Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdRosa Smeets Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
het Beest uit de zee - Openbaring 13
rond de wederkomst (10) het Beest uit de zee - Openbaring 13 19 april 2018 Rotterdam
2
terugblik 'rond de wederkomst' - parousia (=presentie) en apocalyps (=onthulling)
3
terugblik 'rond de wederkomst' - parousia (=presentie) en apocalyps (=onthulling) de vestiging/openbaring van het Koninkrijk... in de hemel de wegrukking van de mannelijke zoon naar Gods troon in Openb.12; satan c.s. uit de hemel op aarde geworpen;
4
terugblik 'rond de wederkomst' - parousia (=presentie) en apocalyps (=onthulling) de vestiging/openbaring van het Koninkrijk... in de hemel de wegrukking van de mannelijke zoon naar Gods troon in Openb.12; satan c.s. uit de hemel op aarde geworpen; de inbezitneming van het land (Israël) de opening van boekrol - de zeven zegels in Openb.6 en 7
5
terugblik 'rond de wederkomst' - parousia (=presentie) en apocalyps (=onthulling) de vestiging/openbaring van het Koninkrijk... in de hemel de wegrukking van de mannelijke zoon naar Gods troon in Openb.12; satan c.s. uit de hemel op aarde geworpen; de inbezitneming van het land (Israël) de opening van boekrol - de zeven zegels in Openb.6 en 7 de proclamatie van het Koninkrijk wereldwijd de zeven bazuinen in Openb.8 t/m 11 parallel lopend aan de uitgieting van zeven schalen van Gods gramschap in Openb.16
6
1 En hij stond op het zand van de zee. En ik nam waar, vanuit de zee
Openbaring 13 1 En hij stond op het zand van de zee. En ik nam waar, vanuit de zee kwam een beest op. Het had tien hoorns en zeven koppen, en op zijn hoorns tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. wanneer de lezing hier "hij" is, dan hoort deze zin bij het voorgaande vers (hij = de draak) is de lezing hier "ik" (zie SV) dan is de schrijver Johannes het onderwerp.
7
1 En hij stond op het zand van de zee. En ik nam waar, vanuit de zee
Openbaring 13 1 En hij stond op het zand van de zee. En ik nam waar, vanuit de zee kwam een beest op. Het had tien hoorns en zeven koppen, en op zijn hoorns tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. in tegenstelling tot het tweede beest, dat uit "het land" opkomt >
8
Openbaring 17 15 En hij zei tegen mij: de wateren die je waarnam waarop de hoer zat, zijn volken en scharen en menigten en talen.
9
1 En hij stond op het zand van de zee. En ik nam waar, vanuit de zee
Openbaring 13 1 En hij stond op het zand van de zee. En ik nam waar, vanuit de zee kwam een beest op. Het had tien hoorns en zeven koppen, en op zijn hoorns tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. een compositie van de vier beesten in Daniël 7 = vier opeenvolgende koninkrijken; 7:23,27 synchroon met de vier koninkrijken in Daniël 2 - goud, zilver, koper en ijzer/leem
10
leeuw Dan.7:4 1 kop 0 hoorns
11
leeuw Dan.7:4 1 kop 0 hoorns beer Dan.7:5
12
leeuw Dan.7:4 1 kop 0 hoorns beer Dan.7:5 luipaard Dan.7:6 4 koppen
13
leeuw Dan.7:4 1 kop 0 hoorns beer Dan.7:5 luipaard Dan.7:6 4 koppen beest zonder naam Dan.7:7,8 10 hoorns
14
leeuw Dan.7:4 1 kop 0 hoorns beer Dan.7:5 luipaard Dan.7:6 4 koppen beest zonder naam Dan.7:7,8 10 hoorns totaal 7 koppen
15
1 En hij stond op het zand van de zee. En ik nam waar, vanuit de zee
Openbaring 13 1 En hij stond op het zand van de zee. En ik nam waar, vanuit de zee kwam een beest op. Het had tien hoorns en zeven koppen, en op zijn hoorns tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. uitgelegd in Dan.7 en Openb.17 >
16
Daniël 7 24 En de tien hoorns; uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan... Openbaring 17 12 En de tien hoorns die je waarnam zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvingen maar als koningen één uur autoriteit ontvangen met het Beest.
