DEEL 1 LES 4 De basis Les 4 Snijden versie 26-10-2016.

Presentatie over: "DEEL 1 LES 4 De basis Les 4 Snijden versie 26-10-2016."— Transcript van de presentatie:

1 DEEL 1 LES 4 De basis Les 4 Snijden versie

2 VORIGE LES Inleiding uitkomen Analyse uitkomstkaart
DEEL 1 LES 4 Inleiding uitkomen Analyse uitkomstkaart Derde man doet wat hij kan A H V B 10 6 1. Hoogste van (gebroken) serie 2. Kleintje belooft plaatje 3. Top of nothing de 10 en de 6 zijn verwarrend

3 DEZE LES Terugblik op toets les 3 Inleiding snijden Oefeningen snijden
Begin met Bridge – deel 1 Hoofdstuk 4 DEEL 1 LES 4 Terugblik op toets les 3 Inleiding snijden Oefeningen snijden Oefenspellen

4 DEEL 1 LES 4 TOETS LES 3 TAFELBLAD BmB1-3.91 UITWERKING

5 TOETS LES 3 – VRAAG 1 T/M 3 1 ♠ H 8 7 4 ♥ A 3 ♦ 8 7 5 2 ♣ B 9 6 4
DEEL 1 LES 4 1 ♠ H 8 7 4 ♥ A 3 ♦ ♣ B 9 6 4 enige kracht  ♠4 2 ♠ 9 7 4 ♥ V B 10 5 ♦ A 4 ♣ serie  ♥V ♥ V 3 ♠ B 6 4 2 ♥ ♦ ♣ B 9 2 geen goede keuze, dan maar  ♠2 tafelblad BmB1-3.91

6 TOETS LES 3 – VRAAG 4 T/M 6 4 ♠ V 4 3 ♥ 7 6 5 ♦ 9 8 2 ♣ A H B 4
DEEL 1 LES 4 4 ♠ V 4 3 ♥ 7 6 5 ♦ 9 8 2 ♣ A H B 4 gebroken serie  ♣A ♣ A 5 ♠ 4 3 2 ♥ ♦ B 8 7 ♣ 10 6 geen serie geen kleintje/plaatje dan maar  ♥9 ♥ 9 6 ♠ 9 8 6 ♥ A 4 3 ♦ H B 9 5 ♣ V 7 4 enige kracht  ♦5 5 tafelblad BmB1-3.91

7 TOETS LES 3 – VRAAG 7 + 8 DEEL 1 LES 4 7 ♦ 9 7 4 ♦ 3 ♦ H 10 5 welke kaart speelt oost? ‘derde man doet wat hij kan’  ♦H 8 ♣ V 6 4 na ♣V ♣ 2 ♣ H B 7 welke kaart speelt oost? ‘derde man doet wat hij kan’  ♣H ♣ V 6 4 na ♣4 ♣ 2 ♣ H B 7 welke kaart speelt oost? ‘derde man doet wat hij kan’  ♣B want ♣H is nu onnodig hoog !! tafelblad BmB1-3.91

8 Snijden DEEL 1 LES 4 Hoofdstuk  x

9 VOORBEELDEN VAN SNIJDEN
MEESCHRIJFBLAD BmB1-4.41 DEEL 1 LES 4 UITWERKING

10 INLEIDING SNIJDEN 1 hoeveel slagen voor NZ ? Let op: O of W heeft ♦A!
DEEL 1 LES 4 hoeveel slagen voor NZ ? Let op: O of W heeft ♦A! ♦ H 3 ♦ ? ? ♦ 4 2 begin je in noord  altijd 0 slagen begin je in zuid  dan is bepalend wie ♦A heeft ! dus: in zuid beginnen met ♦2 ♦ H 3 ♦ ? ? ♦ 4 2 tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 1

