Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdJoachim van der Wal Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Huisvesting en cyclus in de veehouderij IBS: Onderhouden
3
Van big tot zeug Benaming Big (geltje/borg) 0-21 dagen Gespeende big
Tot 25 Kg (9weken) Opfok-/vleesvarken Tot 110 kg Dekzeug Vanaf 8 maanden Dragende zeug 3 mnd, 3 wk, 3 dgn dracht Kraamzeug 4 weken in de kraamstal
4
Vloeroppervlakte Groepshuisvesting los lopen Regels vloeroppervlakte:
Per zeug moet ten minste 2,25 m² zijn. Hiervan moet 1,3 m² aaneengesloten dichte vloer zijn. Het uitgangspunt is dat een varken comfortabel moet liggen en over voldoende ligruimte op een dichte vloer beschikt. De zijden van een stal zijn langer dan 2,8 meter als de groepen uit 6 dieren of meer bestaan, bij minder dan 6 dieren langer dan 2,4 meter. Bij groepen van minder dan 6 dieren moet de totale oppervlakte met 10% worden vergroot. Bij groepen van meer dan 40 dieren mag de totale oppervlakte met 10% worden verkleind.
5
Kraamafdeling 1 week voor biggen tot 4 weken na biggen
22 – 27 graden voor biggen, 18 graden voor zeug Kraambox + biggennest met verwarming Roosters en soort box naar keuze Kosten ongeveer euro Dwaropstelling, lengteopstelling of schuin
6
Dekafdeling gecombineerd met wachtafdeling
Guste zeugenafdeling Dekafdeling Vanaf spenen tot max 4 dagen na dekking 20 graden, 16 uur licht en 100 lux lichtsterkte Individuele boxen Gang ervoor voor de beer Aparte hokken voor de beren Dekafdeling gecombineerd met wachtafdeling Vanaf spenen tot 28 dagen na dekking Vanaf 4 dagen in groep
7
Dragende zeugenafdeling
Groepshuisvesting (met eisen voor vloeroppervlakte) Voerligbox met uitloop Grotere groepen Vreten in beschermde af te sluiten boxen Gelijke groepen nodig Biofix kleinere groepen (6-10 dieren) Vreten tegelijk Vario-mix Minimaal 14 zeugen Hele dag kleinere porties Werkt op brij en droogvoer
8
Dragende zeugenafdeling
Groepshuisvesting met voerstation Voeren naar behoefte 1 station per zeugen Storingsgevoelig? Groepshuisvesting op stro zeugen per groep Vergelijkbaar met ligboxenstal (natuurlijke ventilatie) voerstations
9
Na de kraamstal De gespeende –biggenafdeling De opfokzeugen afdeling
Van spenen tot 23 kg 28 graden warm De opfokzeugen afdeling Vanaf 23 kg tot dekken
10
Vleesvarkensstal van 23-110 kg ongeveer 4 maanden 19 graden warm
Aantal dierplaatsen voor een bedrijf met 300 zeugen, met achtereevolgens een 1,2,3,4 en 5 wekensysteem
12
Eisen Algemene eisen zorg ervoor dat de vloeren vlak zijn, maar niet glad zorg ervoor dat er in de stallen voldoende daglicht binnen komt zorg voor natuurlijke ventilatie in de stallen zorg dat 33% van het vloeroppervlak dicht is eventueel gangbaar strooisel gebruiken, ruwvoer, moet al het stro biologisch zijn stallen en installaties schoon maken met water, stoom of reinigingsmiddelen. De pluimveestal moet aan de volgende aanvullende eisen voldoen: 1. De dichte vloer van pluimveestallen strooit u voldoende in. 2. Het daglicht mag tot max. 16 uur per dag aanvullen met kunstlicht.
13
Leghennen De binnenruimtes voor leghennen moeten aan de volgende normen voldoen: Maximaal 6 leghennen per m2. Minimaal 18 cm. zitstok per leghen, de zitstok moet min. 30 x 30 mm dik zijn. Geïntegreerde zitstokken moeten minimaal 3 cm. verhoogd zijn. 50% van de totale minimum zitstoklengte moet extra verhoogd zijn, namelijk: minimaal 40 cm vrije ruimte onder de zitstok minimaal 30 cm ruimte tussen de zitstokken minimaal 40 cm vrije ruimte tot het plafond
14
Opfokhennen 0 tot 7 weken 24 opfokhennen per m2 7 tot en met 18 weken
De binnenruimtes voor opfokhennen moeten aan de volgende normen voldoen: De minimale oppervlakte (per leeftijd) voor opfokhennen is: - Verhoogde zitstokken van 6 cm. lang per dier vanaf 7 weken. - Vanaf 56 dagen moet u de opfokhennen toegang tot de uitloop geven. - De uitloopopeningen moeten breed en hoog genoeg zijn, zodat de opfokhennen snel naar binnen of buiten kunnen gaan. - Er geldt geen maximaal aantal voor opfokhennen per stal. 0 tot 7 weken 24 opfokhennen per m2 7 tot en met 18 weken 10 opfokhennen per m2 Vanaf 19 weken (127e dag) 6 opfokhennen per m2
15
Uitloop Leghennen, vleeskuikens en parelhoenders 4 m2 per dier
U mag gebruik maken van wisseluitlopen. Dit betekent dat u: de uitloop per afdeling in gelijke delen in de lengte mag opsplitsen, zodat de begroeiing kan herstellen. u het pluimvee tijdens de ronde elke wisseluitloop even lange perioden laat gebruiken. Voor de uitlopen gelden de volgende minimale oppervlaktes: Leghennen, vleeskuikens en parelhoenders 4 m2 per dier Opfokhennen 1 m2 per dier Eenden 4.5 m2 per dier Kalkoenen 10 m2 per dier Ganzen 15 m2 per dier
17
Van kalf tot koe Benaming Leeftijd NUKA 0-14 (alleen melk)
Vaars/stierkalf . . – 1 jaar Pink 1 jaar (geslachtsrijp) Vaars Ong. 16 mnd(Bij uiervorming) Melkvaars /1ste kalfskoe Na afkalven Schotter/2e kalfskoe Na 2e keer afkalven Derde kalfskoe Ect.
18
Huisvestingseisen voor runderen mbt het natuurlijke gedrag:
Herbivoren moeten voldoende schone en droge ligruimtes hebben die u voldoende heeft ingestrooid. Vleeskalveren (ouder dan 1 week) en vleesstieren moet u in groepen houden. Op melkveebedrijven mag u kalveren tijdens de zoogperiode in een “iglo” houden. Als u stieren ouder dan 1 jaar tijdens het weideseizoen niet weidt, moet u ze een uitloopmogelijkheid geven. Deze uitloop moet minimaal 30 m2 per stier zijn en mag u voor maximaal 75% overkappen. U mag runderen niet langer dan één vijfde deel van hun leven binnen afmesten en in ieder geval niet langer dan 3 maanden. U mag runderen niet aanbinden
19
Eisen melkvee Wat zijn de minimum oppervlaktes van de stallen voor rundvee? Melkkoe 6 m2 per dier Fokstier 10 m2 per dier Rund tot 100 kg 1.5 m2 per dier Rund tot 200 kg 2.5 m2 per dier Rund tot 350 kg 4 m2 per dier Rund vanaf 350 kg 5 m2 per dier en minstens 1 m2 per 100 kg
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.