Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Betrekkelijk voornaamwoord
Digitaal klaslokaal Maaike zijm Digitaal Klaslokaal: Maaike ZijmD
2
Betrekkelijk voornaamwoord
Verwijzen naar personen of zaken die al eerder in de zin genoemd zijn. Heeft betrekking op een ander woord. Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
3
Betrekkelijk voornaamwoord
Die Dat Wie Wat Welke Hetgeen Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
4
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Voorbeeld Het boek dat ik gekregen heb. Dat -> verwijst naar het boek. Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
5
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Voorbeeld Het broodje dat ik net kocht, is alweer op. Dat -> verwijst naar het broodje Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
6
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Antecedent Datgene waarop het betrekkelijk voornaamwoord betrekking heeft. Verwijst naar een woord dat eerder genoemd is. Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
7
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Antecedent Het boek dat ik gekocht heb. Dat -> verwijst naar het boek Dat -> betrekkelijk voornaamwoord Het boek -> antecedent Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
8
Ingesloten antecedent
Soms zit het antecedent al in het betrekkelijk voornaamwoord. Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
9
Ingesloten antecedent
Wie dit leest, is gek. Wie = betrekkelijk voornaamwoord In plaats van wie kun je zeggen: hij die of degene die. Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
10
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Einde Zie voor meer: Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.