11 INLEIDING SNIJDEN 1 ♦ H 3 ♦ 9 8 w o ♦ A 10 ♦ 4 2 oost heeft ♦A
DEEL 1 LES 4 ♦ H 3 ♦ 9 8 w o ♦ A 10 ♦ 4 2 oost heeft ♦A geen slag voor NZ ♦ H 3 ♦ A 10 w o ♦ 9 8 ♦ 4 2 west heeft ♦A wel een slag voor NZ conclusie als west ♦A heeft  één slag voor NZ = ♦H als oost ♦A heeft  géén slag voor NZ  50 % kans op één slag met ♦H ♦H noemen we een kanskaart tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 1

12 ONTHOUDEN DE KANSKAART
DEEL 1 LES 4 DE KANSKAART Hoewel de tegenpartij een hogere kaart heeft, kun je bij een gunstig zitsel met een kanskaart toch een slag maken. Je probeert dat door naar de kanskaart toe te spelen, dus vanaf de andere kant voor te spelen. Dit noemt men snijden. VOOR EXTRA SLAGEN MOET JE NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN

13 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN
INLEIDING SNIJDEN DEEL 1 LES 4 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? 1 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN ♦ H 3 ♦ ? ? ? w o ♦ 4 2 a. noem de kanskaart(en)  ♦H b. welke kaart moet je voorspelen?  ♦2 c. waar hoop je op?  ♦A in west d. hoeveel slagen maak je dan?  1 tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 1

14 DEEL 1 LES 4 VOORBEELDEN SNIJDEN TAFELBLAD BmB1-4.41 VOORBEELD 2

15 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN
INLEIDING SNIJDEN DEEL 1 LES 4 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? 2 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN ♥ H V 3 ♥ ? ? ? w o ♥ 5 4 2 a. noem de kanskaart(en)  ♥H en ♥V b. welke kaart moet je voorspelen?  ♥2 (later ♥4?) c. waar hoop je op?  ♥A in west d. hoeveel slagen maak je dan?  2 tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 2

16 DEEL 1 LES 4 VOORBEELDEN SNIJDEN TAFELBLAD BmB1-4.41 VOORBEELD 3

17 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN
INLEIDING SNIJDEN DEEL 1 LES 4 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? 3 ♣ A 5 3 ♣ ? ? ? ♣ V 4 2 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 3

18 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN
INLEIDING SNIJDEN DEEL 1 LES 4 3 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? ♣A is vaste slag ♣V is kanskaart NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN ♣ A 5 3 ♣ H 7 6 ♣ ♣ V 4 2 SITUATIE 1 geen extra slagen voor NZ ♣ A 5 3 ♣ ♣ H 7 6 ♣ V 4 2 SITUATIE 2 ♣V is extra slag voor NZ tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 3

19 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN
INLEIDING SNIJDEN DEEL 1 LES 4 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? 3 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN ♣ A 5 3 ♣ ? ? ? w o ♣ V 4 2 a. noem de kanskaart(en)  ♣V b. welke kaart moet je voorspelen?  ♣3 c. waar hoop je op?  ♣H in oost d. hoeveel slagen maak je dan?  2 tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 3

20 DEEL 1 LES 4 VOORBEELDEN SNIJDEN TAFELBLAD BmB1-4.41 VOORBEELD 4

21 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN
INLEIDING SNIJDEN DEEL 1 LES 4 4 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN ♦ A V ♦ ? ? ? w o ♦ 4 2 tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 4

22 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN
INLEIDING SNIJDEN DEEL 1 LES 4 4 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? ♦A is vaste slag ♦V is kanskaart NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN ♦ A V ♦ 5 3 ♦ H 6 ♦ 4 2 SITUATIE 1 één slag voor NZ ♦ A V ♦ H 6 ♦ 5 3 ♦ 4 2 SITUATIE 2 twee slagen voor NZ conclusie: 50% kans op twee slagen tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 4

23 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN
INLEIDING SNIJDEN DEEL 1 LES 4 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? 4 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN ♦ A V ♦ ? ? ? w o ♦ 4 2 a. noem de kanskaart(en)  ♦V b. welke kaart moet je voorspelen?  ♦2 c. waar hoop je op?  ♦H in west d. hoeveel slagen maak je dan?  2 tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 4

