De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Spelling Niveau 4.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Spelling Niveau 4."— Transcript van de presentatie:

1 Spelling Niveau 4

2 Planning Interpunctie Spelling
Doel: - interpunctie gebruiken tijdens het schrijven. - teksten beter begrijpen door interpunctie. Bij teksten zonder interpunctie is de kans groot dat er verwarring ontstaat. Interpunctie pas je toe om er zeker van te zijn dat mensen jouw woorden lezen zoals jij ze hebt bedoeld. Spelling Doel: - woorden goed kunnen spellen a.d.h.v. regels;

3

4 Interpunctie Interpunctie pas je toe om er zeker van te zijn dat mensen jouw woorden lezen zoals jij ze bedoelt. Voorbeeld: 1. We gingen op reis met de kinderen, die het leuk vonden. Alle kinderen gingen op reis en vonden het leuk. 2. We gingen op reis met de kinderen die het leuk vonden. Alleen de kinderen die het leuk vonden gingen mee op reis. Pas op, Piet! Pas op Piet! Ik houd van je, lieve vriendin. Ik houd van je lieve vriendin.

5

6 De leestekens Punt . Komma , Puntkomma ; Dubbele punt :
‘Enkele aanhalingstekens’ “Dubbele aanhalingstekens” Uitroepteken ! Vraagteken ? Hoofdletters

7 De punt Aan het einde van een zin.
Bij het gebruik van bijv. afkortingen. (d.m.v, z.o.z., a.d.h.v.)

8 De komma Bij zinnen die uit meerdere zinnen bestaan, plaatsje vaak een komma, waardoor je een pauze hoort. In deze zin gebruik je ook een komma, want er staat een voegwoord in deze zin. Andere voegwoorden waar je een komma voor zet, zijn: maar, of, omdat, daardoor, waardoor, dat, dus, terwijl, zodat, totdat, nadat, etc. Extra informatie, die je weg kunt laten, staat ook tussen komma’s. Bij opsommingen van mooie, grappige, lange, korte en moeilijke bijvoeglijke naamwoorden. Tussen twee persoonsvormen: Als komma’s tussen persoonsvormen staan, begrijp je de zin beter. Beste lezer, Piet, draai eens om.

9

10 De puntkomma Om verwarring bij opsommingen te vermijden.
Rood, wit, blauw; drie, acht, negen; maandag, zaterdag, zondag. Een punt geeft een duidelijke scheiding aan tussen zinnen. Een komma geen een kleine scheiding aan en een puntkomma zit daar tussenin. Iedereen is welkom op mijn verjaardag; ik hoop echter dat mijn neef wegblijft. Het eerste jaar ligt achter ons; 2016 ligt achter ons.

11 De dubbele punt De dubbele punt wordt gebruikt om iets aan te kondigen. Dat kan van alles zijn: een opsomming, conclusie, citaat, uitleg, verklaring, etc. Opsomming Deze foto heeft verschillende kleuren: rood, groen, bruin, geel en blauw. Conclusie Daarom besluiten wij: verbied het jagen op ganzen. Citaat Net zoals vader dat eens zei: “Dat is een verrekt goed idee!” Toelichting Een lama moet je niet uitdagen: dan spuugt hij misschien.

12 De enkele aanhalingstekens
(04:30) Gebruik je als je ‘zogenaamd’ iets bedoelt. Mijn buurman heeft het altijd ‘druk’.

13 De dubbele aanhalingstekens
Gebruiken bij citaten. “Wat een gedoe!” zei de directeur. Soms heb ik het gevoel snikte ze dat je me niet begrijpt eindigde ze. “Soms heb ik het gevoel,” snikte ze, “dat je me niet begrijpt,” eindigde ze.

14 Het uitroepteken Nee! Stop! Houd op!

15 Het vraagteken Wordt gebruikt aan het eind van een vraag.
Wil je nog een kopje thee? Waar kom jij zo laat vandaan?

16 Hoofdletters Eerste woord van de zin Persoonsnamen:
Jan Jan Vries Jan de Vries de heer De Vries Mevrouw Jansen-De Vries Eigennamen: Europese Unie, Campina. Aardrijkskundige namen: Nederland, Leidseplein, Zuid-Afrika. Namen van talen/dialecten en bevolkingsgroepen: Frans, Fries, Duitsers. Namen van officiële feestdagen en historische gebeurtenissen, behalve bij samenstellingen! Pasen, maar paasnacht Hemelvaart, maar hemelvaartsdag. Onderscheidingen, evenementen, boektitels en heilige boeken. Personen en zaken die als heilig worden beschouwd, ook in samenstellingen: het Opperwezen, God, Mariabeeld.

17 Oefening Antwoorden: “Dat de KRO-gids zo weinig verkocht wordt, valt me erg tegen,” zei Heleen. Op de kermis zijn leuke attracties: een draaimolen, een achtbaan, botsautootjes en een reuzenrad. De president zei: “We kunnen nu eenmaal niet alles tegelijk aanpakken, heren.” “Wie alles af heeft,” zei de docent, “mag zijn werk laten nakijken en kan daarna naar huis.”

18 Antwoorden De rooms-katholieke Gert van der Zee gaat in de winter altijd schaatsen op de Noordwest-Overijsselse meren. “Ik reken er eigenlijk wel op,” zei Lydia de Groot tegen de groenteboer, “dat u volgende week Brusselse bonbons voor me meebrengt.” Luidruchtig prijst de marktkoopman zijn waren aan: “Kom mensen, koop hier lekkere kaas uit Alkmaar, stroopwafels uit Gouda of heerlijke Zeeuwse bolussen!” “Ga jij wel mee naar dit concert met kerstliedjes, Marie?” vroeg haar zus. “De kapitein van cruiseschip Costa Concordia gaat waarschijnlijk niet vrijuit,” zei een Italiaanse rechter in het journaal. “Verdraaid nog aan toe,” verzuchtte Elianne, “wie had nou gedacht dat de Hoeksteen, die mooie gereformeerde kerk, in mei verkocht gaat worden?”

