Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdErika Smet Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Bijbelse tijdlijn in vogelvlucht (4)
van Salomo tot Kores 25 maart 2018 Zoetermeer
2
van Abram tot de uittocht
geboorte Abram, 2000 2000 2100 2200 2300 2400 2500 430 jaar; Gal.3:17; Ex.12:40 LXX belofte aan Abram, 2070 wetgeving Sinaï, 2500 van Abram tot de uittocht
3
450 jaren; Hand.13:20 verdeling land, 2550 geboorte Izaak, 2100
uittocht Egypte, 2100 400 40 10 2100 2200 2300 2400 2500 2600 450 jaren; Hand.13:20 verdeling land, 2550
4
480 jaar, 1Kon.6:1 uittocht Egypte, 2500
start bouw van de tempel, 2980 480 jaar, 1Kon.6:1 2500 2600 2700 2800 2900 3000
5
500 jaar uittocht Egypte, 2500 tempel en paleis gereed, 3000 2Kron.8:1
start bouw van de tempel, 2980 2500 2600 2700 2800 2900 3000 500 jaar
6
JAHWEH verschijnt voor de 2e keer aan Salomo
7
11 Toen Salomo het huis van JAHWEH
2Kronieken 7 11 Toen Salomo het huis van JAHWEH en het huis des konings voltooid had, en alles wat Salomo in de zin gekomen was, in het huis van JAHWEH en in zijn eigen huis te maken, voorspoedig tot stand gebracht had... = 20 jaar na de start van de bouw & 500 jaar na de uittocht; 1Kon.6:1; 2Kron.8:1
8
12 verscheen JAHWEH aan Salomo des nachts en zeide tot hem:
2Kronieken 7 12 verscheen JAHWEH aan Salomo des nachts en zeide tot hem: Ik heb je gebed gehoord en deze plaats voor Mij tot een huis der offeranden verkoren.
9
indien jij voor mijn aangezicht wandelt,
2Kronieken 7 (...) 17 Wat jou aangaat, indien jij voor mijn aangezicht wandelt, zoals jouw vader David gewandeld heeft, en doet naar alles wat Ik jou geboden heb, en mijn inzettingen en mijn verordeningen in acht neemt,
10
nimmer zal jou een man ontbreken, die over Israel heerst.
2Kronieken 7 18 dan zal Ik jouw koningstroon bevestigen, zoals Ik Mij jegens jouw vader David verbonden heb met de woorden: nimmer zal jou een man ontbreken, die over Israel heerst. > het lot van de dynastie ligt in handen van Salomo...
11
19 Maar indien jullie je afkeren en mijn inzettingen en verordeningen
2Kronieken 7 19 Maar indien jullie je afkeren en mijn inzettingen en verordeningen die Ik jullie voorgehouden heb, verlaat, andere goden gaat dienen en jullie voor hen neerbuigen, = jij (Salomo) en het volk 1Kron.28:7; 1Kon.11:1-13
12
20 dan zal Ik hen uitrukken uit mijn land dat Ik hun gegeven heb;
2Kronieken 7 20 dan zal Ik hen uitrukken uit mijn land dat Ik hun gegeven heb; dit huis dat Ik aan mijn naam geheiligd heb, zal Ik dan van mijn aangezicht wegwerpen, en Ik zal het tot een spreekwoord en een spotrede onder alle volken maken. = ballingschap
13
20 dan zal Ik hen uitrukken uit mijn land dat Ik hun gegeven heb;
2Kronieken 7 20 dan zal Ik hen uitrukken uit mijn land dat Ik hun gegeven heb; dit huis dat Ik aan mijn naam geheiligd heb, zal Ik dan van mijn aangezicht wegwerpen, en Ik zal het tot een spreekwoord en een spotrede onder alle volken maken. = verwoesting van de tempel
14
21 Dit huis, dat hoog verheven was; ieder die eraan voorbijgaat,
2Kronieken 7 21 Dit huis, dat hoog verheven was; ieder die eraan voorbijgaat, zal zich ontzetten en zeggen: Waarom heeft JAHWEH alzo aan dit land en aan dit huis gedaan?
