De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Regelmatige werkwoorden op -er

Verwante presentaties


Presentatie over: "Regelmatige werkwoorden op -er"— Transcript van de presentatie:

1 Regelmatige werkwoorden op -er

2 Werkwoorden op -er In het Frans zijn er regelmatige en onregelmatige werkwoorden. Je kan dit vergelijken met sterke en zwakke werkwoorden. Een regelmatig werkwoord is een werkwoord die altijd dezelfde uitgangen heeft. Vandaag leren wij de uitgangen van de werkwoorden die op –er eindigen.

3 Werkwoorden op -er Stap 1: maak de stam. De stam maak je door –er van het werkwoord af te halen. Stap 2: schrijf er de juiste uitgangen achter. De uitgangen zijn altijd hetzelfde! Travailler - werken Regarder - kijken Stam: travaill Je travaille ik werk Tu travailles jij werkt Il/elle travaille hij/zij werkt Nous travaillons wij werken Vous travaillez jullie werken/u werkt Ils/elles travaillent zij werken Stam: regard Je regarde ik kijk Tu regardes jij kijkt Il/elle regarde hij/zij kijkt Nous regardons wij kijken Vous regardez jullie kijken/u kijkt Ils/elles regardent zij kijken

4 Werkwoorden oefenen Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in: Salut, vous _____________anglais? (parler) Oui, nous______________anglais. (parler) Piet _____________en Hollande? (habiter) Non, Piet et Marie _____________en France. (habiter) Tu__________________ton repas? (manger) Oui, je _______________ ton repas. (manger)

5 Werkwoorden oefenen Vul de juiste vorm van het werkwoord être in:
Salut, vous _____parlez________anglais? (parler) Oui, nous______________anglais. (parler) Piet _____________en Hollande? (habiter) Non, Piet et Marie _____________en France. (habiter) Tu__________________ton repas? (manger) Oui, je _______________ ton repas. (manger)

6 Werkwoorden oefenen Vul de juiste vorm van het werkwoord être in:
Salut, vous _____parlez________anglais? (parler) Oui, nous_____parlons____anglais. (parler) Piet _____________en Hollande? (habiter) Non, Piet et Marie _____________en France. (habiter) Tu__________________ton repas? (manger) Oui, je _______________ ton repas. (manger)

7 Werkwoorden oefenen Vul de juiste vorm van het werkwoord être in:
Salut, vous _____parlez________anglais? (parler) Oui, nous_____parlons____anglais. (parler) Piet _____habite________en Hollande? (habiter) Non, Piet et Marie ____habitent___en France. (habiter) Tu__________________ton repas? (manger) Oui, je _______________ ton repas. (manger)

8 Werkwoorden oefenen Vul de juiste vorm van het werkwoord être in:
Salut, vous _____parlez________anglais? (parler) Oui, nous_____parlons____anglais. (parler) Piet _____habite________en Hollande? (habiter) Non, Piet et Marie ____habitent___en France. (habiter) Tu____manges________ton repas? (manger) Oui, je _______________ ton repas. (manger)

9 Werkwoorden oefenen Vul de juiste vorm van het werkwoord être in:
Salut, vous _____parlez________anglais? (parler) Oui, nous_____parlons____anglais. (parler) Piet _____habite________en Hollande? (habiter) Non, Piet et Marie ____habitent___en France. (habiter) Tu____manges________ton repas? (manger) Oui, je ____mange____ ton repas. (manger)


Download ppt "Regelmatige werkwoorden op -er"

Verwante presentaties


Ads door Google