24 ONTHOUDEN DEEL 1 LES 4 DE VORK Heb je twee honneurs terwijl er precies één tussenliggende honneur ontbreekt, dan noemen we dat een vork. De voorbeelden zijn: AV, HB en V10. De laagste kaart is een kanskaart. VOOR EXTRA SLAGEN SPEEL JE NAAR LAAGSTE KAART VAN VORK

25 DEEL 1 LES 4 VOORBEELDEN SNIJDEN TAFELBLAD BmB1-4.41 VOORBEELD 5

26 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN
SNIJDEN MET VORK DEEL 1 LES 4 5 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? ♠ H B 4 ♠ ? ? ? ♠ A 3 2 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 5

27 SNIJDEN MET VORK hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? 5
DEEL 1 LES 4 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? 5 ♠A en ♠H zijn vaste slagen ♠B is kanskaart SITUATIE 1 ♠ H B 4 ♠ 7 6 5 ♠ V 9 8 ♠ A 3 2 ♠V verloren aan OW ♠A en ♠H slagen voor NZ TWEE slagen voor NZ ♠ H B 4 ♠ V 9 8 ♠ 7 6 5 ♠ A 3 2 SITUATIE 2 ♠B slag voor NZ ♠A en ♠H slagen voor NZ DRIE slagen voor NZ tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 5

28 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN
SNIJDEN MET EEN VORK DEEL 1 LES 4 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? 5 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN ♠ H B 3 ♠ ? ? ? w o ♠ A 4 2 a. noem de kanskaart(en)  ♠B (HB-vork!) b. welke kaart moet je voorspelen?  ♠2 c. waar hoop je op?  ♠V in west d. hoeveel slagen maak je dan?  3 tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 5

29 ONTHOUDEN VOOR EXTRA SLAGEN MOET JE NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN:
DEEL 1 LES 4 VOOR EXTRA SLAGEN MOET JE NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN: NAAR HONNEUR(S) NAAR LAAGSTE VAN VORK

30 ZELFONTDEKKING KANSKAART
DEEL 1 LES 4 ZELFONTDEKKING KANSKAART TAFELBLAD BmB1-4.51 In deze opdracht moet je aangeven met welke kaart OW een kans hebben op een extra slag. Geef daarbij ook aan welke kaart van NZ waar moet zitten om met de kanskaart een slag te kunnen maken.

31 ZELFONTDEKKING KANSKAART
DEEL 1 LES 4 ZELFONTDEKKING KANSKAART TAFELBLAD BmB1-4.51 UITWERKING

32 ZELFONTDEKKINGSOPDRACHT
DEEL 1 LES 4 1) welke kaart is een kanskaart? 2) welke kaart moet bij noord of zuid zitten, zodat de kanskaart een slag wordt? ♠ 6 5 2 ♠ H 4 3 tafelblad BmB1-4.51

33 ZELFONTDEKKINGSOPDRACHT
DEEL 1 LES 4 1) welke kaart is een kanskaart? 2) welke kaart moet bij noord of zuid zitten, zodat de kanskaart een slag wordt? ♠ A … ♠ 6 5 2 ♠ H 4 3 1) kanskaart = ♠H 2) noord = ♠A tafelblad BmB1-4.51

34 ZELFONTDEKKINGSOPDRACHT
DEEL 1 LES 4 1) welke kaart is een kanskaart? 2) welke kaart moet bij noord of zuid zitten, zodat de kanskaart een slag wordt? ♦ A 5 2 ♦ V 4 3 tafelblad BmB1-4.51

35 ZELFONTDEKKINGSOPDRACHT
DEEL 1 LES 4 1) welke kaart is een kanskaart? 2) welke kaart moet bij noord of zuid zitten, zodat de kanskaart een slag wordt? ♦ H … ♦ A 5 2 ♦ V 4 3 1) kanskaart = ♦V 2) noord = ♦H tafelblad BmB1-4.51

36 ZELFONTDEKKINGSOPDRACHT
DEEL 1 LES 4 1) welke kaart is een kanskaart? 2) welke kaart moet bij noord of zuid zitten, zodat de kanskaart een slag wordt? ♣ A B 2 ♣ H 4 3 tafelblad BmB1-4.51