15
Omdat zij JAHWEH, de God van hun vaderen,
2Kronieken 7 22 Dan zal men zeggen: Omdat zij JAHWEH, de God van hun vaderen, die hen uit het land Egypte had geleid, hebben verlaten, zich aan andere goden gehecht, zich voor die nedergebogen en die gediend hebben, daarom heeft Hij al dit onheil over hen gebracht. > Salomo & zijn volk
16
Omdat zij JAHWEH, de God van hun vaderen,
2Kronieken 7 22 Dan zal men zeggen: Omdat zij JAHWEH, de God van hun vaderen, die hen uit het land Egypte had geleid, hebben verlaten, zich aan andere goden gehecht, zich voor die nedergebogen en die gediend hebben, daarom heeft Hij al dit onheil over hen gebracht. precies 500 jaar geleden = 10 cycli van sabbatsjaren
17
Salomo's einde
18
1Koningen 11 (...) 11 Toen zeide JAHWEH tot Salomo: Omdat het zo met u gesteld is, dat jij mijn verbond en mijn inzettingen, die Ik jou geboden had, niet in acht genomen hebt, zal Ik voorzeker het koninkrijk van u afscheuren en het uw knecht geven. 12 Maar bij je leven zal Ik dat niet doen, ter wille van je vader David; uit de hand van je zoon zal Ik het afscheuren. 13 Evenwel zal Ik niet het gehele koninkrijk afscheuren, een stam zal Ik aan je zoon geven ter wille van mijn knecht David en ter wille van Jeruzalem, dat Ik verkoren heb.
19
de scheuring van het koninkrijk na Salomo
20
beide koninkrijken (Israël/ Efraïm & Juda) krijgen twintig opeenvolgende koningen;
21
beide koninkrijken (Israël/ Efraïm & Juda) krijgen twintig opeenvolgende koningen;
het noordelijke rijk van Israël heeft niet één Godvrezende koning gehad: het rijk eindigt in de deportatie naar Assur;
22
beide koninkrijken (Israël/ Efraïm & Juda) krijgen twintig opeenvolgende koningen;
het noordelijke rijk van Israël heeft niet één Godvrezende koning gehad: het rijk eindigt in deportatie naar Assur; het zuidelijke rijk o.l.v. het huis van David in Jeruzalem eindigt in de verwoesting van Jeruzalem door Nebukadnezar > de Babylonische ballingschap.
23
30 Veertig jaar regeerde Salomo te Jeruzalem over geheel Israel.
2Kronieken 9 30 Veertig jaar regeerde Salomo te Jeruzalem over geheel Israel. 2980 AH = 4e regeringsjaar van Salomo 1Koningen 6:1 Salomo regeerde dus van 2977 t/m 3017
24
2Kronieken 9 30 Veertig jaar regeerde Salomo te Jeruzalem over geheel Israel. 31 Daarna ging Salomo bij zijn vaderen te ruste en men begroef hem in de stad van zijn vader David; zijn zoon Rechabeam werd koning in zijn plaats.
25
Alleen volle regeringsjaren (=kalenderjaren) worden gerekend:
Regeringsjaren worden vermeld, zonder cijfer achter de komma; De jaren van troonwisseling worden niet gerekend:
26
twintig koningen...
