De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

bloedsomloop en lymfestelsel

Verwante presentaties


Presentatie over: "bloedsomloop en lymfestelsel"— Transcript van de presentatie:

1 bloedsomloop en lymfestelsel
Bloed en lymfe bloedsomloop en lymfestelsel

2 Bloed Afweer tegen ziekteverwekkers Zorgt voor goed functioneren van
Het menselijk lichaam bevat 4-6 liter bloed Is Rood zuurstofarmbloed is donkerrood, zuurstofrijk is helderrood (blauw bloed bestaat niet) Functies van bloed : Het transporteren van: voedingsstoffen en afvalstoffen zuurstof en kooldioxide hormonen Ureum van lever naar nieren Afweer tegen ziekteverwekkers Door witte bloedcellen Door vorming van antistoffen Zorgt voor goed functioneren van de temperatuur, zuurgraad, Herstel van beschadiging door stolling Samenstelling 40-45 % bloedcellen % bloedplasma (water)

3 Bloed Samenstelling 40-45 % bloedcellen % bloedplasma (water)

4 Bloed Bloedcellen: Rode bloedcellen of erytrocyten
Witte bloedcellen of leukocyten Bloedplaatjes of trombocyten

5 Rode bloedcellen Bloedarmoede of anemie wordt veroorzaakt door
Rode bloedcellen (erytrocyten): zijn kernloos bevatten hemoglobine (ijzer) worden gemaakt in het rode beenmerg (platte beenderen) leven ongeveer dagen Bloedarmoede of anemie wordt veroorzaakt door bloedverlies te weinig aanmaak van cellen (door bv een ijzer gebrek = ijzergebrekanemie) te kort aan vitamine B12 = pernicieuze anemie, waardoor te weinig rode bloedcellen worden aangemaakt Verkorte levensduur van rode bloedcellen (vaak aangeboren)

6 Sikkelcelanemie Sikkelcelanemie en sikkelcelziekte zijn recessieve erfelijke aandoeningen, waarbij het hemoglobine (het zuurstof-transporterende pigment in rode bloedcellen) abnormaal is. Een persoon die drager is van 1 kopie van dit gen (dus heterozygoot is) vertoont meestal zelf weinig klachten of symptomen. Als iemand echter homozygoot is voor het gen (dus kopieën van het defecte gen van beide ouders heeft gekregen) dan zal dit doorgaans gepaard gaan met symptomen van sikkelcelziekte. Symtomen: Karakteristiek voor de ziekte is anemie(bloedarmoede), episoden van pijnlijke botcrisen en de betrokkenheid van meerdere organen. Sikkelcelziekte gaat ook gepaard met een verhoogde stollingsactivatiestatus. Daarnaast hebben lijders aan de ziekte de neiging tot het oplopenvan infecties, en kennen zij andere complicaties.

7 Witte bloedcellen Witte bloedcellen (leukocyten): Granulocyten
Gemaakt in rode beenmerg Bevatten korreltjes Treden buiten de bloedbaan Maken door fagocytose bacterien onschadelijk Lymfocyten Gevormd in lymfeknopen (klieren) en in de milt Maken antistoffen (antigenen) tegen ziekteverwekkers Bloedplaatjes (trombocyten) Belangrijk bij de bloedstolling

8 Bloedstolling

9 Bloed Bloedplasma Samenstelling 90 % water met daarin opgelost
Alle voedingsstoffen Enzymen Hormonen (uit endocriene klieren) Antistoffen Stollingseiwitten (fibrinogeen) Afvalstoffen Functie van bloedplasma: Transportfunctie van al deze stoffen Regelen van de celspanning Beschermen van het lichaam door de aanwezige antistoffen.

10 Bloedgroepen Rhesusfactor Er bestaan verschillende bloedgroepen
bloedgroep AB (3% ) bloedgroep A (42% ) bloedgroep B (8% ) bloedgroep 0 (47%) Rhesusfactor Een bloedgroep kan ook een stollingseiwit bevatten; dan staat er een + achter. Bloedtransfusie Als iemand bloed nodig heeft kan dat worden toegediend, alleen is niet al het bloed geschikt: AB+ kan alle bloedgroepen ontvangen O- is voor iedere bloedgroep donor

11 Bloedvatenstelsel Bestaat uit Hart Slagaders Aders Haarvaten

12 Ons Hart Het hart is een holle spier (dwarsgestreept spierweefsel)
Het hart klopt gemiddeld 70 slagen per minuut (bij vrouwen iets sneller dan bij mannen) en gemiddeld 2,5 miljard keer in een heel leven….. Het hart klopt in rust ongeveer 60 x per minuut (polsslag) Het hart kan getraind worden en hierdoor groter worden (hartslag wordt dan lager) Het hart pompt 4-5 liter per minuut rond; per dag plm liter Het hart wordt aangestuurd door het autonome zenuwstelsel (nervus sympathicus en nervus parasympathicus). Het hart wordt zelf van bloed voorzien door de kransslagaders.

