De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Rekenen met procenten deel 1.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Rekenen met procenten deel 1."— Transcript van de presentatie:

1 rekenen met procenten deel 1

2 Wat zijn procenten? Een procent (van Latijn: pro centum, per honderd) aangeduid door het teken % is een honderdste deel. Je gebruikt procenten om een deel van een groter geheel aan te geven, door het geheel "op 100 te stellen". Door de uitdrukking in procenten, hoef je niet in decimalen te rekenen en laten delen zich onderling gemakkelijk vergelijken. Het aantal procenten wordt percentage genoemd. In plaats van "de helft" kan je dus ook "50%" zeggen.

3 Even testen of ik het snap
1 Neem de hele zin over in je schrift. 1. Een hele pizza is dus … % 2. Een halve pizza is dan ..% 3. Een kwart pizza is dan ..% 4. Een derde pizza is dan ..%* * Procenten mag je afronden op 1 cijfer achter de komma.

4 Wat waren decimalen? Decimalen zijn cijfers achter de komma. Stel je hebt samen met je vriend(in) zin in pizza. Dan deel je de hele pizza door 2. Ieder krijgt dan de helft. In decimalen zou dat dus 0,5 zijn. Getallen als 0,25 0,375 en 6,8 zijn geschreven in decimalen. Dit is de uitkomst als je breuken gaat uitrekenen.

5 Even testen of ik het snap
2 Neem de hele zin over in je schrift. 5. Een hele pizza is in decimalen … 6. Een halve pizza is in decimalen … 7. Een kwart pizza is in decimalen … 8. Een derde pizza is in decimalen …* * Je mag hier afronden op twee decimalen.

6 Rekenen met breuken? Met je computereiland heb je zin in pizza. Je bestelt een pizza en iedereen krijgt een even groot stuk. Je krijgt dan dus 1/8 deel van de pizza. Toets dit in op je rekenmachine als 1:8= en je hebt 0,125. Jij en je buurman hebben dus samen 2/8 deel (1/8 + 1/8). In decimalen is dit 0,25. Dit kun je weer opschrijven als breuk: 1/4

7 Even testen of ik het snap
3 Neem de hele zin over in je schrift. 9. 1/5 pizza is in decimalen … 10. 5/8 pizza is in decimalen … 11. 2/9 pizza is in decimalen … 12. 56/411 pizza is in decimalen …

8 Van breuk naar procent? Samen met je vriend(in) heb je een pizza. Deze deel je eerlijk. Ieder krijgt dus ½, of in decimalen 0,5. In procenten is dat dan 50%. Voor het hele computereiland zou je dan 1/8, in decimalen 0,125 en dus in procenten 12,5% zijn.

9 Even testen of ik het snap
4 13. Je deelt je pizza met 4 personen. Jij krijgt dus …% 14. Je deelt je pizza met 12 personen. Jij krijgt dus ...% 15. Je deelt je pizza met 50 personen. 16. Je deelt je pizza met 200 personen.

10 Procenten schatten? Een pizza kost € 9.
Je hebt een kortingsbon van € 3. Hoeveel procent korting krijg je dan? Je korting is 3/9, vereenvoudigd is dat 1/3 In decimalen 0,333 en dus 33,3%

11 Even testen of ik het snap
5 Geef een schatting. Je mag dus geen rekenmachine gebruiken. 17. Normale prijs € 20, korting € 2, in %? 18. Normale prijs € 79, korting € 16, in %? 19. Normale prijs € 99, korting € 19, in %? 20. Normale prijs € 3,78, korting € 0,98 in %?

12 Procenten Klik op het plaatje en speel een procentenspelletje om te kijken of je deel 1 begrepen hebt..

13 rekenen met procenten deel 2

14 Redactiesommen? Bij een toets krijg je een verhaaltje. In dit verhaaltje staan de gegevens die je nodig hebt. De verhaaltjes maken de som wat leuker. Let op dat je niet afgeleid wordt. Stel altijd de volgende vragen: Wat weet ik uit de vraag? Wat wordt er precies gevraagd?

15 Welk getal is 100%? Om te weten wat 100% is ga je op zoek naar het totaal. Als er meerdere gehele getallen zijn dan neem het oudste. Deze is makkelijk te herkennen in een redactiesom. Dit getal staat namelijk in de zin na het woordje “ dan” of “van”

16 Even testen of ik het snap
6 Hoeveel is 100% 1. Van de 411 leerlingen van onze school komen er dagelijks 37 met de bus naar school. 2. Vorig jaar kostte een ijsje op het strand nog 2 euro. Nu zijn de prijzen verhoogd met 20 eurocent. 3. Inge heeft 30 euro zakgeld per maand. Dit is 5 euro meer dan het zakgeld van Renee. 4. Mijn mobiele telefoon staat in een reclamefolder te koop voor 129 euro. Toen ik hem kocht drie weken geleden kostte deze telefoon mij 159 euro.

