De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdstuk 2 Weer en klimaat in Spanje

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdstuk 2 Weer en klimaat in Spanje"— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 2 Weer en klimaat in Spanje
Start: Water Stuwdammen in Turkije In Z.O. Turkije groot stuwdammenproject. Nadelen: Bewoners moeten hun ‘geboortegrond’ verlaten Voordelen: Irrigatiewater voor boeren Energie van waterkrachtcentrales (welvaartgroei komst van industrie) Voldoende drinkwater Wegen de voordelen op tegen de nadelen? Weer en klimaat Hoofdstuk 2 Weer en klimaat in Spanje

2 Veel hoogteverschillen
2.1 Spanje, land van verschillen Veel hoogteverschillen Spanje: 13x zo groot als Nederland en 47 miljoen inwoners. Bestaat uit het vaste land en twee eilandengroepen. In de: Middellandse Zee: de Balearen Atlantische Oceaan: de Canarische Eilanden Grootste deel van Spanje > 500 meter. Smalle stroken aan kust < 200 meter. Binnenland is een hoogvlakte: de Meseta (600 en 800 meter). Hoogvlakte: een vlak of zachtgolvend gebied dat meer dan 500 meter hoog ligt. Hooggebergte: gebergte met toppen boven de 1500 meter. Middelgebergte: gebergte met toppen tussen 500 – 1500 meter. Spanje kent vier hooggebergten: In het Noorden: Pyreneeën en Cantabrisch Gebergte In het zuiden: Sierra Nevada Centraal op de Meseta: Kastiliaans Scheidingsgebergte Aan de oost- en zuidkust zijn diverse middelgebergten.

3 Overgangsgebied: van koel naar heet
2.1 Spanje, land van verschillen Overgangsgebied: van koel naar heet Hoe zuidelijker je in Spanje komt, des te heter het wordt. Dit heeft twee oorzaken: Door de breedteligging is de zoninvalshoek groter dan in Nederland. In de zomer ligt Spanje onder invloed van hoge drukgebieden. Door dit Azorenhoog krijg je dalende lucht, wolken lossen op en hierdoor valt er in zomer nauwelijks regen. (Lekker warm weer.) Lees ook: natgeregende voetbalfans in Barcelona. In de winter ligt dit hogedrukgebied zuidelijker. Het heeft dan geen invloed op het weer in Spanje. Onder invloed van lage luchtdrukgebieden heeft Spanje in de winter regenachtig weer.

4 Overgangsgebied: van nat naar droog
2.1 Spanje, land van verschillen Overgangsgebied: van nat naar droog Overal in Spanje is de zomer de droogste periode. De lengte van deze droge periode neemt van NW naar ZO toe. Neerslag ontstaat door: 1. Opstijgende lucht bij gebergten (stuwingsregen) 2. Grote hitte (stijgingsregens) 3. Botsing van warme en koude lucht (frontale neerslag) In berggebieden vaak neerslag aan één kant van de berg. De windkant is de loefzijde, de windluwe kant is de lijzijde. De loefzijde is de windkant van de berg en daardoor ook de natte kant van de berg. De kant met duidelijk minder wind is de lijzijde. Hier daalt de lucht waardoor deze opwarmt. Het is de regenschaduw van de berg. Door de ligging van de kustgebergten is er in het binnenland weinig invloed van de zee. Dus ook minder neerslag. Spanje is opgedeeld in het groene noordelijke deel en het droge zuidelijke deel.

5 Spanje kent verschillende klimaten.
2.2 Land van verschillende klimaten De klimaten van Spanje Spanje kent verschillende klimaten. Het noorden en noordwesten heeft een gematigd zeeklimaat. Neerslag in alle jaargetijden, temperaturen iets hoger dan in Nederland. Hier heeft het Azorenhoog minder invloed dan in het zuiden. Gevolg meer aanlandige vochtige wind. De Balearen, de oost- en de zuidkust hebben een Middellandse Zeeklimaat. Het Azorenhoog zorgt ervoor dat depressies wegblijven. Droog , onbewolkt en warm zomerweer. De meeste neerslag valt in de zachte winters. Nederland heeft ook een gematigd zeeklimaat, maar omdat Spanje iets zuidelijker ligt (en dus een grotere zoninvalshoek heeft) is het daar iets warmer.