13 Anatomie Hart Hartwand bestaat uit 3 lagen
Epicardium = laag bindweefsel Myocardium = spierweefsel Pericardium = epitheelweefsel De wand van de kamers zijn dikker dan die van de boezems De wand van de linker kamer is het dikst Hartkleppen Tussen boezems en kamers (twee- en drieslippige kleppen) Tussen de kamers en de slagaders (halvemaanvormige kleppen)

14 Doorsnede Hart

15 Anatomie van het hart

16 Werking Hart Systole: samentrekking Diastole: ontspanning pauze
Eerst trekken de boezems zich samen  bloed stroomt naar de kamers . Dan trekken de kamers zich samen  bloed stroomt naar de slagaders. Diastole: ontspanning pauze Boezems lopen vol vanuit de longaders (linker boezem) en vanuit de holle aders (rechter boezem)

17 Bloeddruk Bloeddruk wordt beinvloedt door Systolische druk
De spanning die op de slagaders ontstaat tijdens de samentrekking Ook wel bovendruk Optimale druk is 120 mm Hg (kwikdruk) Diastolische druk De spanning op de slagaders tijdens de rust in de hartslag Ook wel onderdruk Optimale druk is 80 mm Hg Bloeddruk wordt beinvloedt door Hoe krachtig trekt het hart samen. Dit is afhankelijk hoe sterk de hartspier is (bij mannen sterker) Een “sporthart” is ook sterker Hoeveel weerstand veroorzaken de bloedvaten Dit kan worden beinvloed door roken

18 Bloedvaten Slagaders Aders Voeren bloed van het hart af
Staan onder hogere druk Dikkere spierwand Geen kleppen (alleen de halvemaanvormige) Aders Voeren bloed naar hart toe Staan onder lagere druk Dunnere spierwand Bevatten kleppen tegen terugstromen

19 Bloedvatvernauwing

20 Spataderen Spataderen zijn verwijde aderen
De kleppen sluiten daardoor niet meer goed Bloed kan hierdoor minder goed doorstromen Oorzaken Staande arbeid Zwangerschap Erfelijke aanleg Slechte hartwerking

21 Behandeling spataderen
Wegspuiten (sclerotherapie) Laseren (EVTL behandeling) Opereren (flebectomie) Steunkousen

22 Haarvaten (capilairen)
Dit zijn verbindingen tussen de kleinste slagaders (arteriolen) en de kleinste aders (venulen). Slagaderlijke haarvaten: geven vocht, zuurstof en voedingsstoffen af Aderlijke haarvaten: voeren afvalstoffen (zoals CO2) af.

23 Haarvaten (capilairen)

24 Haarvaten (capilairen)

25 Bijzondere vaatsystemen
Anastomosen Collaterale bloedvaten: Omleidingen in het vaatsysteem Arterio-veneuze verbinding: slagader staat direct in verbinding met ader en neemt tijdelijk de functie over van beschadigde bloedvaten. Eindarterie: Slagader zonder omleidingen: bij beschadiging afsterving weefsel

26 Bijzondere vaatsystemen

27 Bloedsomloop Grote bloedsomloop (lichaamscirculatie)
Begint vanuit de linker boezem en via linker kamer  aorta (lichaamsslagader)  alle delen van het lichaam  via de holle aders weer terug naar de rechter boezem van het hart Kleine bloedsomloop (longcirculatie) Begint vanuit de rechter boezem van het hart via de rechter kamer longslagader  haarvaten rond de longen  via de longader naar de linker kant van het hart

28 Oppervlakkige slaapslagader
Inwendige halsader Bovenste holle ader Longslagader Armader Hart Nierader Darmbeenader Beenader Dijbeenader Achterste scheenbeenader Kleine beenader Doorborende aderen Ader van de voetrug Slagader van de voetrug Achterste scheenbeenslagader Dijslagader Darmbeenslagader Darmscheilslagader Nierslagader Leverslagader Leverader Armslagader Longader Aorta Gemeenschappelijke halsslagader Spaakbeenslagader Kniekuilslagader Rozekransader A Aortaboog B Borstslagader C Buikslagader D Aorta of lichaamsslagader

29 Bloedvaten hoofd

30 Lymfe Wat is lymfe? Wat is de functie van lymfe?
Dit is weefselvocht dat door bloedvaten doorgelaten wordt en wordt opgenomen in de lymfevaten. (je hebt ongeveer 3 x zoveel lymfevocht als bloed in je lichaam) Wat is de functie van lymfe? Het voert schadelijke stoffen af Het vervoert voedingsstoffen Het vervoert lymfocyten Verschil tussen bloed en lymfe: Lymfe…… bevat geen zuurstof stolt minder snel (bevat geen fibrinogeen) bevat geen rode bloedcellen bevat veel meer lymfocyten

31 Lymfestelsel Het lymfestelsel is een open vatensysteem.
Het lymfevocht circuleert dus niet, maar gaat maar één kant op. Kleine lymfebuisjes nemen weefselvocht op en verzamelen dat in steeds grotere lymfevaten. Deze bevatten, net als aderen, een kleppensysteem waardoor het vocht niet terug stroomt. Het lymfevocht verzamelt zich in de linker (de borstbuis) en rechter lymfebuis en deze brengen het lymfevocht via de linker en rechter sleutelbeenader terug in de bloedsomloop. Door spier samentrekking of massage (mits de goede kant op) wordt het lymfevocht verder gebracht.

32 Lymfestelsel

33 Lymfeklieren In het lymfestelsel bevinden zich verdikkingen: de lymfeknopen of lymfeklieren. Functie lymfeklieren: Filteren de lymfe Vernietigen bacterien Maken lymfocyten aan De grootste lymfeknoop is de milt met als extra functies afbraak rode bloedcellen waaruit de hemoglobine wordt opgeslagen bloedreservoir voor wanneer de bloedvaten zich verwijden.


Download ppt "bloedsomloop en lymfestelsel"

Verwante presentaties


Ads door Google