37 ZELFONTDEKKINGSOPDRACHT
DEEL 1 LES 4 1) welke kaart is een kanskaart? 2) welke kaart moet bij noord of zuid zitten, zodat de kanskaart een slag wordt? ♣ A B 2 ♣ H 4 3 ♣ V … 1) kanskaart = ♣B 2) zuid = ♣V tafelblad BmB1-4.51

38 DEEL 1 LES 4 VIJF OEFENINGEN TAFELBLAD BmB1-4.71 UITWERKING

39 Welke kaart moet worden voorgespeeld?
Een kanskaart is een kaart waarmee de kans bestaat dat een extra slag kan worden gemaakt. Noem de kanskaart Welke kaart moet worden voorgespeeld? DEEL 1 LES 4 1 ♠ A 4 3 ♥ V 3 2 ♦ 4 3 2 ♣ A H 7 5 ♠ 7 6 5 ♥ B 6 4 ♦ A V 5 ♣ N W O Z 2 tafelblad BmB1-4.71 oefeningen 1 + 2

40 Welke kaart moet worden voorgespeeld?
Een kanskaart is een kaart waarmee de kans bestaat dat een extra slag kan worden gemaakt. Noem de kanskaart Welke kaart moet worden voorgespeeld? DEEL 1 LES 4 1 ♠ A 4 3 ♥ V 3 2 ♦ 4 3 2 ♣ A H 7 5 ♠ 7 6 5 ♥ B 6 4 ♦ A V 5 ♣ ♦V kanskaart ♦2 voorspelen N W O Z 2 ♠ A H B 4 ♥ 9 8 2 ♦ ♣ A 10 3 ♠ 8 7 2 ♥ A 6 5 4 ♦ 8 6 3 ♣ H V 2 N W O Z tafelblad BmB1-4.71 oefeningen 1 + 2

41 Welke kaart moet worden voorgespeeld?
Een kanskaart is een kaart waarmee de kans bestaat dat een extra slag kan worden gemaakt. Noem de kanskaart Welke kaart moet worden voorgespeeld? DEEL 1 LES 4 1 ♠ A 4 3 ♥ V 3 2 ♦ 4 3 2 ♣ A H 7 5 ♠ 7 6 5 ♥ B 6 4 ♦ A V 5 ♣ ♦V kanskaart ♦2 voorspelen N W O Z 2 ♠ A H B 4 ♥ 9 8 2 ♦ ♣ A 10 3 ♠ 8 7 2 ♥ A 6 5 4 ♦ 8 6 3 ♣ H V 2 ♠B kanskaart ♠2 voorspelen N W O Z tafelblad BmB1-4.71 oefeningen 1 + 2

42 DEEL 1 LES 4 3 ♠ A 6 2 ♥ V 4 3 ♦ A ♣ A H 5 ♠ 8 7 3 ♥ A 7 2 ♦ 6 5 2 ♣ N W O Z 4 tafelblad BmB1-4.71 oefeningen 3 - 5

43 DEEL 1 LES 4 3 ♠ A 6 2 ♥ V 4 3 ♦ A ♣ A H 5 ♠ 8 7 3 ♥ A 7 2 ♦ 6 5 2 ♣ ♥V kanskaart ♥2 voorspelen N W O Z 4 ♠ V B 4 ♥ A ♦ A H 5 ♣ 6 5 2 ♠ 8 5 3 ♥ H 9 4 2 ♦ 8 7 2 ♣ H V 3 N W O Z tafelblad BmB1-4.71 oefeningen 3 - 5

