Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdHerman de Valk Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Flits 1 Bridge in een flits Spel 2.
2
Docenten: Teun Huijer Teun@Huijer
Docenten: Teun Huijer Maurice Peereboom Cursus BC de Gaech (1983) ● Zelf leren bridgen: 1957 ● Eerste cursus: 1966 ● Ca 1975: Van Start tot Finish (Sint & Schipperheijn) ● Ca 1995: Berry Westra (leer Bridge) ● 2011: Berry (Bridge in een Flits)
3
Bridge in een Flits Berry Westra
“Leren Bridgen is gemakkelijk,goed leren bridgen is moeilijk” "Niet moeilijk doen, gewoon gaan oefenen en fouten maken, daar leer je het meeste van" Peersite.weebly.com
4
Interactie leerboekje met internet (BIC)
De leermethode bestaat uit een boek en werkt in samenhang met een oefensessie op internet: 'de toekomstclub'. Daarnaast (eventueel) oefen CD’s
5
Flits 1 Les 1 DE REGELS Spel 2.
6
De kaarten 52 speelkaarten 13 klaveren 13 ruiten 13 harten
13 klaveren 13 ruiten 13 harten 13 schoppen Iedere speler krijgt 13 kaarten RODE kleuren : ♦ ♥ ZWARTE kleuren:♣ ♠ HOGE kleuren: ♠ ♥ LAGE kleuren: ♣ ♦ 6
7
De rangorde (waarde) van de kaarten
hoog in rang laag in rang lage kaarten 987: middenkaarten 7
8
Honneurs Aas, Heer, Vrouw, Boer en 10 worden ook wel ‘honneurs’ genoemd 8
9
Schudden en geven Dealer of gever De ‘dealer’ schudt de kaarten
geeft ze één voor één Sorteertips: kleur bij kleur op volgorde van rang zwart-rood-zwart-rood 9
10
Noord & Zuid zijn partners en Oost & West zijn partners
4 spelers, 52 kaarten 13 kaarten per speler N Z W O Noord & Zuid zijn partners en Oost & West zijn partners NZ speelt tegen OW
11
Doel van het Spel Slagen maken! Wat is een Slag ?
Een slag bestaat uit 4 kaarten; Van elke speler 1 Totaal aantal slagen: 13 (namelijk 52 / 4)
12
Slagen maken (1) N W O Z West speelt de eerste kaart: B
Met de wijzers van de klok speelt een ieder de gevraagde kleur: harten N W O Z Zuid wint de slag Zuid speelt de eerste kaart in de volgende slag 12
13
Slagen maken (2) Zuid had slag 1 gewonnen en begint nu met de volgende kaart te spelen: 8 Noord speelt de hoogste klaveren en wint daarmee de slag A V N W O Z 2 8 13
14
Slagen maken (3) Noord had slag 2 gewonnen en begint nu met de volgende kaart te spelen: 3 Leerpunt ‘Bekennen moet’, maar als je de gevraagde kleur niet hebt, mag je iedere kaart bijgooien. 3 N W O Z Oost heeft geen klaveren en speelt 10 6 10 Zuid speelt de hoogste klaveren en wint daarmee de slag 9 14
15
Leerpunten slagen halen
De hoogste kaart in de uitkomstkleur wint de slag Je bent verplicht te bekennen De speler die de slag wint mag in de volgende slag uitkomen 15
16
N W O Z Samenwerken ª ♣ Je zit Zuid West start met B
Welke kaart in Zuid? 2 partnership: samenwerken A 7 2
17
Strategie slagen maken
Probeer jouw langste kleur te “ontwikkelen”
18
West mag beginnen: Als West start metA: slechts 6 slagen ♣ V B T 7 6 3 2 A H N W O Z ª V B T 9 8 4 5 4 5 3 2 V B T 8 6 Als West start met V zijn er 11 slagen voor West 18
19
Slagen bijhouden 8 slagen
De gespeelde kaart wordt open op tafel gelegd Iedereen houdt de kaart bij zich Als bepaald is wie de slag heeft, wordt de kaart omgedraaid en voor zich neergelegd: gewonnen slag: verticaal verloren slag: horizontaal 8 slagen 19
20
Spelregels Slagen Maken
Iemand (schudt en) deelt de kaarten uit [Gever] 2. De Speler LINKS van de gever legt eenkaart OPEN op tafel [Uitkomst, Uitkomen] 3. De overige spelers volgen om de beurt [Bijspelen] met de klok mee en moeten (indien mogelijk) kleur bekennen 4.De hoogst bijgespeelde kaart in die kleur WINT de slag 5.De winnaar van de slag speelt weer voor.