17 Terug naar 1% Bij het maken van de meeste opdrachten is het niet moeilijk te vinden wat 100% is. Vanuit dit getal ga je naar 1%. Je neemt het getal dat hoort bij 100% en deelt dat door 100.

18 Even testen of ik het snap
7 Hoeveel is 1% 5. Van de 411 leerlingen van onze school komen er dagelijks 327 met de fiets naar school. 6. Vorig jaar kostte een cola op het strand nog 2 euro. Nu zijn de prijzen verhoogd met 50 eurocent. 7. In Nederland wonen mensen. Hiervan is ongeveer 28% jonger dan 21 jaar. 8. De WII staat in een reclamefolder te koop voor 329 euro. Toen ik hem kocht vorig jaar kostte de WII mij 449 euro.

19 Van procent naar? 9. Je krijgt 12% korting op een nieuwe mobiele telefoon. Deze kost normaal 129 euro. Hoeveel korting krijg je in euro? : 100 X 12 Je krijgt € 15,48 korting. euro € 129 € 1,29 € 15,48 procenten 100% 1% 12% : 100 X 12

20 Even testen of ik het snap
8 10. Je krijgt 19% korting op een mp3- speler. Deze kost normaal € 46. Hoeveel euro korting krijg je? 100%

21 Even testen of ik het snap
9 Bereken onderstaande opgaven op dezelfde manier: 11. Huizen zijn het afgelopen jaar gemiddeld met 4,5% gedaald. Vorig jaar was de verkoopprijs van een huis gemiddeld € Bereken de waardedaling in euro. 12. Bij het bestellen van concertkaartjes moet 2,5% administratiekosten worden betaald. Hoeveel betaal je extra voor de kaartjes als ze normaal € 39 kosten?

22 Uitkomst in procenten? 13. Je krijgt 12 euro korting op een nieuwe spijkerbroek. Deze kost normaal 69 euro. Hoeveel procent korting krijg je? : 69 X 12 Je krijgt 17,4% korting. euro € 69 € 1 € 12 procenten 100 % 17,4% 1,449275… : 69 X 12

23 Even testen of ik het snap
10 14. Je krijgt 18 euro korting op een nieuwe spijkerbroek. Deze kost normaal 85 euro. Hoeveel procent korting krijg je? 1 100%

24 Even testen of ik het snap
11 Bereken onderstaande opgaven op dezelfde manier: 15. Peugeot geeft bij aankoop van een nieuwe 1007 van € een korting van € Hoeveel procent korting krijg je dan? 16. Een winkelier verhoogt de prijs van een doos bonbons met € 0,50. De oorspronkelijke verkoopprijs was € 3,85. Bereken de prijsstijging in procenten.

25 Even testen of ik het snap
12 17. Bereken de verschillende kortingspercentages die horen bij onderstaande advertenties.

26 Problemen met lezen? In veel verhaaltjes zul je eerst een kleine berekening moeten maken voordat je de tabel kunt invullen. 18. Hoeveel procent korting krijg je in het voorbeeld hiernaast? Je zult dus eerst de korting moeten uitrekenen. € € 599 = € 100 14,3%

27 Klaar voor de eindtoets?
Op de laatste dia’s staan wat oefenopdrachten zoals je die ook kunt verwachten bij de toets. Rekenen met procenten kun je leren, veel oefenen dan lukt het zeker. Succes!

28 Oefenen voor de toets A 19. Een winkelier heeft al zijn prijzen met 3,2% verhoogt. Vroeger moest je voor een brood € 1,45 betalen. Wat wordt de nieuwe prijs van een brood? 20. Als nieuw lid van een tijdschrift krijg je bij een jaarabonnement een korting van € 18. Normaal zou je € 83 per jaar moeten betalen. Hoeveel procent korting wordt er gegeven? 21. Bij een bouwmarkt koop je een nieuwe bureaulamp van € 29. Gelukkig hoef je bij de kassa niet zoveel te betalen. Je hebt namelijk een 15% kortingssticker. Hoeveel moet je betalen voor de bureaulamp? 22. Een snelheidsduivel reed met 168 kilometer per uur over de snelweg. Je mag daar maar 120 km/u. Hoeveel procent reed deze wegpiraat te hard?

