Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdVincent de Kooker Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Mondeling Nederlands Cursus 1 – Module 2 Dag 1
2
Weet je nog? Goedemorgen Ik ben ….. Mijn naam is ……
Wijs aan: de pen , het potlood, de gum, het papier, de stoel, de tafel, de juf
3
Mix en Koppel Ll1: ‘goedemorgen! Ik heet ….. Hoe heet jij ….?
Ll1 : dag! Ll 2: dag!
4
Woord van de dag: het huis
5
Klankoefeningen /o/ - /oo/
boos rook zoon poos toos loop koos voor boot woon
6
Klankoefeningen /o/ - /oo/
bos rok zon gok rot ton hok mol sok mos som
7
klankversje ben je boos pluk een roos zet hem op je hoed dan ben je morgen weer goed
8
Wijs mee Laat de kinderen op de plaat van het huis (in de map) meewijzen terwijl je de verschillende ruimtes benoemt
9
+ benoem de onderdelen van de badkamer
10
het bad
11
het dak
12
+ zeg maar na: “ik loop naar de gang” , “de jas hangt op de gang”
13
de huiskamer
14
de kapstok
15
de keuken
16
de klas
17
de slaapkamer
18
de sleutel
19
de trap
20
de wc
21
plassen
22
tellen
23
hallo
24
goedemiddag
25
rood
26
wit
27
blauw
28
een 1
29
twee 2
30
drie 3
31
vier 4
32
vijf 5
33
zes 6
34
zeven 7
35
acht 8
36
negen 9
37
tien 10
38
meervoud het bad het dak de deur de gang het huis de kapstok de klas de trap
39
meervoud het bad de baden het dak de daken de deur de deuren de gang de gangen het huis de huizen de klas de klassen de trap de trappen de kapstok de kapstokken
40
meervoud de badkamer de huiskamer de keuken de slaapkamer de sleutel de wc
41
meervoud de badkamer de badkamers de huiskamer de huiskamers de keuken de keukens de slaapkamer de slaapkamers de sleutel de sleutels de wc de wc’s
42
grammatica tweetalcoach TEL-er
Leg het juiste aantal voorwerpen bij de cijferkaartjes Ik heb 5 boeken Ik heb ER 5
43
spelen bij Sem Het verhaal
44
Wat heb je geleerd?
45
Dag 2
46
Weet je nog? het huis de huiskamer de slaapkamer de badkamer de gang
de wc de keuken
47
weet je nog? Het verhaal Wie? doet? wat? waar?
Herhaal de ruimtes in het huis en wijs de paarse plaat aan
48
woord van de dag: de slaapkamer
49
Klankoefeningen /oo/ boos rook zoon poos toos loop koos voor boot woon
50
klankversje ben je boos pluk een roos zet hem op je hoed dan ben je morgen weer goed
51
+ de bank – de banken (laat de meervoudsvorm erbij zeggen, corrigeer waar nodig)
52
+ de bedden het bed
53
de badkamer
54
het bad
55
de gang
56
de huiskamer
57
de keuken
58
de weg vragen: Waar is …. de keuken de wc de badkamer de slaapkamer
de huiskamer etc. Eventueel laten aanwijzen op de plaat van het huis (zie dag 4)
59
de muur
60
de tv
61
koken
62
+ “ik slaap in het bed” slapen
63
meervoud de bank het bed de muur
64
meervoud de bank de banken het bed de bedden de muur de muren
65
meervoud de tv
66
meervoud de tv de tv’s
67
Aan de slag De leerlingen krijgen per tweetal een A4. Elk tweetal tekent een aparte ruimte in het huis (de keuken, de badkamer, de wc, de slaapkamer, de huiskamer) Als ze klaar zijn voeg je deze samen tot 1 huis en teken je een muur en een dak eromheen
68
Wat heb je geleerd? Laat de kinderen hun kamer van het huis aanwijzen, welke woorden kennen ze hierbij?
69
Dag 3
70
Weet je nog? Het huis (praatplaat op volgende dia) De woonkamer
De slaapkamer De keuken De badkamer De bank het bad
73
Klankoefeningen /o/ - /oo/
boos rook zoon poos toos loop koos voor boot woon
74
klankversje ben je boos pluk een roos zet hem op je hoed dan ben je morgen weer goed
75
het adres
76
de arm
77
het bad
78
de badkamer
79
de bloes
80
de buik
81
de douche
82
het water
83
de kraan
84
het lijf
85
de verwarming
86
de zeep
87
het zweet
88
warm en koud
89
ruiken
90
wassen – zich wassen
91
aankleden
92
wonen
93
vies - schoon
94
thuis
95
waar
96
warm en koud
97
meervoud het adres de arm het bad de bloes de buik de kraan het lijf de verwarming
98
meervoud het adres de adressen de arm de armen het bad de baden de bloes de bloezen de buik de buiken de kraan de kranen het lijf de lijven de verwarming de verwarmingen
99
meervoud de douche
100
warm en koud
101
Waar is mijn huis? Het verhaal
102
Wat heb je geleerd? Gebruik de wie/wat/waar kaarten om het verhaal na te vertellen
103
Dag 4
104
Waar is mijn huis? Het verhaal
105
Wijs aan: het bad , de wastafel, de wc, de douche, de zeep
De badkamer
106
Klankoefeningen /oo/ boos rook zoon poos toos loop koos voor boot woon
107
klankversje ben je boos pluk een roos zet hem op je hoed dan ben je morgen weer goed
108
Kunnen jullie mij helpen? Waar zijn de verhaalplaten?
Ik snap er niks van! Kunnen jullie mij helpen? Waar zijn de verhaalplaten?
109
Bedankt! Dankjewel!
110
Wil jij mij helpen?
111
De bal
112
geven
113
gooien
114
pakken
115
aankleden
116
ruiken
117
Kunt u mij helpen? helpen
118
Kun jij de bal geven? Kun jij mij helpen? Kun jij de bal gooien?
Kun jij de zeep ruiken? kunnen
119
Snap jij mij? Snap jij het verhaal? snappen
120
vallen
121
willen
122
zoeken
123
Dag 5
124
Weet je nog? Het huis De woonkamer De slaapkamer De keuken De badkamer
De bank het bad
126
Klankoefeningen /o/ - /oo/
boos rook zoon poos toos loop koos voor boot woon
127
klankversje ben je boos pluk een roos zet hem op je hoed dan ben je morgen weer goed
128
Woord van de dag: de plant
129
Het blad
130
De gieter
131
De grond (aarde)
132
De pot
133
groeien
134
verzorgen
135
Water geven
136
Licht - donker
137
Makkelijk - moeilijk
138
HET woorden Pak de HET doos Bekijk de woorden met de kinderen
Plak ze op het HET-blad in de klas
139
De plant Het verhaal
140
Mama vult de gieter met water
141
Samira krijgt de gieter
142
Samira geeft de plant water
143
Het blad breekt af
144
Samira lijmt het blad vast
145
Vertel het verhaal maar na
Leg het neer met de stroken
146
Het - woorden Pak de HET- doos en een rood blad
Herhaal alle het woorden uit de doos Schrijf het woord: wonen op het blad Laat de kinderen alle het- woorden opplakken en kleuren in hun woordenboek
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.