21
Spelen-1
22
Troef (1) Je moet altijd een kaart van de gevraagde speelkleur bijspelen: bekennen moet Als je niet kunt bekennen, mag je elke kaart van een andere kleur bijspelen De slag kan nooit door deze kaart gehaald worden, behalve als deze kaart behoort tot: troef
23
Zuid heeft geen schoppen en speelt 2 Wie wint de slag?
Troef (2) Ruiten (♦) is troef Oost speelt A Zuid heeft geen schoppen en speelt 2 Wie wint de slag? Zuid: troef is altijd de baas N W O Z Leerpunt Belangrijk is dat Zuid ♦2 alleen mag bijspelen als hij geen schoppen heeft Bekennen is en blijft verplicht 23
24
Welke kaart mag Zuid spelen? zowel 4, als 2
Troef (3) N W O Z A 4 4 2 Ruiten is troef Oost speelt A Welke kaart mag Zuid spelen? zowel 4, als 2 troef: slag voor Zuid geen troef: slag voor Oost Leerpunt Aftroeven is niet verplicht Je mag pas troeven als je niet meer kunt bekennen. 24
25
Bepalen troefkleur In het bridgespel wordt de troefkleur bepaald tijdens het bieden Er kan ook zonder troefkleur worden gespeeld SA (Frans: Sans Atout) SA gebruiken wij NT (Engels: No Trump) 25 25
26
Schoppen is troef en Zuid mag beginnen Hoe haalt Zuid alle slagen?
Troeftrekken (1) Schoppen is troef en Zuid mag beginnen Hoe haalt Zuid alle slagen? troeftrekken: H gevolgd door 9 nu pas V N W O Z 8 4 A H 9 V Leerpunt Het is bijna altijd goed om de troeven bij de tegenpartij zo snel mogelijk weg te halen 26
27
Schoppen is troef en Zuid mag beginnen Hoe haalt Zuid 4 slagen?
Troeftrekken (2) Schoppen is troef en Zuid mag beginnen Hoe haalt Zuid 4 slagen? troeftrekken: H Oost A Oost V Zuid 2 Zuid V Oost 7 Zuid A en A N W O Z A 7 V B 3 H V 2 A Leerpunt Troeftrekken = zo snel mogelijk de troeven van de tegenpartij verwijderen 27
28
Spelen met troef Leerpunten
Je mag pas aftroeven als je niet meer kunt bekennen Aftroeven is niet verplicht Overtroeven is niet verplicht Ga zo snel mogelijk troeftrekken
29
Spelregels-2 Iemand (de gever of deler) draait een kaart om (de bovenste van de dichte stock): Speel troef in de gedraaide kleur De “draaier” schudt en deelt 1 voor 1 (met de klok mee) uit (Gever) De speler LINKS van de leider komt nu uit (uitkomst). Iedereen volgt met de klok mee (bijspelen) Om de beurt (met de klok mee) wordt iedereen gever Vergeet het samenspel niet!
