De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Met SOLK ben je de ‘KLOS’; wat kan de kinderfysiotherapeut doen?

Verwante presentaties


Presentatie over: "Met SOLK ben je de ‘KLOS’; wat kan de kinderfysiotherapeut doen?"— Transcript van de presentatie:

1 Met SOLK ben je de ‘KLOS’; wat kan de kinderfysiotherapeut doen?
Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke klachten

2 Wat komt aan bod? Inleiding theorie
Welke 8 stappen zijn er te nemen in onderzoek en behandeling? Uitwerking anamnese Uitwerking educatie

3 Literatuurstudie 1 Ayling Campos A, Amaria K, Campbell F, McGrath PA. Clinical impact and evidence base for physiotherapy in treating childhood chronic. Pain. Physiotherapy Canada, Volume 63, Number 1: 21-36 D 2 Odell, S, Logan, DE. Pediatric pain management: the multidisciplinary approach. Journal of Pain Research 2013:6, 3 Eccleston C, Malleson PN, Clinch J, Connell H, Sourbut C. Chronic pain in adolescents: evaluation of a programme of interdisciplinary cognitive behaviour therapy. Arch Dis Child 2003 ; 88:881–885 C 4 Moseley GL, Nicholas MK, Hodges PW. A randomized controlled trial of intensive neurophysiology education in chronic low back pain. Clin J Pain 2004;20: 324e30. B 5 Palermo TM, Law EF, Fales J, Bromberg MH, Jessen-Fiddick T, Tai G. Internet-delivered Cognitive-behavioral Treatment for Adolescents with Chronic Pain and their Parents: A Randomized Controlled Multicenter Trial. Pain Sep 2.

4 Literatuurstudie Kinderfysiotherapeutische behandeling:
pijn gedrag te verminderen en gezond gedrag te bekrachtigen operante gedragstechnieken en cognitieve technieken worden aangewend. desentisatie en ontspanningstechnieken worden gebruikt stellen van SMART doelen opbouwen van functionele activiteiten die betekenisvol zijn de positieve effecten van oefenen en negatieve effecten van inactiviteit worden voorgesteld educatie over pijn en chronische pijn omgang met pijn binnen de groep leeftijdsgenoten motivatie

5 SOLK 10 tot 15% van de jongeren in Nederland klachten heeft zoals hoofdpijn, vermoeidheid, spierpijn, duizeligheid of buikklachten (Janssens 2011). Impact op het dagelijkse functioneren, zoals de mate van schoolverzuim, is groot (Eminson 2007; Janssens 2011). De klachten blijken vaak voor te komen bij kinderen en jongeren met angst- en stemmingsproblemen (Eminson 2007; Janssens 2011; Just e.a. 2004; Masi e.a. 2000).

6 Voor deze presentatie: chronische pijn
Vaak blijft het alarmsignaal aan staan (centrale sensitisatie met als kenmerk allodynie en veralgemeende hyperalgesie) Patiënt klaagt over pijn, die langer duurt dan op basis van objectiveerbare bevindingen en kennis van fysiologische herstelprocessen verwacht mag worden Medische circuit bewandeld voor onderzoeken en ineffectieve interventies Beperkt functioneren, op motorisch en psychosociaal gebied

7 Chronische pijn Descenderende pijninhibitie faalt en is gekoppeld aan psychologische factoren (cognitieve en emotionele) als catastroferen, kinesiofobie, passieve coping, hypervigilantie, angst en depressie > pijnervaring wordt versterkt.

8 Chronische pijn Pijnneuro matrix verandert:
Verhoogde neurale activiteit Ander patroon van hersengebieden Efficiëntere verbindingen tussen neuronen Gevolg: potentieel niet gevaarlijke boodschappen worden als gevaarlijk geinterpreteerd en nociceptieve prikkels geven langere en intensievere pijnsensaties

9 Pijnmatrix Pijn is een bewuste ervaring
Interpretatie wordt beïnvloed door Herinneringen Cognities Emoties Pathologische factoren Genetische factoren Geen nocisensorisch signaal nodig

10 Pijnmatrix Activiteit in het brein: neurale handtekening
> specifieke individuele pijnervaring > biopsychosociaal van aard > samenhang met plaats, intensiteit, emoties, cognities en gedragingen

