Zichtbaarheid.

Presentatie over: "Zichtbaarheid."— Transcript van de presentatie:

1 Zichtbaarheid

2 Waarom fiets jij zonder licht?
Ik was net op weg naar de fietsenmaker. Wat is het probleem? Hij heeft toch reflectoren! Ik rijd alleen door straten waar er straatverlichting is. Net deed mijn licht het nog! Omdat het gevaarlijk is. Je kunt er autobestuurders mee verblinden. Ik was het vergeten aan te zetten.

3 Met deze donkere kleren word je niet goed gezien in het verkeer.
Juist of fout? Fout! Met deze donkere kleren word je niet goed gezien in het verkeer.

4 Deze kleren zijn overdag opvallend genoeg in het verkeer.
Juist of fout? JUIST! Deze kleren zijn overdag opvallend genoeg in het verkeer.

5 Juist of fout? JUIST! De hond draagt een fluohesje, waardoor hij ook zichtbaar is in het donker.

6 Deze kleren zijn overdag opvallend genoeg in het verkeer.
Juist of fout? JUIST! Deze kleren zijn overdag opvallend genoeg in het verkeer.

7 Juist of fout! JUIST! Ondanks de donkere kleren zijn de hond en zijn baasje toch goed zichtbaar dankzij hun fluoaccessoires.

8 Deze kleren zijn overdag opvallend genoeg in het verkeer.
Juist of fout? JUIST! Deze kleren zijn overdag opvallend genoeg in het verkeer.

9 Met deze donkere kleren word je niet goed gezien in het verkeer.
Juist of fout? Fout! Met deze donkere kleren word je niet goed gezien in het verkeer.

10 Besluit Opvallen in het verkeer is niet moeilijk! Schenk er voldoende aandacht aan en voorkom ongelukken.