30
Spelen-2
31
Bieden (1) Het bieden beslist: Wat de speelsoort wordt [♠♥♦♣ of SA]
Welke partij die taak op zich neemt Hoeveel slagen er gemaakt moeten worden 31
32
1 2 3SA De biedtaal (1) Het bieden gebeurt met een speciale codetaal
De biedingen bestaan uit een getal en een kleur 1 2 3SA 32
33
De biedtaal (2) Een eigen lange kleur zul je graag troef willen maken:
AHVB762 H3 ♦82 ♣94 Je moet dan een “schoppenbod” doen Maar: zodra je een bod doet en gaat spelen, moet je (samen met partner) tenminste 7 slagen maken! (altijd: bod is 1 t/m 7 + 6, dus minimaal 7- maximaal 13 ) De tegenstander zal een andere troefkleur willen spelen, maar moet dan een hoger bod doen (vergelijk met een veiling) 33
34
6 basisslagen De biedtaal (3) t/m 7 SA 1 De rangorde der kleuren
Klaveren is de laagste speelsoort en SA de hoogste De volgorde van laag naar hoog is: 1 1 1 1 2 2 2 2 2SA 1SA t/m SA 6 basisslagen 34
35
De biedtaal (4) PAS 7 7 7 7 7SA 6 6 6 6 6SA 5 5 5 5 5SA 4
hoogste bod De complete ‘biedladder’: 7 7 7 7 7SA 6 6 6 6 6SA 5 5 5 5 5SA 4 4 4 4 4SA 3 3 3 3 3SA 2 2 2 2 2SA als je geen bod wilt doen PAS laagste bod 1 1 1 1 1SA 35
36
De biedtaal (samenvattend)
Je kunt kiezen tussen: een bod of passen Het laagste bod is: 1 klaveren Als klaveren troef is, denk ik (met mijn partner) 7 slagen te halen: (het bod: ‘1’ + 6 basisslagen) Het hoogste bod is: 7 Sans-Atout Zonder troef , denk ik (met mijn partner) 13 slagen te halen: (het bod: ‘7’ + 6 basisslagen) 36
37
De biedtaal (2) De partij die het bieden wint, bepaalt de speelsoort en moet altijd de meerderheid van de slagen maken. Bv Oost wint de bieding met een bod van 1 N W O Z H V V A B Hoeveel slagen moet O-W nu halen? De kleinste meerderheid is zeven (6+1) slagen 37
38
Er zijn meerdere paskaartjes
De bidding box Gecodeerd bieden wordt gedaan met behulp van de bidding box, een doosje met biedkaartjes De speler die aan de beurt is om te bieden pakt het kaartje van zijn keuze en legt dat op tafel Er zijn meerdere paskaartjes 38
39
Het biedverloop (1) De eerste speler die een bod mag doen is de ‘dealer’ of ‘gever’ Hier is Noord de ‘dealer’ en mag met het bieden beginnen Na de gever komt de speler links van de gever aan de beurt Oost Het bieden geschiedt dus met de klok mee En na West komt Noord weer aan de beurt pas dealer N W O Z 1 pas 1 39
40
Het biedverloop (2) Noord mag nu gewoon weer een bod doen en bied…….
Het biedverloop ontwikkelt zich nu verder Na 3 x pas is het bieden pas afgelopen West Noord Oost Zuid pas pas 1 1 1SA 2 3 pas pas pas Wat is nu afgesproken? Ruiten is troef N-Z moeten 9 slagen halen 40
41
Het biedverloop (3) West Noord Oost Zuid
Nu is West de dealer en het biedverloop begint met: 3 x pas Jazeker, na 3x pas in de eerste biedronde mag Zuid nog bieden. Maar Noord mag nu niet meer bieden: na 3 x pas is het bieden afgelopen West Noord Oost Zuid pas pas pas 1 ? pas 1SA pas pas Mag Zuid nu nog een bod doen? pas ? N-Z spelen zonder troef (SA) en moeten 7 slagen halen 41
42
Een voorbeeld: West Noord Oost Zuid pas pas ♦ 1 2 pas pas pas is troef - Noord heeft als eerste geboden en wordt leider - Links van Noord moet “uitkomen” - De partner van de leider legt zijn kaarten open neer - Deze partner wordt “dummy” of “blinde”
43
Tafelopdracht 1 In deze tafelopdracht zien jullie een viertal biedverlopen Bespreek dit met elkaar en beantwoord de vragen West Noord Oost Zuid 43
44
W N O Z Tafelopdracht 1.1.1 1 1 2 2 pas 3 3 Contract gewonnen?
OW Speelsoort en slagen? schoppen; 9 slagen Leider? Oost W N O Z 1 1 2 2 pas 3 3 44
45
W N O Z Tafelopdracht 1.1.2 pas 1 2 2
Wat is in dit biedverloop niet goed gegaan? 2 bod West na 3 x pas W N O Z pas 1 2 2 45
46
W N O Z Tafelopdracht 1.1.3 1 pas 1 2
Wat is in dit biedverloop niet goed gegaan? 1 bod Zuid: te laag W N O Z 1 pas 1 2 46
47
W N O Z Tafelopdracht 1.1.4 Contract gewonnen? Speelsoort en slagen?
