Hoofdstuk 5 Grammatica en spelling

Presentatie over: "Hoofdstuk 5 Grammatica en spelling"— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 5 Grammatica en spelling
Meervoud © Noordhoff Uitgevers bv vmbo-b 2F

2 dolfijn -> dolfijnen
[logo NN] Hoofdstuk 3 | Spelling| Persoonsvorm tegenwoordige tijd| 1F 0 Meervoud op -en dolfijn -> dolfijnen Achter veel zelfstandige naamwoorden zet je -en. krokodil -> krokodillen Soms moet je een letter verdubbelen. schaap -> schapen Soms verdwijnt een letter. wolf –> wolven Soms verandert een letter.

3 eekhoorn -> eekhoorns
[logo NN] Hoofdstuk 3 | Spelling| Persoonsvorm tegenwoordige tijd| 1F 0 Meervoud op -s eekhoorn -> eekhoorns Achter sommige zelfstandige naamwoorden zet je -s. flamingo -> flamingo’s Bij uitspraakverwarring zet je er een apostrof tussen: -’s. tv -> tv’s Afkortingen krijgen altijd -’s.

4 0 Meervoud op -ën + bijzondere gevallen
[logo NN] Hoofdstuk 3 | Spelling| Persoonsvorm tegenwoordige tijd| 1F 0 Meervoud op -ën + bijzondere gevallen ree -> reeën Achter sommige zelfstandige naamwoorden die in het enkelvoud eindigen op -ee, zet je -ën. giraffe -> giraffen / giraffes jubileum -> jubileums / jubilea kantoorman -> kantoormannen / kantoorlieden / kantoorlui Sommige woorden hebben meerdere meervoudsvormen.

5 Wat is de juiste meervoudsvorm?
bloemkool bloemkolen – bloemkollen – bloemkoolen dj djën – djs – dj’s gewoonte gewoonten – gewoontes – gewoonte’s portemonnee portemonneeën – portemonnees – portemonee’s tortelduif tortelduifen – tortelduifs – tortelduiven