17
1 En hij stond op het zand van de zee. En ik nam waar, vanuit de zee
Openbaring 13 1 En hij stond op het zand van de zee. En ik nam waar, vanuit de zee kwam een beest op. Het had tien hoorns en zeven koppen, en op zijn hoorns tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. uitgelegd in Openb.17 >
18
Openbaring 17 9 Hier is het verstand dat wijsheid heeft: de zeven koppen zijn zeven bergen waarop de vrouw zit, 10 en zij zijn zeven koningen. Vijf ervan vallen, één is er [nog], de andere kwam nog niet en wanneer hij zou komen, moet hij korte tijd blijven. 11 En het Beest dat [wel] was en niet is, is zelf ook de achtste en hij is vanuit de zeven en hij gaat ten onder.
19
Openbaring 17 9 Hier is het verstand dat wijsheid heeft: de zeven koppen zijn zeven bergen waarop de vrouw zit, 10 en zij zijn zeven koningen. Vijf ervan vallen, één is er [nog], de andere kwam nog niet en wanneer hij zou komen, moet hij korte tijd blijven. 11 En het Beest dat [wel] was en niet is, is zelf ook de achtste en hij is vanuit de zeven en hij gaat ten onder.
20
Openbaring 17 9 Hier is het verstand dat wijsheid heeft: de zeven koppen zijn zeven bergen waarop de vrouw zit, 10 en zij zijn zeven koningen. Vijf ervan vallen, één is er [nog], de andere kwam nog niet en wanneer hij zou komen, moet hij korte tijd blijven. 11 En het Beest dat [wel] was en niet is, is zelf ook de achtste en hij is vanuit de zeven en hij gaat ten onder.
21
7 koppen 5 vallen, 1 is
22
7 koppen 5 vallen, 1 is en 1 komt voor korte tijd
23
omdat één van de 7 koppen herleeft
5 vallen, 1 is en 1 komt voor korte tijd het Beest is de 8e omdat één van de 7 koppen herleeft
24
1 En hij stond op het zand van de zee. En ik nam waar, vanuit de zee
Openbaring 13 1 En hij stond op het zand van de zee. En ik nam waar, vanuit de zee kwam een beest op. Het had tien hoorns en zeven koppen, en op zijn hoorns tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. hoorn > koninklijke kracht diadeem= koninklijk hoofdversiersel, sierlint om het hoofd gebonden embleem van koninklijke waardigheid
25
1 En hij stond op het zand van de zee. En ik nam waar, vanuit de zee
Openbaring 13 1 En hij stond op het zand van de zee. En ik nam waar, vanuit de zee kwam een beest op. Het had tien hoorns en zeven koppen, en op zijn hoorns tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. lett. blasfemie - even later uitgelegd in 13:5,6
26
2 En het beest dat ik waarnam, geleek op een luipaard
Openbaring 13 2 En het beest dat ik waarnam, geleek op een luipaard en zijn voeten als van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak geeft aan hem zijn macht en zijn troon en zijn grote autoriteit. of panter Eng. leopard = leeuw-paard
27
2 En het beest dat ik waarnam, geleek op een luipaard
Openbaring 13 2 En het beest dat ik waarnam, geleek op een luipaard en zijn voeten als van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak geeft aan hem zijn macht en zijn troon en zijn grote autoriteit. het beest als geheel doet het meest denken aan het derde koninkrijk in Dan.7: = Griekse wereldrijk van Alexander de Grote Alexander stierf in Babylon dat hij tot hoofdstad van zijn rijk had verklaard... viel nadien uiteen in vier delen (8:8; 11:4)
28
2 En het beest dat ik waarnam, geleek op een luipaard
Openbaring 13 2 En het beest dat ik waarnam, geleek op een luipaard en zijn voeten als van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak geeft aan hem zijn macht en zijn troon en zijn grote autoriteit. = het tweede koninkrijk in Dan.7: het Medo-Perzische rijk
29
2 En het beest dat ik waarnam, geleek op een luipaard
Openbaring 13 2 En het beest dat ik waarnam, geleek op een luipaard en zijn voeten als van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak geeft aan hem zijn macht en zijn troon en zijn grote autoriteit. = het eerste koninkrijk in Dan.7: het Babylonische rijk Daniël kreeg dit visioen tijdens Belsassar, Nebukadnezars zoon; 7:1, 5:2
30
2 En het beest dat ik waarnam, geleek op een luipaard
Openbaring 13 2 En het beest dat ik waarnam, geleek op een luipaard en zijn voeten als van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak geeft aan hem zijn macht en zijn troon en zijn grote autoriteit. uit de hemel is geworpen; Openb.12:7-9
31
was afgeslacht ten dode en de [aan]slag van zijn dood werd genezen
Openbaring 13 3 En één van zijn koppen was afgeslacht ten dode en de [aan]slag van zijn dood werd genezen en heel het land ging verwonderd achter het beest aan. zelfde woord als in 13:8; 5:6,9 waar het gaat over het Lammetje...