OW Speelsoort en slagen? Sans Atout; 9 slagen Leider? Oost W N O Z 1 1 1SA pas 3SA 47
48
De dummy (2) Dummy Zuid is de leider ♠ contract West komt uit met 5
Noord (de dummy) legt zijn kaarten op kleur gesorteerd op tafel in rijen, lengterichting laagste kaart naar de leider (troefkleur rechts) Zuid, de leider, zegt welke kaart de dummy bij moet spelen N W O Z ♣ H B 4 H 9 6 3 V B 3 A V 8 A V 7 6 2 H 4 3 A 2 H 7 6 Leider 48
49
Kaartwaardering De kracht van een “hand” wordt bepaald door: Lengte van een kleur Het aantal plaatjes (honneurs: A,H,V.B) De waarde van de plaatjes wordt uitgedrukt in punten: A = 4 H = 3 V = 2 B = 1 Dus 10 punten per kleur; 40 punten in een spel
50
Gever doet het openingsbod (of past)
werkwijze Schudden + Geven Sorteren Gever doet het openingsbod (of past) Iedereen biedt (met de klok mee) Proces stopt na 3 keer pas. Hoogste bod = Eindbod Vaststelling leider Links van de leider komt uit Dummy legt kaarten neer
51
Spelen-3
52
De Toekomstclub Oefenen op internet
weet je niet wat je moet bieden: hulp via ‘?’ iedere dag 2 x 8 spellen in een ‘klasje’ van deze cursus spelen resultaat vergelijken met een ieder die in het klasje speelt gratis proefaccount van 6 weken (daarna 40,- per jaar)
58
De Toekomstclub Voorbeeld bieden je kunt zelf op 1 klikken
of op het vraagteken, 1 licht dan op en dan kun je alsnog op 1 klikken
59
De Toekomstclub
60
De Toekomstclub Voorbeeld frequentiestaat 53 x 1+2 7 x 1+1
61
De Toekomstclub De stand na 8 spellen
Kan ook van ‘klasje’ van de cursus
62
De Toekomstclub Met commentaar van Berry na een spel
63
Huiswerk Bestudeer hoofdstuk 1 pag. 8 / 26 Dia’s : Peersite.weebly.com
Informatie Berry’s internetclub Maak proefaccount 63
64
Extra Zuid leider in SA Uitkomst West: 10 voor A
Hoe spelen voor 9 slagen? op schoppen Zuid: AHV weg ♣ 7 V 7 4 3 A H V V B 6 3 2 N W O Z A H V B B 10 B 8 4 64
66
BERRY’S INTERNET CLUB - wedstrijdje
Flits 1 BERRY’S INTERNET CLUB - wedstrijdje - beginnen en stoppen wanneer je wilt - volg het vraagteken tijdens het bieden - lees pp 20-22 Spel 2.
67
Draai een kaart om (de bovenste van de dichte stock):. Honneur (A/10)
Draai een kaart om (de bovenste van de dichte stock): Honneur (A/10)? Speel zonder troef Andere kaart? Speel troef in de gedraaide kleur Schudden en delen Iedere Speler “claimt” een aantal slagen Het paar dat samen de meeste slagen claimt, gaat spelen De hoogstbiedende partner wordt LEIDER De speler LINKS van de leider komt uit. Daarna legt de partner van de leider de kaarten open. Indien troeven: leg de troefkaarten RECHTS Deze partner wordt “Dummy” of “Blinde” Alleen de Leider bepaalt welke kaart er uit de dummy gespeeld moet worden Om de beurt (met de klok mee) wordt iedereen gever
69
Docent: Maurice Peereboom (Bridgeclub De Gaech (1983) Cursus BC Gisolf
● Zelf leren bridgen: 1957 ● Eerste cursus: 1966 ● Ca 1975: Van Start tot Finish (Sint & Schipperheijn) ● Ca 1995: Berry Westra (leer Bridge) ● 2011: Berry (Bridge in een Flits)
70
Zelf aan de slag 1.1 -ieder voor zich- ♣ ª N W O Z
Noord mag starten ♣ N W O Z A 8 7 H 10 7 V B 3 H V B 8 4 2 A 8 4 A V 3 H 8 7 B 5 2 Ik heb de meeste slagen 9 3 2 B 9 6 5 A 4 2 H V 9 70
71
De spelers Vier spelers Tafel met vier zijden: Noord West Oost Zuid
Noord, Oost, Zuid en West Oost-West spelen samen Noord-Zuid spelen samen Noord West Oost Zuid P a r t n e s Partners Twee partijen N-Z spelen tegen O-W 71
72
Het maken van een slag ♥ B ♥2 ♥4 ♥2 start, bekennen moet! ♥6 Noord wint de slag met ♥B Noord mag nu voorspelen
73
♥ B Het maken van een slag ♥2 ♥4 ♥2 start, ♥ B wint de slag ♥6 ♥B
♥2 ♥4 ♥2 start, ♥ V wint de slag ♥V ♥2 ♠4 ♥2 start, ♥B wint de slag ♥6 Bij niet kunnen bekennen: ieder andere kaart mag!
