Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen

Presentatie over: "Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen"— Transcript van de presentatie:

1 Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Les 6: rekenen met procenten, grafieken en tabellen

2 Herhalen oefenen met schaal
Stap 1: Verhoudingstabel maken Schaal Echt 1cm 259 mm = 25,9 cm 18cm 466,2 cm Stap 2: Verhoudingstabel invullen met de gegevens je weet Stap 3: Wat moet je nog doen om antwoord te geven op de vraag? Cm omrekenen naar m  466,2 cm = 4,662 m Afronden op één decimaal  4,662 m = 4,7m

3 Herhalen M&M De familie Dekker gaat de tuin inrichten. Dit is de plattegrond van de nieuwe tuin.  Rond af op 1 decimaal. 5,0 Je hebt de formule pi x d nodig. d= 160 cm, maar je wilt een antwoord in m 160 cm = 1,6 m pi x 1,6 = 5,0 2,0 Je hebt de formule π × r2 nodig. r = 80 cm (160 : 2). Maar je wilt een antwoord in m2. 80 cm = 0,8m π × 0,82 = 2,0

4 leerdoelen Het kunnen rekenen met informatie uit grafieken, diagrammen en tabellen Gebruiken, interpreteren en gebruiken van numerieke informatie uit diverse soorten tabellen, grafieken en diagrammen (o.a. beelddiagram, stapeldiagram, cirkeldiagram en steelbladdiagram) Het kunnen rekenen met procenten, grafieken en tabellen Het analyseren, interpreteren en gebruiken van numerieke informatie uit diverse soorten tabellen, grafieken en diagrammen in combinatie met het rekenen met percentages.

5 Begrippen Verschillende soorten grafiek en diagrammen:

6 Begrippen Stapeldiagram een staafdiagram waarbij de staven (verschillende categorieën) op elkaar zijn gezet

7 Begrippen Percentage van iets berekenen: Totaal : 100 x percentage 20% van 200  200 : 100 x 20 = 40 óf gebruik een kruistabel! Een percentage berekenen: Hoeveel is 25 euro van 800 euro in procenten? deel : totaal x 100 Óf gebruik een kruistabel! Euro 200 % 100% 20% Euro 800 25 % 100%

8 oefenen Hoeveel procent van een totaal aantal uren huiswerkbegeleiding in februari werd gegeven aan meisje in de boven en onderbouw? Rond af op een heel getal. Het gaat om de huiswerkbegeleiding in februari, dus mijn 100%  = 330 uur Hiervan wordt er = 160 uur aan meisjes gegeven De vraag is dus: hoeveel procent is 160 van 330 Deel : totaal x 100  160 : 330 x 100 = 48, …. ≈48% Hwbeg. 330 % 100% 160 48%

9 Aan de slag! Rekenblokken Digitaal:
Les 5 verbanden: Som 2,4,5,7,9,10 + Lestoets Les 6 verbanden: Som 2,3,4,8,9,10 + Lestoets Maandag 5 februari moet het huiswerk van periode 2 af zijn! (meten en meetkunde + verbanden)