De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

In kaart brengen van ‘honoursdidactiek’

Verwante presentaties


Presentatie over: "In kaart brengen van ‘honoursdidactiek’"— Transcript van de presentatie:

1 In kaart brengen van ‘honoursdidactiek’
Faculteitsdag Geowetenschappen In kaart brengen van ‘honoursdidactiek’ Pierre van Eijl, IVLOS, UU 20 april 2006 Samenvattend overzicht van de antwoorden van acht docenten van het honoursprogramma bij Sociale Geografie en Planologie op dertien interviewvragen over het begeldien van honoursstudentenk IVLOS/UU

2 Situering honoursprogramma
Remediërend >>> Regulier programma >>> Honoursprogramma onderwijs Bij tekorten ‘Hoofdstroom’ Studenten die en achterstand meer kunnen en willen IVLOS/UU

3 Toelatingsselectie bij honoursprogramma’s
Toelating op basis van een combinatie van criteria: Cijfers (gemiddeld minimaal een ‘7 ‘of een ‘8‘) Motivatie (motivatiebrief en selectiegesprek) Aanbevelingen van docenten of tutoren spelen soms een rol. Studievoortgang Veel selectie is zelfselectie IVLOS/UU

4 Amerikaans onderzoek over cijfercriterium: Correlatie tussen cijfers (GPA) en later succes in wetenschap en beroep is niet zo duidelijk. Wel in de combinatie ‘net boven het gemiddelde’, ‘creativiteit’ en ‘inzet & doorzettingsvermogen’. Grafische definitie van talent (Renzulli, 1978) IVLOS/UU

5 Grote variëteit bij honoursprogramma’s:
Interdisciplinaire, thematische honourscursussen naast het reguliere programma (honours minor) - Speciale honourssecties in een reguliere cursus Aparte programmastroom voor gedeelte van de studie (bijvoorbeeld voor researchstroom in later studiejaar) - Speciaal honoursseminar in laatste fase opleiding - Apart programma voor honoursstudenten ('Honours Colleges‘) IVLOS/UU

6 ‘Niet meer van hetzelfde maar anders’ ruimte voor eigen initiatief
- Verbreding door meer interdisciplinaire stof aan te bieden. - Verdieping van bestaande studiestof - Met een persoonlijke of maatschappelijke dimensie erin - Een leeromgeving waarbij iedereen zich inzet Andere werkwijze: + meer wetenschappelijk debat, + meer zelf een project/onderzoek doen, + meer contact met experts, + meer zelf vorm en inhoud kiezen + innovatieve varianten kleinschalig, interactief, reflectief, accent op vaardigheden, ruimte voor eigen initiatief IVLOS/UU

7 Onderzoek naar honoursprogramma’s in de kinderschoenen
- Snelle ontwikkelingen honoursonderwijs op universiteiten en hogescholen - Subsidies van de regeringscommissie ‘Ruim baan voor talent’ - Onderzoek naar het leren van honoursstudenten in startfase - Afgelopen jaar project gestart over in kaart brengen Honoursdidactiek bij Sociale Geografie en Planologie IVLOS/UU

8 Opbouw honoursprogramma Sociale Geografie en Planologie:
 Jaarlijks een ‘bouwsteen’ (uitwerken zelf gekozen onderwerp, zelf een docent vragen voor begeleiding, individueel/kleine groepjes)  Maandelijks een bijeenkomst van de ‘Socratische Workshop’ met ‘meta’-aspecten van het studeren en werken in de bouwsteen  Leeronderzoek in honoursprogramma deels vervangend voor regulier leeronderzoek. IVLOS/UU

9 Interviews: vragen (0 en 1) en antwoorden
0. Feitelijke gegevens honourscursus/activiteit:  één docent Socratische Workshop  zeven docenten bouwstenen (veel/weinig ervaring) 1. Motivatie (‘drive’) voor honoursonderwijs?  een gedeelde inhoudelijke interesse met studenten (vier keer)  studenten uitdagen er meer uit te halen, leren hun talenten te er- en herkennen (twee keer)  leuk om met gemotiveerde studenten te kunnen werken (twee keer)  door honoursonderwijs nieuwe ideeën voor het reguliere onderwijs opdoen (twee keer) IVLOS/UU

10 Interviews: vragen (2) en antwoorden
2. Hoe belangrijk is de selectie?  Vooral selectie op motivatie belangrijk  Maar ook op intellectuele kwaliteiten Kanttekeningen daarbij: - Cijfereis is relatief: hoge cijfers worden in het curriculum weggemiddeld door de vele cijfers van opdrachten - Nadeel van een selectie op cijfers is dat studenten hierover gaan ‘zeuren’ - De indruk is dat veel studenten zichzelf vooraf al selecteren - Selectie is ook relatief: sommige studenten komen pas laat op gang in de studie. - Sommige studenten ‘stralen’ hun motivatie minder uit maar zijn het wel. IVLOS/UU

11 Interviews: vragen (3 en 4) en antwoorden
3. Karakterisering doelgroep?  Zeer divers maar wel gemotiveerd, soms heel ambitieus en sommigen hebben intellectueel het nodige te bieden.  Karakteristiek is het eigen initiatief van honoursstudenten.  Ze hebben een voorkeur om in kleine groepjes, duo’s bijvoorbeeld, met andere gemotiveerde studenten te werken  Ze zijn zelfstandiger qua onderwerpkeuze en planning. 4. Concreet bereiken met honoursonderwijs?  Socratische Workshop doelen m.b.t. academische vaardigheden, leiderschap, stimuleren persoonlijke groei en studenten over grenzen laten kijken centraal  Bouwsteen: student doorloopt stappen in een onderzoek. Het onderwijs is vaak verdiepend maar ook verbredend. IVLOS/UU