74
Zonder troef: Hoeveel slagen maakt West als West mag beginnen?
♠VB ♥ ♦ ♣ AH ♠ AH ♠ ♥ AH ♥ VB ♦ AH ♦ ♣ VB ♣ ♠ ♥ ♦ VB ♣ 543 Zonder troef: Hoeveel slagen maakt West als West mag beginnen? als Noord mag beginnen?
75
De Biedtaal Een bod bestaat uit: een getal (1 t / m 7)+ een speelsoort (♣♦ of SA) Het getal geeft het aantal te maken slagen aan: 1 ~ 1+6 = 7 slagen (kleinste meerderheid) 3 ~ 3+6 = 9 slagen Dus 2♦ : 8 slagen met ♦ als troef 3SA: 9 slagen zonder troef
76
De rangorde van de kleuren:
SA ♦ ♣ 1 is hoger dan 1♦ Je wilt ♣ bieden na 1♦ ?
77
7♣ 7♦ 7 7 7SA …………………………….. 3♣ 3♦ 3 3 3SA 2♣ 2♦ 2 2 2SA 1♣ 1♦ 1 1 1SA Een voorbeeld: West Noord Oost Zuid pas pas 1♦ 1 pas 2 3♦ pas pas pas Conclusie: - ♦ wordt de troefkleur - er moeten 3+6=9 slagen gemaakt worden door NZ
78
Schudden + Geven
79
Schudden + Geven Bieden • Welke Speelsoort? SA of Troef
80
Schudden + Geven Bieden • Welke Speelsoort? SA of Troef
• Hoeveel slagen kunnen wij maken?
81
Schudden + Geven Bieden • Welke Speelsoort? SA of Troef
• Hoeveel slagen kunnen wij maken? • Wie wordt de leider?
82
Schudden + Geven Bieden • Welke Speelsoort? SA of Troef
• Hoeveel slagen kunnen wij maken? • Wie wordt de leider? Spelen
83
Schudden + Geven Bieden • Welke Speelsoort? SA of Troef
• Hoeveel slagen kunnen wij maken? • Wie wordt de leider? Spelen Score/Resultaat
84
Troefspelen
85
Bieden (vervolg) Het bieden geeft uitsluitsel over: Welke speelsoort het wordt Hoeveel slagen er gemaakt moeten worden Welke partij de “veiling” gewonnen heeft (het “contract” verkregen heeft)
86
Het maken van een slag ♥ B ♥2 ♥4 ♥2 start, ♥ B wint de slag ♥6 ♥B ♥2 ♥4 ♥2 start, ♥ V wint de slag ♥V Maar! Zuid is de partner van Noord. Pak niet elkanders slag af. Speel van bijvoorbeeld ♥V,6,3: de ♥3
87
Flits 1 Wanneer mag je troeven? Als je niet kunt bekennen Spel 2.
88
Mag je troef voorspelen?
Flits 1 Mag je troef voorspelen? Ja Spel 2.
89
Bieden en Spelen Bieden Spelen aantal slagen?