29 Oefenen voor de toets B 23. Op onze school zitten 411 leerlingen. Vanochtend is geturfd hoeveel leerlingen een bril hebben. Dit waren er 82. Hoeveel procent van de leerlingen droeg vanochtend geen bril? 24. Vorig jaar deden 104 leerlingen eindexamen. Twee leerlingen hebben het eindexamen onvoldoende gemaakt en zijn gezakt. Hoeveel procent van de leerlingen is geslaagd? 25. Een leerling 15 minuten te laat in de les. De les duurt normaal 90 minuten. Hoeveel procent van de lestijd heeft deze leerling gemist? 26. In de klas zitten 56 leerlingen. Hiervan is 43% jongen. Hoeveel meisjes zitten er in de klas?

30 Oefenen voor de toets C 27. Een hardloper is aan het trainen voor een wedstrijd. Een half jaar geleden deed deze persoon nog 4 minuten en 40 seconden over een kilometer. Nu loopt hij de kilometer in 4 minuten en 15 seconden. Hoeveel procent is de hardloper sneller geworden? Tip maak van de minuten seconden. 28. In de troonrede staat dat de overheid een tekort heeft 2,1% van de te verwachten inkomsten. De totale inkomsten voor 2010 worden geschat op 180 miljard euro. Hoeveel euro komt de overheid tekort? 29. Het grootste deel van 180 miljard euro komt binnen dankzij de 46 miljard euro omzetbelasting (=btw). Hoeveel procent van de inkomsten komt binnen dankzij de omzetbelasting? 30. De minister-president verdiend € per jaar en krijgt een loonsverhoging van 1,75%. Hoeveel verdiend de minister- president volgend jaar?

31 Oefenen voor de toets D 31. Dankzij een 30% kortingssticker hoef ik voor mijn nieuwe rekenmachine maar € 7 te betalen. Wat was de oorspronkelijke verkoopprijs? 32. Voor mijn 16e verjaardag heb ik veel mensen een uitnodiging gestuurd. Op het feest waren 24 personen aanwezig, 9 personen hebben zich afgemeld. Hoeveel procent van de uitgenodigde mensen heeft zich afgemeld voor mijn verjaardagsfeest? 33. Bij de AH worden 35% korting stickers gebruikt voor producten die snel verkocht moeten worden. Dankzij zo’n sticker hoef je voor een zak houtskool maar € 1,19 te betalen. Hoeveel zou je moeten betalen indien er geen kortingssticker op geplakt was? 34. De waarde van de dollar is gisteren met 14% gedaald. Met hoeveel procent moet de waarde vandaag stijgen om op het oude niveau te komen?

32 rekenen met procenten deel 3

33 Is het altijd 100%? Niet altijd is het 100% getal makkelijk uit de vraag te halen. Maar als je een percentage en een bijbehorend getal weet dan kun je natuurlijk gemakkelijk 1% uitrekenen.

34 De consumentenprijs? 1. In de winkel betaal je voor een product de verkoopprijs plus de btw. De verkoopprijs is altijd 100% de btw 6% of 21%. Je betaalt dus 106% of 121%. Dit noem je de consumentenprijs. Hoeveel betaal je aan btw als je in de winkel een cd koopt voor € 16,50 inclusief 21% btw? :121 x21 Je betaalt € 2,86 aan btw. euro 16,50 0, 2, procenten 121% 1% 21% :121 x21

35 Even testen of ik het snap
12 2. De consumentenprijs van een fiets is € 799. Dit is inclusief 21% btw. Hoeveel betaal je dus aan belasting? 3. De verkoopprijs van een brood is € 1,59. Dit is inclusief 6% btw. Hoeveel krijgt de winkelier uiteindelijk? 4. Je hebt een loonsverhoging gekregen van 3%. Je nieuwe loon is € 82,50 per maand. Hoeveel verdiende je vorige maand?

36 Even testen of ik het snap
13 5. Hoeveel is 6,25% van € ? 6. Bij een meerkeuze vraag hadden 43 van de 58 leerlingen de vraag goed. Hoeveel procent had deze vraag fout? 7. Er is dit jaar € 8.123,78 opgehaald voor het goede doel. Dat is 4,8% meer dan vorig jaar. Hoeveel werd er vorig jaar opgehaald?

37 Klaar? Nakijken! Nu je klaar bent, ga je deel 2 en 3 nakijken!
Op WikiWijs vind je de antwoorden van de eindtoetsen, dus niet van álle opdrachten.


Download ppt "Rekenen met procenten deel 1."

Verwante presentaties


Ads door Google