12 Interviews: vragen (5a en b) en antwoorden
5a. Wat is karakteristiek aan de onderwijsactiviteiten?  ‘Maatwerk’ Ook begeleidingstijd nodig omdat studenten ook feedback willen op ideeën en tussenproducten. Soms minder sturing omdat studenten aan een ‘half woord’ genoeg hebben.  Eigen initiatief essentieel Meer ruimte voor eigen initiatief Meer nadruk op zelfwerkzaamheid. Je geeft ze meer vertrouwen maar soms overschatten studenten zichzelf (dus wel wekelijks een gesprek) 5b. Leuk voorbeeld?  Studenten zelf met een idee laten komen,  Discussie over “we do no harm!” (CARE-Intern.)  Vervangend leeronderzoek in kader Intensief Programma  AiO’s laten vertellen over hun onderzoek aan honoursstudenten (‘van jongere tot jongere’). IVLOS/UU

13 Interviews: vragen (7a en b) en antwoorden
7a. Andere begeleiding docent?  Vooral feedback geven op wat studenten in leveren of komen bespreken.  Reguliere studenten komen meer met vragen voor verduidelijking, honoursstudenten om een volgende stap te maken.  Studenten komen met het onderwerp daarom hoef je niet eerst het waarom van het onderwerp uit te leggen.  Als docent vraag ik meer dan ik instrueer in tegenstelling tot het reguliere onderwijs. Het is een vraagpunt of je studenten voldoende op hun tenen laat lopen. 7b ‘Community building’  In de Socratische Workshop wel community building  Ook wordt daar aandacht aan de voortgang besteed.  Bij de 2- en 3-tallen (bouwstenen) vindt waarschijnlijk ook wel community building plaats maar buiten gezichtsveld docent. IVLOS/UU

14 Interviews: vragen (9) en antwoorden
9. Beoordeling anders?  Socratische Workshop pass/fail  Bouwstenen wel een cijfer. Kanttekeningen: - Bij sommige docenten is de beoordeling honours en regulier niet verschillend bij anderen wel. - Wel zijn de eisen verschillend omdat studenten eigen criteria en ijkpunten, afgeleid van de eigen doelstellingen hebben. - Ook gelden voor een honoursproject andere criteria: onderzoek creatiever aangepakt, statistische meer verantwoord, een nieuwe methode hebben gebruikt e.d. Talentontwikkeling? Het is moeilijk te zeggen of talentontwikkeling met een cijfer correleert omdat die ontwikkeling over de jaren heen verloopt. Dat valt beter na te gaan met een portfolio en tutorgesprekken. IVLOS/UU

15 Contouren van een honoursdidactiek
Honoursstudenten zijn in staat om in hoge mate zelf hun studie-activiteiten te kiezen en te plannen en willen docenten die daarop inspelen. Juist honoursstudenten waarderen het als een docent inspirerend voor hen is (Wolfensberger et al., 2004)). Het enthousiasme van honoursstudenten en de gedeelde interesse over hun gekozen onderwerp met de docent mondt uit in wat een ‘inspiratiespiraal’ genoemd kan worden. IVLOS/UU

16 verschillen regulier en honoursonderwijs
Inspiratiespiraal verschillen regulier en honoursonderwijs Regulier met nadruk op: 11.Vooral interne producten 10.Standaardeisen beoordeling 9.Instructie en uitleg 8.Externe gerichtheid beperkt 7.Relatief anoniem contact 6.Grote groepen 5.Interactie om verduidelijking te krijgen 4.Planning voorgestructureerd 3.Vaste docenten voor cursussen 2.Onderwerpen vooraf bepaald 1.Geen toelatingsselectie Honours met nadruk op: 11.Meer externe producten 10.Extra eisen bij beoordeling 9.Begeleiden en feedback Geven 8.Meer nadruk op externe gerichtheid 7.Veel persoonlijk contact 6.Kleine groepen 5.Interactie vooral voor nieuwe ideeën en plannen 4.Zelf planning maken 3.Zelf docenten zoeken voor gedeelde interesse 2. Zelf onderwerpen bepalen 1.Toelatingsselectie op motivatie en cijfers IVLOS/UU

17 Inspiratiespiraal Matching en studentsturing Overgang van docent- naar studentsturing van het leerproces >>> remediërend onderwijs >>> regulier >>> honours >>> maar het moet wel ‘klikken’ IVLOS/UU

18 Resumerend Honoursdidactiek
Toelatingsselectie: inzet, cijfergemiddelde+, creativiteit van belang Doelgroep divers, zelfstandiger qua onderwerpkeuze en planning Didactiek: ‘Niet meer van hetzelfde maar anders’ en ‘maatwerk’ Inhoudelijke verbreding/verdieping Studie met medegemotiveerde studenten Gedeelde interesse met docent (‘matching’) Werkvormen: debat, project (kleine groepjes), contact met experts innovatieve varianten Ruimte voor eigen initiatief, keuzes Als docent vraag ik meer dan ik instrueer Meer feedback minder sturing Meer nadruk op zelfwerkzaamheid. Je geeft ze meer vertrouwen maar soms overschatten studenten zichzelf (dus wel wekelijks een gesprek) Over beoordeling wordt nog verschillend gedacht Laten we studenten voldoende op hun tenen lopen? IVLOS/UU


Download ppt "In kaart brengen van ‘honoursdidactiek’"

Verwante presentaties


Ads door Google