32
was afgeslacht ten dode en de [aan]slag van zijn dood werd genezen
Openbaring 13 3 En één van zijn koppen was afgeslacht ten dode en de [aan]slag van zijn dood werd genezen en heel het land ging verwonderd achter het beest aan. = een dodelijke aanslag overleeft hij; 13:9
33
was afgeslacht ten dode en de [aan]slag van zijn dood werd genezen
Openbaring 13 3 En één van zijn koppen was afgeslacht ten dode en de [aan]slag van zijn dood werd genezen en heel het land ging verwonderd achter het beest aan. in Openb.13 staat 'het land' (Israël) tegenover 'de zee' een aanwijzing dat we hier bij 'het land' niet aan heel de aarde hebben te denken
34
was afgeslacht ten dode en de [aan]slag van zijn dood werd genezen
Openbaring 13 3 En één van zijn koppen was afgeslacht ten dode en de [aan]slag van zijn dood werd genezen en heel het land ging verwonderd achter het beest aan. één van de zeven koppen wordt hier geïdentificeerd met het beest/het rijk de kop representeert het geheel
35
4 en zij aanbaden de draak dat de autoriteit aan het beest had gegeven
Openbaring 13 4 en zij aanbaden de draak dat de autoriteit aan het beest had gegeven en zij aanbaden het beest zeggende: wie lijkt op het beest en wie kan er oorlog voeren tegen hem?
36
4 en zij aanbaden de draak dat de autoriteit aan het beest had gegeven
Openbaring 13 4 en zij aanbaden de draak dat de autoriteit aan het beest had gegeven en zij aanbaden het beest zeggende: wie lijkt op het beest en wie kan er oorlog voeren tegen hem? "en" is hier verklarend: namelijk door religieus eerbetoon te geven aan het beest aanbidt men feitelijk de draak
37
4 en zij aanbaden de draak dat de autoriteit aan het beest had gegeven
Openbaring 13 4 en zij aanbaden de draak dat de autoriteit aan het beest had gegeven en zij aanbaden het beest zeggende: wie lijkt op het beest en wie kan er oorlog voeren tegen hem? = politiek en militair oppermachtig
38
5 En het werd een mond gegeven,
Openbaring 13 5 En het werd een mond gegeven, grote [woorden] en lasteringen sprekend en aan hem werd autoriteit gegeven dit twee en veertig maanden te doen. uitgelegd in de volgende verzen
39
5 En het werd een mond gegeven,
Openbaring 13 5 En het werd een mond gegeven, grote [woorden] en lasteringen sprekend en aan hem werd autoriteit gegeven dit twee en veertig maanden te doen. = 1260 dagen = 3,5 jaar tijdsperiode niet aangeduid door de zon (> dag) maar door de maan (>de nacht) 42 maanden wordt de heilige stad vertreden; 11:2
40
tot lasteringen tegen God, om te lasteren zijn naam
Openbaring 13 6 En hij opent zijn mond tot lasteringen tegen God, om te lasteren zijn naam en zijn tent en degenen die in de hemel [als] in een tent wonen. het is in de tijd dat de twee getuigen in Jeruzalem optreden; 11:2,3 de offerdienst is gestaakt; Math.24:15
41
tot lasteringen tegen God, om te lasteren zijn naam
Openbaring 13 6 En hij opent zijn mond tot lasteringen tegen God, om te lasteren zijn naam en zijn tent en degenen die in de hemel [als] in een tent wonen. degenen die de draak uit de hemel hebben geworpen - de mannelijke zoon!
42
oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen
Openbaring 13 7 En hem werd gegeven oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen en hem werd autoriteit gegeven over elke stam en volk en taal en natie.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.