27
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 koningen Juda volle jaren
incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18
28
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
29
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4
30
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42
31
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26
32
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9
33
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2
34
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7
35
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7 2Kron.24:1 Joas 40
36
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7 2Kron.24:1 Joas 40 2Kron.25:1 Amazia 29 30
37
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7 2Kron.24:1 Joas 40 2Kron.25:1 Amazia 29 30 2Kron.26:3 Uzzia 52 53
38
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7 2Kron.24:1 Joas 40 2Kron.25:1 Amazia 29 30 2Kron.26:3 Uzzia 52 53 2Kron.27:1 Jotham 16
39
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7 2Kron.24:1 Joas 40 2Kron.25:1 Amazia 29 30 2Kron.26:3 Uzzia 52 53 2Kron.27:1 Jotham 16 2Kron.28:1 Achaz
40
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7 2Kron.24:1 Joas 40 2Kron.25:1 Amazia 29 30 2Kron.26:3 Uzzia 52 53 2Kron.27:1 Jotham 16 2Kron.28:1 Achaz 2Kron.29:1 Hizkia
41
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7 2Kron.24:1 Joas 40 2Kron.25:1 Amazia 29 30 2Kron.26:3 Uzzia 52 53 2Kron.27:1 Jotham 16 2Kron.28:1 Achaz 2Kron.29:1 Hizkia 2Kron.33:1 Manasse 55 56
42
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7 2Kron.24:1 Joas 40 2Kron.25:1 Amazia 29 30 2Kron.26:3 Uzzia 52 53 2Kron.27:1 Jotham 16 2Kron.28:1 Achaz 2Kron.29:1 Hizkia 2Kron.33:1 Manasse 55 56 2Kron.33:21 Amon
43
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7 2Kron.24:1 Joas 40 2Kron.25:1 Amazia 29 30 2Kron.26:3 Uzzia 52 53 2Kron.27:1 Jotham 16 2Kron.28:1 Achaz 2Kron.29:1 Hizkia 2Kron.33:1 Manasse 55 56 2Kron.33:21 Amon 2Kron.34:1 Josia 31 32
44
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7 2Kron.24:1 Joas 40 2Kron.25:1 Amazia 29 30 2Kron.26:3 Uzzia 52 53 2Kron.27:1 Jotham 16 2Kron.28:1 Achaz 2Kron.29:1 Hizkia 2Kron.33:1 Manasse 55 56 2Kron.33:21 Amon 2Kron.34:1 Josia 31 32 2Kron.36:2 Joahaz - 0/1 ?
45
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7 2Kron.24:1 Joas 40 2Kron.25:1 Amazia 29 30 2Kron.26:3 Uzzia 52 53 2Kron.27:1 Jotham 16 2Kron.28:1 Achaz 2Kron.29:1 Hizkia 2Kron.33:1 Manasse 55 56 2Kron.33:21 Amon 2Kron.34:1 Josia 31 32 2Kron.36:2 Joahaz - 0/1? 2Kron.36:5 Jojakim 11 12
46
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7 2Kron.24:1 Joas 40 2Kron.25:1 Amazia 29 30 2Kron.26:3 Uzzia 52 53 2Kron.27:1 Jotham 16 2Kron.28:1 Achaz 2Kron.29:1 Hizkia 2Kron.33:1 Manasse 55 56 2Kron.33:21 Amon 2Kron.34:1 Josia 31 32 2Kron.36:2 Joahaz - 0/ 1? 2Kron.36:5 Jojakim 11 12 2Kron.36:9 Jojakin
47
in Zedekia's 11e jaar wordt Jeruzalem verwoest
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7 2Kron.24:1 Joas 40 2Kron.25:1 Amazia 29 30 2Kron.26:3 Uzzia 52 53 2Kron.27:1 Jotham 16 2Kron.28:1 Achaz 2Kron.29:1 Hizkia 2Kron.33:1 Manasse 55 56 2Kron.33:21 Amon 2Kron.34:1 Josia 31 32 2Kron.36:2 Joahaz - 0/1 2Kron.36:5 Jojakim 11 12 2Kron.36:9 Jojakin 2Kron.36:11 Zedekia in Zedekia's 11e jaar wordt Jeruzalem verwoest
48
1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam
koningen Juda volle jaren incl. troonw. 1Kon.11:40; 2Kron.7:11 Salomo + 17 18 2Kron.12:13 Rehabeam 2Kron.13:1,2 Abia 3 4 2Kron.16:13 Asa 41 42 2Kron.20:31 Josafat 25 26 2Kron.21:5 Joram 8 9 2Kron.22:2 Ahazia 1 2 2Kron.22:12; 23:1 Athalia 6 7 2Kron.24:1 Joas 40 2Kron.25:1 Amazia 29 30 2Kron.26:3 Uzzia 52 53 2Kron.27:1 Jotham 16 2Kron.28:1 Achaz 2Kron.29:1 Hizkia 2Kron.33:1 Manasse 55 56 2Kron.33:21 Amon 2Kron.34:1 Josia 31 32 2Kron.36:2 Joahaz - 0/1 2Kron.36:5 Jojakim 11 12 2Kron.36:9 Jojakin 2Kron.36:11 Zedekia totaal 410 max. 430
49
het teken van Ezechiël...
