De spelling van de werkwoorden in het Nederlands

Presentatie over: "De spelling van de werkwoorden in het Nederlands"— Transcript van de presentatie:

1 De spelling van de werkwoorden in het Nederlands
- -dt -de -te -t De spelling van de werkwoorden in het Nederlands

2 Een testje vooraf Meerkeuzevragen Kruis het juiste antwoord aan
Er is maar een correcte oplossing

3 1 De …………. (verbreden) weg kan nog steeds de verkeerstroom niet aan.
A. verbrede B. verbreede C. verbreedde

4 2 (Worden) …………. je vader niet kwaad als je te laat bent? A. wordt
B. word C. wort

5 3 (wenden) …………. u zich tot de directie met klachten! A. went B. wendt
C. wend

6 4 De factuur dient (betalen) …………. te worden voor 15 december.
A. betaalt B. betaaldt C. betaald

7 5 De (aanwenden) ………… middelen bleken ruim onvoldoende. A. aangewendde
B. aangewende C. aanwende

8 6 Hij deed wel zijn best, maar hij (evenaren) ………. zijn voorganger niet. A. evenaardde B. evenaarde C. evenaardt

9 7 Hij kan niet beter, zijn mogelijkheden zijn …………. . A. begrensd
B. begrenzd C. begrenst

10 8 Omdat ze niet wilde dat ik het document las heeft zij het …………. (deleten) A. gedeleted B. gedeleet C. gedeletet

11 9 (zich hoeden) …………. u voor oplichters en zwendelaars. A. hoedt
B. hoet C. hoed

12 10 De scheidsrechter (afgelasten) …………. de wedstrijd af omwille van de dichte mist. A. gelastte B. laste C. gelaste

13 1 De …………. (verbreden) weg kan nog steeds de verkeerstroom niet aan.
A. verbrede B. verbreede C. verbreedde

14 2 (Worden) …………. je vader niet kwaad als je te laat bent? A. wordt
B. word C. wort

15 3 (wenden) …………. u zich tot de directie met klachten! A. went B. wendt
C. wend

16 4 De factuur dient (betalen) …………. te worden voor 15 december.
A. betaalt B. betaaldt C. betaald

17 5 De (aanwenden) ………… middelen bleken ruim onvoldoende. A. aangewendde
B. aangewende C. aanwende

18 6 Hij deed wel zijn best, maar hij (evenaren) ………. zijn voorganger niet. A. evenaardde B. evenaarde C. evenaardt

19 7 Hij kan niet beter, zijn mogelijkheden zijn …………. . A. begrensd
B. begrenzd C. begrenst

20 8 Omdat ze niet wilde dat ik het document las heeft zij het …………. (deleten) A. gedeleted B. gedeleet C. gedeletet

21 9 (zich hoeden) …………. u voor oplichters en zwendelaars. A. hoedt
B. hoet C. hoed

22 10 De scheidsrechter (afgelasten) …………. de wedstrijd af omwille van de dichte mist. A. gelastte B. laste C. gelaste

23 Spelling van de werkwoorden
De spelling van de werkwoorden is niet gewijzigd in 1995 of 2005 Gelukkig maar, het systeem zit immers logisch in mekaar Wel werd de spelling van de Engelse werkwoorden geregeld

24 Spelling van de werkwoorden
Dt-problematiek Sterke en onregelmatige werkwoorden roepen – riep – geroepen geven – gaf – gegeven hebben – had – gehad zijn – was - geweest Zwakke werkwoorden kloppen – klopte – geklopt haten – haatte – gehaat leven – leefde – geleefd naaien – naaide - genaaid

25 Spelling van de werkwoorden
onvoltooid tegenwoordige tijd lopen antwoorden ik jij hij loop loop+ antwoord antwoord+ t t t t principe van de gelijkvormigheid

26 Spelling van de werkwoorden
opgelet !!! imperatief (jij) Loop (jij) maar naar de maan ! Antwoord (jij) op mijn vraag ! (u) Loopt u maar eens naar huis ! Antwoordt u maar eens ! inversie Loop jij morgen de marathon ? Antwoord jij nooit spontaan ?

27 Spelling van de werkwoorden
onvoltooid verleden tijd haten antwoorden ik jij hij haat+te antwoord+de principe van ’t kofschip

28 Spelling van de werkwoorden
’t kofschip uitgang -de de stam eindigt op een klinker of een stemhebbende medeklinker b d g l m n r v w z uitgang -te de stam eindigt op een stemloze medeklinker t k f s ch p

29 Spelling van de werkwoorden
voltooid deelwoord haten antwoorden ik heb jij hebt hij heeft gehaat geantwoord principe van ’t kofschip / OVT

30 Spelling van de werkwoorden
voltooid deelwoord als adjectief infinitief ovt vd als adj haten verpraten antwoorden verbreden haatte verpraatte beantwoordde verbreedde de gehate man verprate tijd beantwoorde vragen de verbrede weg vergelijk met het aantal klinkers en medeklinkers in de infinitief

31 Spelling van de werkwoorden
imperatief infinitief Voorsorteren! vertrouwelijk Beginnen jullie maar. zonder onderwerp Fiets (jij) wat trager. beleefd Schakelt u eens in eerste. wed. ww. met ond. Spoedt u zich naar huis! wed. ww. zonder ond. Spoed u naar de garage!

32 Spelling van de werkwoorden
Engelse werkwoorden (1) Werkwoorden van Engelse oorsprong worden allemaal als zwak beschouwd Pas dus de regel van ’t kofschip toe of luister voor het VD naar de ovt scrabbelen – scrabbelde – gescrabbeld trippen – tripte - getript

33 Spelling van de werkwoorden
Engelse werkwoorden (2) Soms zijn beide uitspraken mogelijk: leasen hij leasede/leasete hij heeft geleased/geleaset golven hij golfde/golfte hij heeft gegolfd/gegolft

34 Spelling van de werkwoorden
Engelse werkwoorden (3) Soms wordt de uitspraak van de vooraf- gaande klank meebepaald door de letter e die erop volgt. Als dit het geval is, dan blijft deze e behouden. barbecuen hij barbecuet hij heeft gebarbecued

35 Spelling van de werkwoorden
Engelse werkwoorden (4) De verdubbeling van de eindmedeklinker in de Engelse spelling vervalt als de voor- afgaande klinker ook in het Nederlands voorkomt of is vernederlandst. yellen – yelt – yelde – geyeld passen – passt – passte -gepasst