Bezittelijk voornaamwoord

Presentatie over: "Bezittelijk voornaamwoord"— Transcript van de presentatie:

1 Bezittelijk voornaamwoord
Digitaal klaslokaal Maaike zijm Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

2 Bezittelijk voornaamwoord
Geeft bezit aan. Staat meestal voor een zelfstandig naamwoord. Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

3 Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Enkelvoud – 1e persoon Mijn M'n Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

4 Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Meervoud– 1e persoon Ons Onze Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

5 Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Enkelvoud – 2e persoon Jouw Je Uw Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

6 Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Meervoud – 2e persoon Jullie Je Uw Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

7 Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Enkelvoud – 3e persoon Zijn Z'n Haar D'r Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

8 Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Meervoud – 3e persoon Hun Haar D'r Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

9 Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Voorbeeld Mijn boek Jouw fiets Uw tas Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

10 Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Voorbeeld Onze kamers Jullie boeken Uw tas Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

11 Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Voorbeeld Op haar vraag gaf mijn leraar geen antwoord. Bij onze bakker kochten wij een uienkruier. Wij = persoonlijk voornaamwoord Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm

12 Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Einde Zie voor meer: Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm