinnig werk Vanuit veiligheid uitgedaagd worden om een stap te zetten die moeilijk is

8 Kunstzinnig Verrijkingsonderwijs
Doelen voor kinderen met kunstzinnig talent: Verrijken, uitdagen en voeden Genieten van je talent, mogen uitblinken

9 Kunstzinnig Verrijkingsonderwijs
Doelen kinderen zorgvraag: Technische verrijking en accent op verrijken van de drie zielengebieden (Denken, voelen, willen) Ondersteunen bij de ontwikkeling van kwaliteiten op één of meerdere van deze zielengebieden.

10 Kunstzinnig Verrijkingsonderwijs
Wat en Hoe? Schilderen > Gevoelsgebied via kleur Tekenen > Denken / waarnemen via lijn Boetseren > Willen: tot vorm / daadkracht komen via klei

11 Kunstzinnig verrijkingsonderwijs
Schilderen Gevoelsgebied via kleur Zielenkwaliteiten van het gevoelsgebied: verbinding maken, voelen en vertrouwen Kinderen met talent leren over kleur, mengen, vorm en sfeer Nat in nat techniek

12 Kunstzinnig Verrijkingsonderwijs
Tekenen Denken / waarnemen via lijn Zielen kwaliteiten van het denkgebied: vorm, objectiviteit, waarnemen en grenzen oefenen Met tekenen kun je veel talenten oefenen, ligt aan de techniek die je kiest Kinderen met talent leren over kleurgebruik, licht donker en diepte

13 Kunstzinnig Verrijkingsonderwijs
Tekenen Vier verschillende technieken Dynamisch tekenen Pastel krijt Vormtekenen Arceren

14 Kunstzinnig Verrijkingsonderwijs
Boetseren Willen: tot vorm / daadkracht komen Zielenkwaliteiten van het willen zijn: tot eigen activiteit komen, vormgeven en iets afwerken Boetseren werkt ook begrenzend via de tastzin

15 Leren Leren Doelgroep Kinderen die een goed logisch denkvermogen hebben Leerlingen die onder presteren ofdreigen onder te presteren Kinderen die het nodig hebben voor hun welbevinden Ook voor kinderen die een wisselend beeld laten zien

16 Signaleren Het signaleren van hoogbegaafde kinderen kan erg ingewikkeld zijn Het signaleren van begaafde / hoogintelligente kinderen is over het algemeen een stuk eenvoudiger. Ingaan op verschil hoogbegaafd en begaafd. Begaafd = intelligent, lekker, handig, leerlingen kunnen veel, doen goed mee, maar ondervinden geen hinder van hun begaafdheid. Bij HB: veel meer mogelijke problemen: Onderpresteren Acceptatieproblemen eenzaamheid. Grootste verschil is: manier van denken. Hoogbegaafde kinderen denken echt anders! Daarom is hun manier van leren anders! En moeten zij anders worden aangesproken: docent meer als coach gelijkwaardigheid van belang Topdown werken onderzoekend bezig zijn (PGO)

17 Signalen van hoge intelligentie
Leergierig Leert gemakkelijk Heeft snel regels en principes, overeenkomsten en verschillen door Begrijpt snel (met weinig uitleg) en goed Kan scherp oordelen en weet veel uit boeken en films te halen Past kennis in nieuwe situaties toe Hekel aan routinematig werk en aan herhaling Weinig herhaling nodig, leert van eigen fouten Ruime woordenschat Goed geheugen Vb Leerling die met wiskunde het antwoord snel weet, maar niet weet welke stapjes hij heeft gedaan en heel gefrustreerd wordt als docent de tussenstapjes wil weten.

18 Kenmerken van hoogbegaafde kinderen
Ongewone alertheid Snel leren, snel verbanden leggen Zeer goed geheugen Ongebruikelijke grote woordenschat Vergevorderd begrip van taalnuances, metaforen etc. Zelfstandig leren lezen en schrijven Emotionele diepgang, intense gevoelens en reacties Idealisme en rechtvaardigheidsgevoel Ongeduldig tov eigen onvermogen en dat van anderen Intense concentratie Vb Leerling die met wiskunde het antwoord snel weet, maar niet weet welke stapjes hij heeft gedaan en heel gefrustreerd wordt als docent de tussenstapjes wil weten.