44 DEEL 1 LES 4 3 ♠ A 6 2 ♥ V 4 3 ♦ A ♣ A H 5 ♠ 8 7 3 ♥ A 7 2 ♦ 6 5 2 ♣ ♥V kanskaart ♥2 voorspelen N W O Z 4 ♠ V B 4 ♥ A ♦ A H 5 ♣ 6 5 2 ♠ 8 5 3 ♥ H 9 4 2 ♦ 8 7 2 ♣ H V 3 ♣HV kanskaarten ♣2 voorspelen, en later ♣5 N W O Z 5 ♠ V 10 4 ♥ A ♦ A B 5 ♣ 6 5 2 ♠ 8 5 2 ♥ H 9 4 2 ♦ H 7 2 ♣ V 4 3 N W O Z tafelblad BmB1-4.71 oefeningen 3 - 5

45 DEEL 1 LES 4 3 ♠ A 6 2 ♥ V 4 3 ♦ A ♣ A H 5 ♠ 8 7 3 ♥ A 7 2 ♦ 6 5 2 ♣ ♥V kanskaart ♥2 voorspelen N W O Z 4 ♠ V B 4 ♥ A ♦ A H 5 ♣ 6 5 2 ♠ 8 5 3 ♥ H 9 4 2 ♦ 8 7 2 ♣ H V 3 ♣H kanskaart ♣2 voorspelen N W O Z 5 ♠ V 10 4 ♥ A ♦ A B 5 ♣ 6 5 2 ♠ 8 5 2 ♥ H 9 4 2 ♦ H 7 2 ♣ V 4 3 ♦B kanskaart ♦2 voorspelen N W O Z tafelblad BmB1-4.71 oefeningen 3 - 5

46 OEFENSPELLEN 1-4 NIET SCHUDDEN !! OEFENSPELLEN 10401D – 10408D DEEL 1
LES 4 OEFENSPELLEN 1-4 NIET SCHUDDEN !! OEFENSPELLEN 10401D – 10408D

47 DRIE BIJZONDERE GEVALLEN
DEEL 1 LES 4 SNIJDEN DRIE BIJZONDERE GEVALLEN

48 DRIE BIJZONDERE GEVALLEN 1. GEKOPPELDE VORKEN (AV10)
DEEL 1 LES 4 DRIE BIJZONDERE GEVALLEN 1. GEKOPPELDE VORKEN (AV10)

49 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN
SNIJDEN MET A V 10 DEEL 1 LES 4 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? 6 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN ♦ A V 10 ♦ ? ? ? W O ♦ 6 5 4 a. noem de kanskaart(en)  ♦V en ♦10 b. welke kaart moet je voorspelen?  ♦4 c. waar hoop je op?  ♦HB in west d. hoeveel slagen maak je dan?  3 tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 6

50 SNIJDEN MET A V 10 verdeling 1 ♦ A V 10 ♦ H B 3 ♦ 9 8 7 ♦ 6 5 4
DEEL 1 LES 4 verdeling 1 ♦ A V 10 ♦ H B 3 ♦ 9 8 7 ♦ 6 5 4 Heer en Boer links twee keer snijden DRIE slagen voor NZ ♦10 en ♦V en ♦A verdeling 2 ♦ A V 10 ♦ 9 8 7 ♦ H B 3 ♦ 6 5 4 Heer en Boer rechts twee keer snijden (mis) EEN slag voor NZ ♦A tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 6

51 SNIJDEN MET A V 10 verdeling 3 ♦ A V 10 ♦ B 9 3 ♦ H 8 7 ♦ 6 5 4
DEEL 1 LES 4 verdeling 3 ♦ A V 10 ♦ B 9 3 ♦ H 8 7 ♦ 6 5 4 Boer links, Heer rechts één keer snijden TWEE slagen voor NZ ♦V en ♦A verdeling 4 ♦ A V 10 ♦ H 9 3 ♦ B 8 7 ♦ 6 5 4 Heer links, Boer rechts twee keer snijden TWEE slagen voor NZ ♦V en ♦A tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 6

52 DRIE BIJZONDERE GEVALLEN
DEEL 1 LES 4 DRIE BIJZONDERE GEVALLEN 2. EEN HELE BREDE VORK

53 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN
SNIJDEN MET A B 10 DEEL 1 LES 4 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? 7 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN ♥ A B 10 ♥ ? ? ? W O ♥ 4 3 2 a. noem de kanskaart(en)  ♥B en ♥10 b. welke kaart moet je voorspelen?  ♥2 c. waar hoop je op? niet ♥H én ♥V in oost d. hoeveel slagen maak je dan?  2! tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 7