6 In het gebied rondom Alméria valt weinig neerslag: steppeklimaat.
2.2 Land van verschillende klimaten De klimaten van Spanje Door de ligging van de gebergten is de invloed van de zee op het binnenland gering. Hete zomer en vrij koude winters (ook door de hoge ligging). Hierdoor heeft het binnenland een landklimaat. In het gebied rondom Alméria valt weinig neerslag: steppeklimaat. De Pyreneeën heeft een hooggebergteklimaat. Op kleine afstand zijn er grote temperatuurverschillen. Eeuwige sneeuw op de toppen en prettige temperaturen in de dalen. Het klimaat van Canarische eilanden wordt beïnvloed doordat ze in de oceaan liggen. In de winter is het er vaak warmer dan aan de Spaanse costa’s, in de zomer is het er vaak koeler.

7 Waterprobleem Spanje: te veel of te weinig
2.2 Land van verschillende klimaten Waterprobleem Spanje: te veel of te weinig Waterproblemen komen voort uit de kenmerken van de neerslag in Spanje. Neerslag is ongelijk verdeeld over het jaar In zomer is het droog  watertekort Herfst en winter (soms) veel regen  overstromingen De neerslagverdeling over het land is erg ongelijk. Overstromingen door perioden met hoge neerslagintensiteit. In enkele uren kan de helft van de jaarlijkse neerslag vallen. De grond neemt water dan nauwelijks op. Grote piekafvoer voor de rivieren met overstromingen als gevolg. Kenmerken zijn: -ongelijke verdeling binnen een jaar -ongelijke verdeling over het land -ongelijke verdeling over verschillende jaren (ene jaar valt meer dan het andere jaar) -neerslagintensiteit waardoor er soms pieken zijn Neerslag zeer wisselvallig. Voor de landbouw is dit een groot probleem.

8 Problemen en oplossingen
2.2 Land van verschillende klimaten Problemen en oplossingen Verdamping in de zomer en de ongelijke neerslagverdeling zorgen voor watertekorten in grote delen van Spanje. Door de hoge verdamping is de nuttige neerslag gering. In grote delen van Spanje is er nauwelijks aanvulling van het grond- en oppervlaktewater. Overal in Spanje zijn stuwdammen in rivieren gebouwd. Veel van dit water uit de stuwmeren wordt voor de landbouw gebruikt. Aanvoer van water via kanalen en pijpleidingen. Bijvoorbeeld water van de Taag naar Segura (het kurkdroge zuiden).

9 Invloed klimaat op plantengroei
2.3 Klimaat en plantengroei Invloed klimaat op plantengroei Het klimaat en de bodem bepalen welke planten er kunnen groeien. Het noorden heeft een gematigd zeeklimaat hierdoor groeit hier een gemengd loofbos. Waar dit is gekapt, liggen akkers en weiden. Aan de zuidkust valt minder neerslag, hier groeit vooral de altijd groene mediterrane vegetatie. Aan de zuidoostkust valt soms jaren na elkaar weinig neerslag. Hier is steppe- en woestijnvegetatie. Pyreneeën: hooggebergtevegetatie.

10 Invloed klimaat op plantengroei
2.3 Klimaat en plantengroei Invloed klimaat op plantengroei Pyreneeën: hooggebergtevegetatie. Elke 100 meter hoger wordt het 0,6 ˚C kouder. Hierdoor zijn er op korte afstand veel verschillende vegetatiegordels. 5. Eeuwige sneeuw 4. Kale rots 3. Almen of bergweiden 2. Naaldwoud 1. Loofbos

11 De oorspronkelijke begroeiing is veelal verdwenen.
2.3 Klimaat en plantengroei Droogteproblemen De oorspronkelijke begroeiing is veelal verdwenen. De bevolking heeft het gebruikt als bouwmateriaal of brandhout. Ook door bosbranden gaat de natuurlijke begroeiing verloren. Ontbossing kan tot verwoestijning leiden. Toenemen van het zoutgehalte in de bodem noemen we verzilting. Dit komt door onzorgvuldige irrigatie. Te veel aan irrigatiewater lost zouten op in de bodem. Door verdamping gaat het water weg en slaat het zout neer. Verzilting kan voorkomen worden door: precies genoeg water voor de planten te gebruiken (druppelirrigatie). of door overtollig irrigatiewater ondergronds (drainage) af te voeren.

12 De zomer is de droogste periode.
2.3 Klimaat en plantengroei Droogteproblemen De zomer is de droogste periode. In de zomer is de vraag naar water ook het grootst. Veel water nodig voor: - landbouw - bevolking - toerisme Oppompen van grondwater leidt tot: - daling van de grondwaterspiegel - verdroging Steeds vaker maakt men gebruik van ontziltingsinstallaties. Van zout zeewater maakt men zoet water.