19 Kenmerken van hoogbegaafde kinderen
Minder oefening nodig voor basisvaardigheden Hoog ontwikkelde nieuwsgierigheid Interesse in experimenteren Spelen met denkbeeldige vriendjes Houden er van om zaken en mensen te organiseren dmv complexe spelletjes of schema’s Vb Leerling die met wiskunde het antwoord snel weet, maar niet weet welke stapjes hij heeft gedaan en heel gefrustreerd wordt als docent de tussenstapjes wil weten.

20 Hoogbegaafd Echt een andere manier van ‘zijn’ Andere leerbehoeften, andere manier van leren Eenzaamheid, behoefte aan meer gelijkgestemde kinderen

21 Hoogbegaafd Risico’s Onderpresteren (is neerwaartse spiraal)
Depressieve gevoelens Motivatie verlies Leerling leert niet Leerling leert niet te leren!

22 Doelen Leren Leren Bieden van uitdaging Voorkomen onderpresteren
Leren doorzetten Creatief denken stimuleren Vergroten intrinsiek motivatie Vergroten Growth Mindset Bieden van omgeving met meer gelijkgestemde kinderen Vergroten welbevinden

23 Opzet Leren Leren Duur: nu 1 of 1,5 uur Inhoud:
Denkspellen individueel Plusles Aantal leerlingen: maximaal 10

24 Opzet Leren Leren Belangrijk: Creëren, verdiepen, verrijken, andere manier van benaderen, humor, hogere orde denkvragen, metacognitieve vaardigheden, Growth mindset, etc.

25 Leren Leren Wat? Lessen bedoeld om leerlingen uit te dagen met behulp van hun talent: logisch nadenken Door: Opdrachten met een twist Bijv. knikkerbaan, codes kraken, bootjes maken.

26 Kikidio en mediërend Leren
Cognitieve functies De functies die noodzakelijk zijn om in de maatschappij te functioneren Kunnen worden gemeten m.b.v. IQ testen Kunnen verder ontwikkeld worden, staan niet vast op één vast niveau De cognitieve functies maken andere processen mogelijk

27 Kikidio en mediërend Leren
Cognitieve Functies (denkmiddelen) Analyseren Veronderstellingen maken Logisch denken Breed denken Onveranderbaarheid inzien Verinnerlijken Niet egocentrisch communiceren Tijdsoriëntatie Systematisch zoeken Classificeren Plannen Vergelijken Relaties leggen Elimineren Selecteren Ruimtelijke relaties leggen Gegevens verzamelen Etiketteren Niet blokkeren Nauwkeurig zijn Niet impulsief zijn Waarnemen Bouwstenen van het denken ontwikkeld door Emiel van Doorn t.b.v. efficiënt gebruik van de cognitieve functies ©EvD

28 Kikidio en mediërend Leren
Vygotsky’s Zone van de naaste ontwikkeling Z.N.O. ©StiBCO/EvD

29 Zone van naaste ontwikkeling (ZNO)
Kikidio en mediërend Leren Zone van naaste ontwikkeling (ZNO) zone van zone van de actuele toekomstige ontwikkeling ontwikkeling zone van de naaste ontwikkeling (Vygotsky)

30 Bloom’s Taxonomy Hogere orde denkvragen Lagere orde denkvragen
Creëren Evalueren Analyseren Toepassen Begrijpen Onthouden Hogere orde denkvragen Bloom’s Taxonomy verdeelt het cognitieve domein van leren in een aantal leerdoelen dat oploopt van eenvoudig tot complex. Ieder volgend level bouwt hierbij voort op het vorige. Je ziet hierbij een onderverdeling in lagere orde denkvragen (lower order thinking – LOTS) en hogere orde denkvragen (higher order thinking – HOTS). In je lessen gebruik je zowel lagere als hogere orde denkvragen. Voor (hoog)begaafde kinderen gebruik je HOTS. Ze hoeven dus niet méér werk te doen, maar je past het werk aan aan hun niveau. De verschillende onderdelen die in het schema terugkomen, worden hierna kort (!) besproken. Alle informatie is terug te vinden in het overzichtstabel dat je aan het eind van de workshop mee kunt nemen. Lagere orde denkvragen

31 Om over na te denken Het feit dat een kind in een Plusklas zit of als hoogbegaafd wordt gezien, kan er voor zorgen dat hij geen risico meer durft te nemen! Let wel: dit hoeft niet! Altijd aandacht houden voor: Fouten maken mag, moet zelfs!

32 Vragen??