welke speelsoort? wie wordt de leider? Bieden de leider probeert het geboden aantal slagen binnen te halen Spelen 89
90
Schudden en geven Sorteertips: kleur bij kleur op volgorde van rang
zwart-rood-zwart-rood 90
91
Troef (1) Je moet altijd een kaart van de gevraagde speelkleur bijspelen: bekennen moet Als je niet kunt bekennen, mag je iedere kaart van een andere kleur bijspelen De slag kan nooit door deze kaart gehaald worden, behalve als deze kaart behoort tot de TROEFKLEUR 91
92
Troef: Zuid wint de slag [met ♠ troef ]
Flits 1 Troef: Kleur die hoger is dan andere kleuren Noord West Oost Zuid ♣ 3 ♣ 7 ♣ A Zuid wint de slag [met ♠ troef ] Spel 2. ♠ 4
93
Slagen neerleggen Houd elke kaart voor je (niet in het midden van de tafel) Gewonnen slag (verticaal): Verloren slag (horizontaal):
94
Zelf aan de slag 1.1 Neem de kaarten uit de boards
Sorteer deze netjes op kleur Noord mag de eerste kaart op tafel leggen (uitkomen) Oost speelt een kaart bij Zuid speelt een kaart bij West speelt een kaart bij Degene met de hoogste kaart wint de slag Bekennen moet! Heb je de gevraagde kleur niet, dan speel je een andere kleur bij De winnaar van de slag mag de volgende kaart voorspelen 94
95
Als Oost ♦3 speelt, moet Zuid natuurlijk niet troeven
Met troef (♠ troef) West komt uit Wie wint de slag? ♦ V ♦ ♠3 ♦ 8 West komt uit ♦V ♦ ♠ 3 ♠8 Wie wint de slag? Als Oost ♦3 speelt, moet Zuid natuurlijk niet troeven
96
Zuid heeft geen schoppen en speelt 2 Wie wint de slag? Zuid N W O Z
Troef (2) Ruiten is troef Oost speelt A Zuid heeft geen schoppen en speelt 2 Wie wint de slag? Zuid N W O Z A 2 Leerpunt Belangrijk is dat Zuid ♦2 alleen mag bijspelen als hij geen schoppens heeft. Bekennen is en blijft verplicht. 96
97
geen troef: slag voor Oost
Ruiten is troef Oost speelt A Zuid heeft geen schoppen Welke kaart mag Zuid spelen? zowel 2, als 2 N W O Z troef: slag voor Zuid geen troef: slag voor Oost Leerpunt Aftroeven is niet verplicht Je mag pas troeven als je niet meer kunt bekennen 97
98
Troeven mag, maar hoeft niet!!
Regels: Kleur bekennen moet! Troeven mag, maar hoeft niet!! Overtroeven mag, maar hoeft niet!!
99
Troeftrekken (2) Schoppen is troef en Zuid mag beginnen
Hoe moet Zuid spelen om 4 slagen te halen? troeftrekken: H Oost A Oost V Zuid 2 Zuid V Oost 7 Zuid A en A N W O Z A 7 V B 3 H V 2 A introever Leerpunt Troeftrekken = zo snel mogelijk de troeven van de tegenpartij verwijderen. 99
100
De dummy (1) Bij het bridgespel ligt één van de vier handen open op tafel: de dummy Eén van de spelers ziet dus zowel zijn eigen kaarten als die van zijn partner Die speler noemen we de leider Als West de leider is Is Oost de dummy 100
101
Wie wordt de leider en wie de dummy (1)
Het bieden bepaalt wie leider wordt en wie dummy Het betreft altijd het paar dat de bieding heeft gewonnen Leider wordt degene die de gekozen speelsoort als eerste geboden heeft West Noord Oost Zuid 1 2 2 pas pas pas Wie wordt de leider? Zuid: Noord wordt dummy West komt uit 101
102
Wie wordt de leider en wie de dummy (2)
Nog een voorbeeld: West Noord Oost Zuid 1 Wie wordt: de leider de dummy pas 1SA pas 3SA pas pas pas Noord: leider Zuid: dummy Oost: komt uit 102
103
Zelf aan de slag 1.4 West: dealer ª ♣ 6 2 9 5 3 H 9 5 3 2 10 4 2
begint met bieden ♣ 6 2 9 5 3 H 10 4 2 H V B 7 4 8 6 4 8 7 A H B N W O Z ª A A B 2 A V 4 8 7 5 8 5 H V 10 7 B 10 6 V 9 6 3 Maximaal haalbare: met als troef: NZ : 2 slagen OW: 11 slagen 103
104
Dummy - legt zijn kaarten open op tafel - neemt geen deel aan het spel
Flits 1 Dummy - legt zijn kaarten open op tafel - neemt geen deel aan het spel - leider speelt de kaarten van de dummy Spel 2.
105
Volgorde: binnen 1 kleur van hoog naar laag:
De “Kleuren” Volgorde: binnen 1 kleur van hoog naar laag: AHVB honneurs middenkaarten lage kaarten
106
Bieden Doel: zoveel mogelijk slagen maken van de 13 die er zijn
Een eigen lange kleur zul je graag troef willen maken: AHVB762 H3 ♦82 ♣94 Je moet dan een “schoppenbod” doen Maar: zodra je een bod doet en en gaat spelen, moet je (samen met partner) tenminste 7 slagen maken! (altijd: bod is 1 t/m 7 + 6, dus minimaal 7- maximaal 13 ) De tegenstander zal een andere troefkleur willen spelen, maar moet dan een hoger bod doen (vergelijk met een veiling)
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.