54 SNIJDEN MET A B 10 verdeling 1 ♥ A B 10 ♥ 9 8 7 ♥ H V 6 ♥ 4 3 2
DEEL 1 LES 4 verdeling 1 ♥ A B 10 ♥ 9 8 7 ♥ H V 6 ♥ 4 3 2 Heer en Vrouw rechts twee keer snijden (mis) EEN slag voor NZ: ♥A verdeling 2 ♥ A B 10 ♥ H V 6 ♥ 9 8 7 ♥ 4 3 2 Heer en Vrouw links één keer snijden TWEE slagen voor NZ: ♥10 en ♥A tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 7

55 SNIJDEN MET A B 10 verdeling 3 ♥ A B 10 ♥ H 9 6 ♥ V 8 7 ♥ 4 3 2
DEEL 1 LES 4 verdeling 3 ♥ A B 10 ♥ H 9 6 ♥ V 8 7 ♥ 4 3 2 Heer links, Vrouw rechts twee keer snijden TWEE slagen voor NZ: ♥B en ♥A verdeling 4 ♥ A B 10 ♥ V 9 6 ♥ H 8 7 ♥ 4 3 2 Vrouw links, Heer rechts, twee keer snijden TWEE slagen voor NZ: ♥B en ♥A tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 7

56 DRIE BIJZONDERE GEVALLEN
DEEL 1 LES 4 DRIE BIJZONDERE GEVALLEN 3. SNIJDEN MET EEN SERIE

57 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN?
SNIJDEN MET EEN SERIE DEEL 1 LES 4 8 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN? ♦ A 4 3 ♦ ? ? ? W O ♦ V B 10 a. noem de kanskaart(en)  ♦V, ♦B en ♦10 b. welke kaart moet je voorspelen?  ♦V c. waar hoop je op?  ♦H in oost? d. maak je dan een extra slag?  nee! tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 8

58 SNIJDEN MET EEN SERIE de beste aanpak ? ♦ A 4 3 ♦ ? ? ? ♦ V B 10
DEEL 1 LES 4 de beste aanpak ? ♦ A 4 3 ♦ ? ? ? ♦ V B 10 tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 8

59 SNIJDEN MET EEN SERIE ♦ A 4 3 ♦ ? ? ? ♦ V B 10 de beste aanpak:
DEEL 1 LES 4 ♦ A 4 3 ♦ ? ? ? ♦ V B 10 de beste aanpak:  speel ♦V vanuit zuid; west laag, dan noord laag ♦ A 4 3 ♦ 9 8 7 ♦ H 6 5 ♦ V B 10 SITUATIE 1 oost maakt ♦H nog steeds twee slagen voor NZ, ♦A en ♦B tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 8

60 SNIJDEN MET EEN SERIE ♦ A 4 3 ♦ ? ? ? ♦ V B 10 de beste aanpak:
DEEL 1 LES 4 ♦ A 4 3 ♦ ? ? ? ♦ V B 10 de beste aanpak:  speel ♦V vanuit zuid; west laag, dan noord laag ♦ A 4 3 ♦ H 6 5 ♦ 9 8 7 ♦ V B 10 SITUATIE 2 west dekt ♦V wel of niet drie slagen voor NZ tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 8

61 NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN?
SNIJDEN MET EEN SERIE DEEL 1 LES 4 8 hoeveel slagen zijn er maximaal voor NZ? NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN? ♦ A 4 3 ♦ ? ? ? W O ♦ V B 10 a. noem de kanskaart(en)  ♦V, ♦B en ♦10 b. welke kaart moet je voorspelen?  ♦V, ♦B of ♦10 c. waar hoop je op?  ♦H in west d. maak je dan een extra slag?  ja tafelblad BmB1-4.41 voorbeeld 8

