De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Blok 2: Grammatica zinsdelen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Blok 2: Grammatica zinsdelen"— Transcript van de presentatie:

1 Blok 2: Grammatica zinsdelen
Persoonsvorm

2 Wat is een persoonsvorm?
De persoonsvorm (pv) is altijd een werkwoord. Je kunt de persoonsvorm op de volgende manieren vinden: Zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm. Maak de zin vragend. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.

3 De persoonsvorm (pv) zoeken
Voorbeeld: De voetbalsupporters verlaten het stadion. Zin in een andere tijd: De voetbalsupporters verlieten (pv) het stadion. Zin vragend: Verlaten (pv) de voetbalsupporters het stadion? Persoonsvorm: verlaten

4 Is de persoonsvorm onderstreept?
Lotte vindt een steentje. Komt het werkwoord vooraan te staan als je er een vraagzin van maakt? Vindt Lotte een steentje? Verandert het werkwoord van vorm als de zin van tijd verandert? Lotte vond een steentje.

5 Is de persoonsvorm onderstreept?
De visser probeert de verzwakte zeehond te redden. Komt het werkwoord vooraan te staan als je er een vraagzin van maakt? Probeert de visser de verzwakte zeehond te redden? Verandert het werkwoord van vorm als je de zin van tijd verandert? De visser probeerde de verzwakte zeehond te redden.

6 Is de persoonsvorm onderstreept?
Er wordt door de politie gestaakt. Komt het werkwoord vooraan te staan als je er een vraagzin van maakt? Wordt er door de politie gestaakt? Verandert het werkwoord van vorm als je de zin van tijd verandert? Er werd door de politie gestaakt.

7 Wat is de persoonsvorm in de zin?
Mijn moeder bakt een taart voor mijn verjaardag. pv = De taart is met roosjes versierd. Die taart gaan we met z’n allen opeten. bakt is gaan


Download ppt "Blok 2: Grammatica zinsdelen"

Verwante presentaties


Ads door Google