De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Het circulatieapparaat

Verwante presentaties


Presentatie over: "Het circulatieapparaat"— Transcript van de presentatie:

1 Het circulatieapparaat

2 Het circulatieapparaat
Onderdelen: Hart (cor, cardia) Slagaders (arteriën) Haarvaten (capillairen) Aders (venen) Lymfevaten en lymfeknopen (lymfonoduli) Functie: Bloed in het lichaam rondstuwen en geleiden  transport van voedingsstoffen en afvalstoffen

3 Ligging van het hart

4 Anatomie wand van het hart

5 Bouw van het hart Boezems (atria) Kamers (ventrikels) Septum
Sinusknoop AV-knoop Kransslagaders

6 Bouw van het hart Hartkleppen

7 Bouw van het hart

8 De werking van het hart

9 De werking van het hart

10 Circulatiesysteem in zoogdieren
Pulmonary vein Right atrium Right ventricle Posterior vena cava Capillaries of abdominal organs and hind limbs Aorta Left ventricle Left atrium artery Capillaries of left lung head and forelimbs Anterior of right lung 1 10 11 5 4 6 2 9 3 7 8

11 Grote en kleine bloedsomloop
Grote bloeds- omloop

12 Bloedvoorziening van het lichaam

13 Bloedvoorziening van het hart

14 Geleidingssysteem Sinusknoop AV-knoop Bundel van His
De boezems trekken samen Van boven naar beneden AV-knoop Tussen boezems en kamers geen voortgeleiding; alleen bij de AV-knoop Bundel van His Kamers trekken samen Van beneden (apex) naar boven

15 Geleidingssysteem Systole (depolarisatie) Diastole (repolarisatie)
Sinusknoop: wand rechter atrium  contractie RA en LA AV-knoop en bundel van His  contractie RV en LV Diastole (repolarisatie) Rustfase (hart loopt vol met bloed)  hart wordt voorzien van O2 en voedingsstoffen Aansturing via nervus vagus (hersenen)

16 Elektrocardiogram ECG
Doel: Om prikkelvorming en -geleiding zichtbaar te maken

17

18 Elektrocardiogram ECG
P top: depolarisatie (contractie atria) QRS-complex: depolarisatie (contractie ventrikels) PQ-interval: maat voor de snelheid van prikkelgeleiding T top: repolarisatie ventrikels (repolarisatie atria valt in QRS, maar is niet zichtbaar)

19 Bloeddruk Kracht waarmee het bloed tegen de wand van het bloedvat drukt Systolische bloeddruk: bovendruk Diastolische bloeddruk: onderdruk

20 Slagader en ader: 3 lagen
1. Endotheel (tunica intima) 2. Glad, elastisch, ringvormig spierweefsel (tunica media) 3. Losmazig bindweefsel, opvangen bloeddruk (tunica adventitia)

21 Bloedvaten Arteriole Capillairen Kleine slagader Tunica media neemt af
1 laag endotheel Poriën Diffusie en osmose van stoffen

22 Bloedvaten Venule Kleine ader Ader Dunner dan slagaders
Valt samen indien leeg Bevat kleppen

23 Aanvoer en afvoer van bloed naar weefsels
Aanvoer oiv bloeddruk in de slagaders Bovendruk (systole) Onderdruk (diastole) Afvoer oiv contractie spieren kleppen in aderen lagere druk in thorax

24 Afgifte en opname stoffen door het bloed
Bloedstroom A B 1 2 2 3 De osmotische waarde van het bloedplasma is aan het einde van het haarvat hoger dan aan het begin, er is immers vocht uit bloed verdwenen het weefsel in, terwijl eiwitten en rode bloedcellen zijn achtergebleven. Waar is de osmotische waarde van het bloedplasma het hoogst? Aan het begin (A) of aan het einde (B) van het haarvat? 24

25 Afgifte en opname stoffen door het bloed
Bloedstroom 1 2 2 3 1 = bloeddruk 2 = aanzuigkracht van de eiwitten 3 = vochtstroom door het weefsel 25

26 Specifieke vaatpatronen
Foetus Foramen ovale Ductus botalli Anastomosen alternatieve route Eindarteriën Hersenen, nieren en hart Poortader Darmen  lever Anastomosen: alternatieve route voor bloed die kan ontstaan als een bloedvat verstopt raakt door bv trauma of tumoren. Het bloed gaat dan via een omweg alsnog naar het gebied toe om het van zuurstof en voedingsstoffen te voorzien: dit noemen we anastomose. In de hHersenen, nieren en hart kunnen zijn geen anastomosen aanwezig, maar heeft iedere arterie zijn eigen gebied, geen verbindende slagadertjes. We spreken dan van eindarteriën. 26

27 Lymfevaten en lymfeknopen
Lymfe: het teveel aan vocht dat uit een haarvat geperst wordt Lymfe oiv druk vh weefsel in lymfebaan geperst door wand heen Lymfebanen verzamelen zich tot grote lymfebuis: Ductus thoracicus, in borstbolte (mondt uit in grote holle ader) Lymfeknopen = lymfeklieren - Bevinden zich in lymfevaten - Boonvormig, 0,5-1,5 cm groot - Bindweefsel + witte bloedcellen - Zegt iets over gezondheid dier

28 Lymfevaten en lymfeknopen


Download ppt "Het circulatieapparaat"

Verwante presentaties


Ads door Google