13 Een groot deel van Spanje (40% ) is erg geschikt voor landbouw.
2.4 Neerslag en landbouw Tweedeling landbouw Een groot deel van Spanje (40% ) is erg geschikt voor landbouw. Steile hellingen en onvruchtbare bodems zijn alleen te gebruiken voor extensieve veeteelt. Van de grond is 8% totaal ongeschikt: te bergachtig, te droog of de bodem is onvruchtbaar. Door de droogte volgende tweedeling: - Landbouw zonder irrigatie - Landbouw met irrigatie.

14 Landbouw zonder irrigatie
2.4 Neerslag en landbouw Landbouw zonder irrigatie In gebieden waar niet of nauwelijks geïrrigeerd wordt, vind je: - akkerbouw - extensieve veeteelt Op de Meseta vind je veel droge (niet geïrrigeerde) akkerbouw: - wintertarwe - wintergerst Het wordt in herfst gezaaid; planten profiteren van de herfst- en winterneerslag. Nadelen: - lage productie - kans op erosie als terrein braak ligt - weinig werkgelegenheid

15 Landbouw zonder irrigatie
2.4 Neerslag en landbouw Landbouw zonder irrigatie Op steilere hellingen en onvruchtbare bodems vind je vaak druiven en olijf- en notenbomen (wal-, hazel- en pistachenoten). Bij voldoende neerslag ook vruchtbomen (appels, peren en pruimen). In het vochtige noordwesten voldoende neerslag voor intensieve landbouw. - melkveeteelt - akkerbouw (zoals in Nederland). In droge gebieden komt extensieve veeteelt voor. Op de uitgestrekte vlakten zie je schapen en vleeskoeien.

16 Landbouw met irrigatie
2.4 Neerslag en landbouw Landbouw met irrigatie Door irrigatie is de boer minder afhankelijk van de neerslag. Irrigatie is kapitaals- en arbeidsintensief. Dit wordt terugverdiend omdat per jaar meer oogsten mogelijk zijn (3-5). Door irrigatie is het mogelijk om andere gewassen te verbouwen. - citrusfruit (sinaasappelen, citroenen en mandarijnen) - katoen, rijst en pinda’s - andere tuinbouwproducten (aubergines, paprika’s en tomaten) Het tuinbouwgebied rond Almería wordt ook Mare Plastico genoemd: de zee van plastic. Hier werken veel (illegale) Afrikaanse mensen (bootvluchtelingen). Tuinbouwgebied rondom Almería. Tuinbouw hoge opbrengsten door: droge, warme omstandigheden, druppelirrigatie en plastic kassen.

17 Mogelijke klimaatveranderingen tussen 1990 en 2100
2.5 Bronnen: Steeds extremer Mogelijke klimaatveranderingen tussen 1990 en 2100

18 Veranderingen in de landbouw
2.5 Bronnen: Steeds extremer Heter en droger en Veranderingen in de landbouw Klimaatverandering betekent ook verschuiving van de klimaatzones. Dit betekent dat droge gebieden nog droger worden. Grotere gebieden in Spanje zullen verwoestijnen. Voor de landbouw betekent dit dat er meer geïrrigeerd moet worden. Maar waar haal je het water vandaan? Er zal beter waterbeheer nodig zijn.

19 Gevolgen voor de gezondheid en Klimaatgebonden ziekten en plagen
2.5 Bronnen: Steeds extremer Gevolgen voor de gezondheid en Klimaatgebonden ziekten en plagen Hoge temperaturen hebben gevolgen voor de gezondheid. Meer mensen sterven aan: Hart en vaatziekten Luchtweg aandoeningen Huidkanker (meer uv-licht) Daarnaast krijgen we te maken met voor ons nieuwe ziekten als: Malaria Dengue (knokkelkoorts) De geïnfecteerde muggen kunnen overleven in warmere gebieden.

20 Gebieden aan de Noord- en Oostzee
2.5 Bronnen: Steeds extremer Nieuwe mogelijkheden Door de verschuiving van klimaatzones, kan het in de toekomst in Spanje te warm zijn om prettig op vakantie te gaan. Gebieden aan de Noord- en Oostzee zijn wellicht in de toekomst aantrek- kelijker. Misschien ga je zelfs wel op zon- vakantie naar Noord-Finland.


Download ppt "Hoofdstuk 2 Weer en klimaat in Spanje"

Verwante presentaties


Ads door Google