11 Onbegrepen pijnklachten en sensitisatie
Geen afwijkingen of beschadigingen Aanpassing van neurofysiologische pijnsysteem Sensitisatie binnen perifeer en centraal zenuwstelsel Deels genetisch bepaald Onderhouden door Psychologische factoren Gedragsmatige factoren Omgevingsfactoren

12 Onbegrepen pijnklachten en sensitisatie
Herkennen van centrale sensitisatie: Disproportionele pijn of verergering van klachten Pijngebied is uitgebreid, maar niet volgens dermatomen Pijn is moeilijk te omschrijven Pijn reageert niet op pijnstillers Ongewoon verloop

13 Studie Perquin (Perquin 2000)
5400 kinderen van 0-18 jaar Meisjes van jaar: veel meer pijn dan andere groepen 30-45% continu pijn, waarvan 25 % hoofdpijn in combinatie met buikpijn 50% consulteert arts, 39% medicijnen

14 Wie is er beperkt door pijn?
Catastroferen (Vervoort et al, 2009 and 2010) Pijn gerelateerde angst (Simons et al, 2012) Pijn intensiteit (Gauntlett-Gilbert, Eccleston, 2007) Depressie (Gauntlett-Gilbert, Eccleston, 2007) Positieve verwachtingen over mogelijkheden (Huguet et al, 2009) 14

15 Biopsychosociaal verklaringsmodel
Pijn Angst en vermijding Verkeerde attributies Gefaalde behandeling Behoedzaam bewegen Aangeleerde hulpeloosheid Aandacht op symptomen Kwetsuur Terugtrekken uit school en sociale bezigheden Fysieke deconditionering Gereduceerde fysieke activiteit Boosheid, frustratie Familie

16 Gevolgenmodel (Van Rood en Visser, 2003)
Veronderstelling: oorzaak van klachten niet bekend > dus kan niet behandeld worden > bij lang bestaande klachten > wat het herstel verhinderd is belangrijker Inventariseren van de klacht en de gevolgen voor dagelijks leven Interventies gericht op opheffen instand houdende gevolgen

17 Automatische cognities in reactie op de klachten
Deelsverklaarde of onverklaarde klachten, subjectief beleefde of observeerbare klachten, aard, lokalisatie, intensiteit, ontstaan, verloop, begeleidende verschijnselen, verloop van een doordeweekse dag Ideeën over de klacht Van het kind, van de ouders, van andere belangrijke personen over de oorzaak Automatische cognities in reactie op de klachten Cognitieve en emotionele gevolgen Aandacht en concentratie problemen: leerproblemen Stemming: Angst Somberheid Depressieve klachten Boosheid Gedragsmatige gevolgen Verzet tegen beperkingen: Forceren en doorgaan ondanks klachten Vermijden van activiteiten die leiden tot toename van klachten Terugtrekken uit sociale situaties Afname fysieke activiteiten Lichaamssignalen negeren of juist monitoren Maatregel om klachten te verminderen: medicijnen, hulpmiddelen Lichamelijke gevolgen In en doorslaap problemen Verandering eetpatroon Verslechterde conditie Spierspanning Spierkracht Mobiliteit Sociale gevolgen Schoolverzuim Sociale isolatie Onderlinge relatie ouders Hulpzoekgedrag Conflicten Interactie met leeftijdsgenoten en ouders

18 Stappen KFT onderzoek en behandeling (Dedel, Essink 2013)
Probleeminventarisatie Probleemanalyse Activiteiten kiezen Startniveau bepalen Educatie Doel en opbouw bepalen Opbouwschema uitvoeren Generalisatie en evaluatie

19 Common sense model (zelfregulatie model van Leventhal)
Relatie tussen gedrag en gedachten

20 Common sense model (zelfregulatie model van Leventhal)
Domeinen van ziektepercepties: Oorzaak > gedachten over de oorzaak Consequenties > gedachten over impact op ADL en KvL Identiteit > interpretatie en labelling > symptomen Tijdsduur > verwachting over duur van de klacht Behandelbaarheid > invloed, vertrouwen, verwachtingen, vorm van de behandeling Controleerbaarheid > of en hoe iemand controle kan uitoefen Ziektebegrip> begrip over ziekte en interpretatie klachten Ziektespecifieke percepties > ‘bewegen berokkend schade’ Emotionele respons

21 Anamnese en screening Anamnese (op zoek naar in stand houdende factoren) Cognitieve en emotinele gevolgen Gedragsmatige gevolgen Lichamelijke gevolgen Sociale gevolgen Screening: Gele en oranje vlaggen Hulpvraag Klachten? Medisch onderzoek? Wat wil je weer kunnen gaan doen? (= doel) School? Stemming? Coping? Sociale isolatie? Bewegen? Slapen? Life events? Pesten? Eerder doorgemaakte zorg? Motivatie?