62 ONTHOUDEN VOOR EXTRA SLAGEN MOET JE NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN:
DEEL 1 LES 4 VOOR EXTRA SLAGEN MOET JE NAAR KANSKAARTEN TOESPELEN: NAAR HONNEUR(S) NAAR LAAGSTE VAN VORK MAAR MET EEN SERIE GA JE: VAAK VAN DIE KANT VOORSPELEN

63 DE DRIE BIJZONDERE GEVALLEN
DEEL 1 LES 4 ♦ A V 10 1. ♦ 4 3 2 diepe snit: ♦2 naar ♦10 zo nodig later ♦3 naar ♦V: 1 - 3 slagen voor NZ ! ♥ A B 10 2. ♥ 4 3 2 dubbele snit: ♥2 naar ♥10 zo nodig later ♥3 naar ♥B: 1 of 2 slagen voor NZ ! ♦ A 4 3 3. ♦ V B 10 ♦V voorspelen en als ♦V wint ruiten doorspelen: drie slagen voor NZ !

64 VUISTREGEL BIJ TEGENSPELEN: HELP DE LEIDER NIET, SPEEL
DEEL 1 LES 4 VUISTREGEL BIJ TEGENSPELEN: HELP DE LEIDER NIET, SPEEL MEESTAL TWEEDE HAND LAAG

65 TAFELPUZZEL Zoek de juiste (twee) spellen bij de gegeven vraag.
DEEL 1 LES 4 ♠ A 9 7 3 ♥ A H B ♦ A 5 4 ♣ 9 6 3 ♠ 8 4 2 ♥ 9 7 5 ♦ H 6 3 ♣ A 7 5 4 N W O Z Zoek de juiste (twee) spellen bij de gegeven vraag. met welke handen heb je een boer als kanskaart ? SPELLEN (OW) tafelbladen BmB t/m 4.84

66 THUIS OEFENEN Oefenspellen downloaden van www.beginmetbridge.nl
DEEL 1 LES 4 Oefenspellen downloaden van  cursisten  oefenspellen  deel1 – hoofdstuk 4 OF cursusboek, blz 15, stap 1 Individueel oefenen - Toets bij les 4 - ‘Test je kennis’ van hoofdstuk 4

67 OEFENSPELLEN 5-8 NIET SCHUDDEN !! OEFENSPELLEN 10401D – 10408D DEEL 1
LES 4 OEFENSPELLEN 5-8 NIET SCHUDDEN !! OEFENSPELLEN 10401D – 10408D

68 DEEL 1 LES 4 HERHALINGSTOETS LES 1 + 2 TAFELBLAD BmB1-3.92 UITWERKING

69 H-TOETS LES 1+2 – VRAAG 1 T/M 3
DEEL 1 LES 4 1 ♠ H 8 7 4 ♥ A 3 ♦ A V 5 2 ♣ B 9 6 3 4 6 1 = 14 Oost (stel) = 12 West = 14 Samen = 26 W = leider / N komt uit N W O Z ♥ 5 ♥ V ♥ 3 ♥ H 2 ♥ H wint de slag Vaste slagen 1 5 3 = 10 3 ♠ A 2 ♥ A H V B 10 ♦ A 4 ♣ A H V 3 tafelblad BmB1-3.92

70 H-TOETS LES 1+2 – VRAAG 4 T/M 6
Vaste slagen Werkkleur 2 1 0 ♦ AH weg  2 DEEL 1 LES 4 4 ♠ H 9 4 ♥ A 8 7 ♦ V ♣ A 6 5 ♠ A 6 5 ♥ V 4 3 ♦ B 9 3 ♣ H 8 7 2 N W O Z 5 ♠ A 7 3 ♥ V 9 4 2 ♦ V B 2 ♣ A H 7 ♠ H 8 4 ♥ ♦ H ♣ V 3 2 2 0  3 3 N W O Z 6 ♠ H 7 4 ♥ A H 9 3 ♦ 8 7 5 ♣ H V 2 ♠ V 9 2 ♥ V B 5 4 ♦ 9 6 4 ♣ B 5 3 0  (1) 4 0  2 N W O Z tafelblad BmB1-3.92