19 Spelling

20 Spelling Werkwoordspelling Meervoudsvormen Samenstellingen
Verkleinwoorden Aan elkaar of los? Getallen Sommige(n)

21 Werkwoordspelling Hoe zat het ook alweer?

22

23 Meervoudsvormen Meervoud met –en Meervoud met –s
Mens – mensen, maan – manen, mes – messen. Als een woord eindigt op een onbeklemtoonde –ik, -es of –et, dan verdubbelt de laatste medeklinker niet! Havik – haviken, dreumes – dreumesen. Woorden die eindigen op –ie, krijgen –en in het meervoud als de klemtoon op de laatste lettergreep valt: melodie – melodieën. In alle andere gevallen krijgen de woorden alleen een –n: kolonie – koloniën. Meervoud met –s Als de uitspraak juist blijft, komt er een –s aan het eind: hotels, orgels, horloges. Als de uitspraak niet juist blijft, komt er een ‘s aan het eind: taxi’s, paraplu’s. Ezelsbruggetje: Ik hOU vAn Y’s.

24 Samenstellingen Tussenklank –s- -e(n)-
Hoofdregel: als je een s-klank hoort, dan schrijf je hem ook: Verkeersbord, dorpsgek Als het tweede deel van de samenstelling met een s-klank begint, probeer je eerst een andere combinatie te vinden. Dorpsstraat?  Dorpsgek. -e(n)- Als het eerste deel van de samenstelling een meervoudsvorm op –en heeft, dan komt dit terug in de samenstelling: Boek  boeken, dus: boekenkast.

25 Uitzonderingen! 1. Zelfstandig naamwoorden met twee meervouden krijgen alleen een –e. Groenten/groentes, gedachten/gedachtes, seconden/secondes Groentewinkel, gedachtegoed, secondewijzer. 2. Als het eerste deel van de samenstelling geen meervoud kent, krijgt het woord alleen een –e. Tarwe – tarwebrood, rijst – rijstebrij. 3. Als het eerste deel van de samenstelling uniek is. Er is er maar één van. Koninginnedag, zonnestraal, maneschijn. 4. Als het eerste deel van de samenstelling het tweede deel versterkt en het geheel een bijvoeglijk naamwoord is. Beresterk, apetrots, boordevol.

26 Schema tussenletter

27 Verkleinwoorden Korte klanken worden in een verkleinwoord soms lang:
Vat – vaatje, glas – glaasje. Bij woorden die op een klinker eindigen, wordt de klinker bij het verkleinwoord verdubbeld: Paraplu – parapluutje, menu – menuutje, Afkortingen krijgen een apostrof: Wc’tje, tv’tje.

28

29 Aan elkaar of los?

30 Aan elkaar of los? De volgende woorden schrijf je aan elkaar:
Samenstellingen van twee of drie woorden: Koffiefilterhouder, veelzeggend. Getallen tot duizend (in letters) en samenstelling met honderd en duizend: Achtendertig, vijftienduizend. Voornaamwoordelijke bijwoorden: Eronder, erover, hiermee, etc.

31

32 Aan elkaar of los? Je gebruikt een koppelteken in de volgende gevallen: In samenstellingen met uitspraakproblemen: Radio-omroep, ski-jack. In de naam van gehuwde vrouwen: Mevrouw A. de Wit-de Vries Tussen samenstellingen waarin het ene deel begint met niet-, ex-, anti-, Sint, etc. Niet-roker, Sint-Eustatius, ex-man. In combinaties van titels en beroepen: chef-kok, secretaris-generaal. In samengestelde aardrijkskundige namen: Zuid-Spanje, Noord-Groningse. In samenstellingen met cijfers, afkortingen en symbolen: wc-bril, AOW-trekker, 30+- magazine. Op de plaats waar een deel van een woord is weggelaten: Keel-, neus- en oorarts, binnen- en buitenkant.

33 Getallen Letters en geen cijfers voor de getallen een tot en met twintig. Letters voor tientallen en getallen als honderd, duizend en miljoen: achttien biljoen dollar, 122 duizend euro. Cijfers voor getallen boven de twintig en voor maten en gewichten, bedragen, etc. 33 kilo, 7 januari.

34 Sommige of sommigen? Alleen met -n als personen bedoeld worden én als ze niet eerder in dezelfde zin worden genoemd! Vb: Sommigen hadden een onvoldoende voor de eerste toets. Anderen waren snellen klaar dan ik. Ouderen hebben meer zorg nodig. Vb: Sommige leerlingen hadden een onvoldoende en enkele een voldoende.

35 Sommige of sommigen? Voorbeeldzinnen:
Er komen steeds meer drugsverslaafde(n) in ons land. Veel spelers kwamen met de auto, slechts enkele(n) waren met de fiets. De volwassene(n) kregen een drankje. Van de bevrijde aapjes waren er enkele(n) onder invloed, maar de meeste(n) waren gezond. Ik kijk altijd naar het journaal voor dove(n) en slechthorende(n). Van de leerlingen hadden alleen de ijverigste(n) de schitterende filmpjes bekeken.


Download ppt "Spelling Niveau 4."

Verwante presentaties


Ads door Google