22 Anamnese Percepties uitvragen:
Wat denk je zelf dat de oorzaak is? (oorzaak) Denk je zelf nog dat er beschadiging is? (oorzaak) Wat zou er mis kunnen zijn? (oorzaak) Wat zijn dingen die je niet meer doet? (consequenties) Wat zou je graag weer willen doen? (consequenties) Zijn er nog andere klachten? (identiteit) Relatie klachten onderling? (identiteit) Denk je dat het nog beter kan worden? (tijdsduur) Hoe lang denk je dat de klacht gaat duren? (tijdsduur)

23 Anamnese Welke advies zou je jezelf geven? (behandeling)
Welke behandeling verwacht je? (behandeling) Denk je dat behandeling door psycholoog zinvol zou kunnen zijn? (behandeling) Wat doe je bij veel klachten? (controleerbaarheid) Gebruik je medicatie? (controleerbaarheid) Hoe verklaar je de klachten? (ziektebegrip) Waarom gaat het niet over? (ziektebegrip) Denk je dat je je hobby’s straks weer kunt uitvoeren? (ziktespecifieke percepties)

24 Tips! Maak een specifieke anamnese voor doelgroep. Durf te vragen.
Vraag door bij moeilijke onderwerpen. Respecteer stilte. Autonomie en vertrouwen. Biopsychosociaal.

25 Wanneer educatie? Gedachten over de behandeling komen niet overeen.
De patient is niet gemotiveerd voor de behandeling. Ziektepercepties zijn inadequaat. Emotionele gevolgen van de aandoening > eerst laten behandelen of een gecombineerde behandeling.

26 Educatie Doel: Verandering van activiteitenniveau ondanks de pijn
verklaringsmodel voor pijn en instandhoudende factoren en behandelaanpak Informeren over oorzaak van aannhoudende en onverklaarde pijnklachten Afstemming patient en behandelaar en Verandering van activiteitenniveau ondanks de pijn Inzicht in eigen pijnprobleem veruimen Er- en herkennen van psychosociale factoren Welke winst kan behaald worden Gericht op het faciliteren van de bereidheid tot gedragsverandering Begrijpen, willen, kunnen, doen, blijven doen

27 Vaardigheden Kies begrijpelijke taal, model, metafoor (inbraak alarm, inzoomen, fantoom, aandacht) Sluit aan bij het verhaal van het kind Neem een neutrale houding aan, beoordeel en veroordeel niet Gebruik een dialogische gespreksvorm Controleer of het kind het begrijpt

28 Welke aspecten kunnen aan de orde komen?
De oorzaak van de pijn: Biomedisch en biopsychosociaal Opvattingen over pijn: pijn voelen zonder lichamelijk letsel, waarschuwingssignaal, bij chronische pijn geen waarschuwing meer Verklaringsmodellen voor de pijnklachten: Pijnmatrix Sensitisatie: perifeer en centraal Poorttheorie Top down <> bottum-up Opvattingen over bewegen: Rust geneest en bewegen verergert Operante leereffecten: Vermijdingsleren is niet effectief De behandeling: Activiteiten en tijdcontigent Winst van gedragsverandering: Resultaat van de behandeling

29 Pijn/vermoeidheid- ervaring
De rol van angst Disuse Depressie Beperkingen Pijn/ vermoeidheid Normaal functioneren blootstelling Vermijding Pijn/vermoeidheid- ervaring Pijn gerelateerde angst Catastroferen weinig angst Vlaeyen and Linton, 2000; Simons et al, 2012 29 29

30 Educatie -gestopt met dansen, EXPOSURE Pijnbeleving weinig angst
-ik blijf thuis -conditie gaat achteruit -ik ben somber Enkel verzwikt/ CRPS Normaal functioneren EXPOSURE Ik gebruik krukken en ontlast mijn been Pijnbeleving Angst voor bewegen vermijden Lopen is slecht voor mijn been en zal mijn situatie verslechteren. Het kan er zelfs voor zorgen dat ik in een rolstoel eindig weinig angst 30 30


Download ppt "Met SOLK ben je de ‘KLOS’; wat kan de kinderfysiotherapeut doen?"

Verwante presentaties


Ads door Google