50
neem je een tichelsteen, leg die voor je en teken
Ezechiël 4 1 Jij, mensenkind, neem je een tichelsteen, leg die voor je en teken daarop een stad, Jeruzalem. 2 En breng haar in staat van belegering: bouw een schans tegen haar, werp een wal op tegen haar, sla legerkampen tegen haar op, breng aan alle kanten stormrammen tegen haar in stelling.
51
3 En jij, neem je een ijzeren bakplaat en zet die als een ijzeren muur
Ezechiël 4 3 En jij, neem je een ijzeren bakplaat en zet die als een ijzeren muur tussen jou en de stad. Richt je blikken vast op haar, zodat zij in staat van belegering komt; en beleger haar. Dit zal voor het huis Israels een teken zijn.
52
4 En jij, ga op je linkerzijde liggen en leg daarop de ongerechtigheid
Ezechiël 4 4 En jij, ga op je linkerzijde liggen en leg daarop de ongerechtigheid van het huis Israels; naar het getal der dagen dat je daarop liggen zult, zult je hun ongerechtigheid dragen.
53
van hun ongerechtigheid op, naar het getal van de dagen:
Ezechiël 4 5 En Ik leg je de jaren van hun ongerechtigheid op, naar het getal van de dagen: driehonderd en negentig dagen. Zo zult je de ongerechtigheid van het huis Israels dragen.
54
6 Als je dit hebt volbracht, zul je opnieuw gaan liggen,
Ezechiël 4 6 Als je dit hebt volbracht, zul je opnieuw gaan liggen, op je rechterzijde; dan zul je de ongerechtigheid dragen van het huis van Juda: veertig dagen; VOOR ELK JAAR LEG IK JE EEN DAG op. 390 dagen + 40 dagen = 430 dagen > 430 jaar ongerechtigheid van Israël en Juda eindigend in de verwoesting van Jeruzalem. > de laatste 40 dagen staan voor de 40 jaar die Jeremia profeteerde over Juda tot aan de verwoesting van Jeruzalem (Jer.1:1-3)
55
390 + 40 = 430 jaar 2e verschijning van de HERE aan Salomo; 3000
verwoesting stad & tempel, 3430 3000 3100 3200 3300 3400 3500 = 430 jaar
56
Jeruzalem wordt verwoest...
57
11 Sedekia was eenentwintig jaar oud, toen hij koning werd,
2Kronieken 36 11 Sedekia was eenentwintig jaar oud, toen hij koning werd, en hij regeerde elf jaar in Jeruzalem. 12 Hij deed wat kwaad is in de ogen van JAHWEH, zijn God. Hij verootmoedigde zich niet voor de profeet Jeremia, die in opdracht van JAHWEH sprak.
58
tegen koning Nebukadnessar,
2Kronieken 36 13 Ook kwam hij in opstand tegen koning Nebukadnessar, die hem bij God een eed had doen afleggen; hij verhardde zijn nek en verstokte zijn hart, zodat hij zich niet bekeerde tot JAHWEH, de God van Israel.
59
14 Eveneens maakten al de oversten van de priesters en het volk
2Kronieken 36 14 Eveneens maakten al de oversten van de priesters en het volk zich voortdurend aan ontrouw schuldig, naar al de gruwelen der volken; zij maakten het huis van JAHWEH onrein, dat Hij in Jeruzalem geheiligd had.
