Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdLieven Hans Molenaar Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
De toelage voor participatie en sociale activering: cijfers 2017
Provinciale ontmoeting Herfst 2018
2
Context Omzendbrief van 29 mei 2017 betreffende de resultaatindicatoren in de vorm van kwantitatieve gegevens Gegevens uit het Uniek Jaarverslag (bestaande gegevens + toegevoegde velden) Eerste analyse
3
Benadering Focus op : Benuttingsgraad van de toelage
De “nieuwigheden” (vanaf 2017) : De 3 luiken (met de « schotten») De « kleine » OCMW’s (toelage ≤ 5000€) De collectieve modules (luik B) De samenwerking tussen OCMW’s onderling
4
Gegevens Aantal OCMW’s Beschikbaar toelagebedrag Aantal deelnemers
Gemiddelde kost per deelnemer Verantwoord bedrag Verantwoordingsgraad Aangepast toelagebedrag Benuttingsgraad
5
Verantwoordingsgraad
=> verhouding tussen het toelagebedrag volgens het toelagebesluit (= beschikbare bedrag) en het bedrag dat verantwoord werd in het Uniek Jaarverslag (uitgedrukt in %) => ‘over-verantwoording’ was mogelijk (met het oog op een eventuele herverdeling van het niet-benut saldo)
6
Benuttingsgraad => verantwoord bedrag teruggebracht naar het maximaal “betoelaagbaar” bedrag, uitgedrukt in % Bij ‘over-verantwoording’ wordt de toelage begrensd tot het beschikbare bedrag Schotten: wanneer het minimum vereiste % van een luik niet werd gebruikt, dan gaat dat deel van de toelage verloren (zelfs indien men over-verantwoordt in een ander luik)
7
Verdeling van de toelage per Gewest
8
Beschikbaar bedrag/verantwoord bedrag per Gewest
9
Verantwoordingsgraad per Gewest
10
(potentiële) Benuttingsgraad per Gewest
11
Verantwoordingsgraad per provincie + Brussels Hoofdstedelijk Gewest
12
Benuttingsgraad (potentiële) per provincie + Brussels Hoofdstedelijk Gewest
13
De drie luiken van de toelage
Bevorderen van maatschappelijke participatie Organiseren van collectieve modules Bestrijden van kinderarmoede
14
De drie luiken van de toelage
Artikel 3,§3, van het toelagebesluit legt per luik minima en/of maxima op (= schotten) : Collectieve modules: min. 25% en max. 50% (tot 100% personeelskosten) Kinderarmoede: min. 25% (max. 10 % personeelskosten) Het restbedrag van max. 50 % : bevorderen van maatschappelijke participatie en/of kinderarmoede (maximum 10 % personeelskosten voor luik ‘maatschappelijke participatie) Bij niet respecteren van de minima, verlies van dat deel van de toelage
15
De drie luiken van de toelage
Vaststellingen op nationaal niveau: Aandeel personeelskosten: conform het toelagebesluit Luik A : 8 % Luik B : 58 % Luik C : 7 % Verdeling tussen de luiken: ± gelijke verdeling Luik A : 32 % Luik B : 35 % Luik C : 35 % % individuele trajecten: is iets hoger bij de collectieve modules Luik A : 27 % Luik B: 36 % Luik C : 28 % Gemiddelde kost per deelnemer hoger bij de collectieve modules Luik A : 20 € Luik B : 208 € Luik C : 57 €
16
Verdeling van de drie luiken volgens de Gewest (op basis van de verantwoording)
17
De OCMW’s volgens toelagebedrag
18
De OCMW’s volgens toelagebedrag
Vaststellingen: Verantwoordingsgraad: het hoogst bij de “kleine” OCMW’s ≤ 5000€ : 144 % 5000€ € : 129 % > 7500 € : 102 % Benuttingsgraad: het hoogst bij de OCMW’s > 5000€ ≤ 5000€ : 88 % 5000€ € : 88 % > 7500 € : 91 %
19
De “kleine” OCMW’s (toelage ≤ 5000 €)
De “kleine” OCMW’s zijn niet verplicht om de opgelegde minima te respecteren (volgens art.3, §3 van het toelagebesluit) =>vrije besteding Maatschappelijke participatie Collectieve modules
20
De “kleine” OCMW’s (toelage ≤ 5000 €)
Verantwoordingsgraad: gemiddeld 144 % Benuttingsgraad: gemiddeld 88% → 83/194 onder-verantwoorden (< 100%) waarvan 19 OCMW’s < 50% = 43% → 111/194 benutten de toelage aan 100% (verantwoording ≥ 100%) = 57% Ter vergelijking met de overige OCMW’s (> 5000€) : → 188/395 benutten de toelage aan 100% (verantwoording ≥ 100%) = 48% Meer “kleine” OCMW’s benutten de toelage volledig : aanwijzing voor beperkend karakter van de schotten ?
21
De “kleine” OCMW’s (toelage ≤ 5000 €)
Wat is de reden voor de onderbenutting van de toelage bij 83 “kleine” OCMW’s? Niet de schotten, want vrije besteding voor de “kleine” OCMW’s Beperkte bedrag van de toelage? Probleem van schaalgrootte van het OCMW?
22
De collectieve modules (luik B)
23
De collectieve modules (luik B)
24
De collectieve modules (luik B)
25
De collectieve modules (luik B)
De OCMW’s van de 5 grote steden: gemiddelde gegevens Vaststellingen m.b.t. deze 5 OCMW’s : 3 op 5 : uitsluitend personeelskosten 2 sur 5 : uitsluitend werkingskosten Verschillende percepties van de begrippen “afhakers” en “meetbare vooruitgang” Grote verschillen tussen aantal collectieve modules, aantal dagen, aantal deelnemers en gemiddelde kost per deelnemer % afhakers % meetbare vooruitgang Gemiddelde kost per deelnemer % besteed aan collectieve modules % personeelskosten 11% 83% 929 € 38% 59%
26
De collectieve modules (luik B)
27
Samenwerking tussen de OCMW’s
Per luik: Bevorderen van maatschappelijke participatie: 8 OCMW’s hebben samengewerkt 4 met 1 ander OCMW 2 met 2 andere OCMW’s 1 met 4 andere OCMW’s 1 met 8 andere OCMW’s Organiseren van collectieve modules: 15 OCMW’s hebben samengewerkt 10 met 1 andere OCMW 3 met 2 andere OCMW’s 2 met 4 andere OCMW’s Bestrijden van kinderarmoede: 1 OCMW heeft samengewerkt 1 met 1 ander OCMW In totaal: 20 OCMW’s hebben samengewerkt met andere OCMW’s
28
Samengevat Toelage wordt steeds optimaler benut
Belang van over-verantwoording De drie luiken worden evenredig benut Relatief optimale benutting collectieve modules O.b.v. steekproef 5 grote OCMW’s Hoog aandeel deelnemers met positieve evolutie (83%) Laag aandeel afhakers (11%) In verhouding wordt er weinig samengewerkt Hogere benuttingsgraad bij ‘vrije besteding’ Aanwijzing voor beperkend karakter van de schotten?
29
Bedankt voor uw aandacht! Vragen? Bedenkingen? Suggesties?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.