60
15 JAHWEH, de God van hun vaderen, zond wel zijn boden tot hen,
2Kronieken 36 15 JAHWEH, de God van hun vaderen, zond wel zijn boden tot hen, vroeg en laat, want Hij ontfermde Zich over zijn volk en zijn woning,
61
15 De HERE, de God hunner vaderen, zond wel zijn boden tot hen,
2Kronieken 36 15 De HERE, de God hunner vaderen, zond wel zijn boden tot hen, vroeg en laat, want Hij ontfermde Zich over zijn volk en zijn woning, 16 maar zij bespotten de boden Gods, verachtten zijn woorden en hoonden zijn profeten, totdat de gramschap van JAHWEH zich zozeer tegen zijn volk verhief, dat geen herstel meer mogelijk was.
62
17 Hij deed de koning der Chaldeeen tegen hen optrekken,
2Kronieken 36 17 Hij deed de koning der Chaldeeen tegen hen optrekken, deze doodde hun jongelingen met het zwaard in hun heiligdom, en hij spaarde jongeling noch maagd, oude noch grijsaard; alles gaf Hij in zijn macht.
63
17 Hij deed de koning der Chaldeeen tegen hen optrekken,
2Kronieken 36 17 Hij deed de koning der Chaldeeen tegen hen optrekken, deze doodde hun jongelingen met het zwaard in hun heiligdom, en hij spaarde jongeling noch maagd, oude noch grijsaard; alles gaf Hij in zijn macht. 18 Al het gerei van het huis Gods, het grote en het kleine, de schatten van het huis van JAHWEH en de schatten van de koning en van zijn vorsten, alles bracht hij naar Babel.
64
19 Zij verbrandden het huis Gods en braken de muur van Jeruzalem af;
2Kronieken 36 19 Zij verbrandden het huis Gods en braken de muur van Jeruzalem af; al zijn paleizen verbrandden zij met vuur en alle kostbaarheden vernietigden zij.
65
19 Zij verbrandden het huis Gods en braken de muur van Jeruzalem af;
2Kronieken 36 19 Zij verbrandden het huis Gods en braken de muur van Jeruzalem af; al zijn paleizen verbrandden zij met vuur en alle kostbaarheden vernietigden zij. 20 Ook voerde hij hen die aan het zwaard ontkomen waren, naar Babel, en zij werden hem en zijn zonen tot slaven, totdat het koninkrijk van Perzie de heerschappij verkreeg;
66
door Jeremia verkondigd, in vervulling te doen gaan...
2Kronieken 36 21 om het woord van JAHWEH, door Jeremia verkondigd, in vervulling te doen gaan... O.a. Jeremia 29:10 Want zo zegt JAHWEH: Neen, als voor Babel ZEVENTIG JAREN voorbij zullen zijn, DAN zal Ik naar u omzien en mijn heilrijk woord aan u in vervulling doen gaan door u naar deze plaats terug te brengen.
67
70 jaar 430 jaar 500 jaar 2e verschijning van de HERE aan Salomo
terugkeer naar het land verwoesting stad & tempel, 3430 430 jaar 70 jaar 3000 3100 3200 3300 3400 3500 500 jaar
68
door Jeremia verkondigd, in vervulling te doen gaan: totdat het land
2Kronieken 36 21 om het woord van JAHWEH, door Jeremia verkondigd, in vervulling te doen gaan: totdat het land zijn sabbatsjaren vergoed gekregen heeft. Al de dagen die het woest lag, heeft het gerust, om zeventig jaar vol te maken. = elk zevende jaar rust voor het land; Lev.25
69
door Jeremia verkondigd, in vervulling te doen gaan: totdat het land
2Kronieken 36 21 om het woord des HEREN, door Jeremia verkondigd, in vervulling te doen gaan: totdat het land zijn sabbatsjaren vergoed gekregen heeft. Al de dagen die het woest lag, heeft het gerust, om zeventig jaar vol te maken. 70 sabbatsjaren representeren 500 jaar! 7 sabbatsjaren in 50 jaar & = 70 sabbatsjaren in 500 jaar
70
70 jaar 430 jaar 500 jaar terugkeer naar het land
2e verschijning van de HERE aan Salomo verwoesting stad & tempel, 3430 430 jaar 70 jaar 3000 3100 3200 3300 3400 3500 500 jaar
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.