Les 5 Vermenigvuldigen en delen

Presentatie over: "Les 5 Vermenigvuldigen en delen"— Transcript van de presentatie:

1 Les 5 Vermenigvuldigen en delen
Rekenen Judith Iedema Les 5 Vermenigvuldigen en delen

2 Rekenblokken - Uitslag TOA? - Hoe staat het ervoor met het huiswerk?
- Laatste les van de toets controle op al het huiswerk Problemen/vragen over les 1/2/3?

3 Vorige week Hoe Moeten Wij Van De Onvoldoendes Afkomen Vermenigvuldigen: 7x8 = 56 Delen: 56 : 2 = 28 Optellen: = 102 Haakjes: 116 – 4 = 112 Delen: 12 : 4 = 3 Vermenigvuldigen: 3 x 2 = 6 Aftrekken: 112 – 6 = 106 Haakjes: 5x3 = = 17 Optellen: = 21 Haakjes: 9+2 = 11 Delen: 24 : 3 = = 19

4 Doel van deze les Berekeningen maken waarbij je moet vermenigvuldigen en/of delen in contextsituaties. Jullie oefenen: • het vertalen van situaties naar bewerkingen. • het kiezen van een passend rekenmodel bij berekeningen. • het controleren van een berekening op juistheid binnen een gegeven situatie. • het schatten van een uitkomst. We gaan een begin maken met: - het metriek stelsel - het berekenen van de oppervlakte en inhoud - het rekenen met procenten

5 Weetjes deze les Onthouden: 1 dm3 = 1 Liter
Metriek stelsel  Kim Holland Danst Met De Chinezen Mee Onthouden: 1 dm3 = 1 Liter Oefenen gram = …... Kg dm3 = ………… L cm = ………… m m = …………… cm 3,4 56 3,4 1800

6 Berekenen van oppervlakte en inhoud
Oppervlakte: Lengte x breedte Inhoud: Lengte x breedte x hoogte

7 Oefensom Stap 1: welke formule heb je nodig? 21,6
Jurgen gaat de tuin 0,2m ophogen met aarde. De oppervlakte van de tuin is 18m bij 6m. Hij heeft …………. m3 aarde nodig Stap 1: welke formule heb je nodig? Lengte x Breedte x Hoogte 21,6 Stap 2: vul de formule in. 18 x 6 x 0,2 Jurgen gaat ook een grasveld inzaaien. Het grasveld wordt 12,5m bij 5,4m. Voor 1 m2 is 25 gram graszaad nodig. Hij heeft ….. gram graszaad nodig (rond af op een heel getal) Stap 3: Maak de berekening 18 x 6 x 0,2 = 21,6 m3 Bereken de oppervlakte: 12,5 x 5,4 = 67,5 m2 25 gram x 67,5 = 1687,5 Een heel getal  1688 gram

8 Oefenen 125 gram visvoer kost ……. Gram Euro 1000 gram 1 gram 125 gram
14,80 0,0148 1,85 638 gram visvoer kost ……. Gram Euro 1000 gram 1 gram 638 gram 14,80 0,0148 9,44 …… gram visvoer kost 11,10 euro Gram Euro 1000 gram 67,567.. 750 14,80 1 11,10

9 Oefenen Lisa is 19 jaar, werkt in een supermarkt en verdient € 4,41 per uur. In onderstaande tabel kun je zien welke toeslagen ze krijgt. Dagen Toeslag maandag t/m vrijdag – uur 20% toeslag zaterdag – uur 30% toeslag zondag – uur 40% toeslag Vraag 1  Lisa werkt iedere zaterdag van13.00 uur tot uur. Hoeveel verdient Lisa per week? Van krijgt Lisa normaal loon  5 uur x 4,41 = 22,05 Na krijgt Lisa toeslag (30 procent)  4,41:100x130 = 5,73 per uur. 5,73 x 3 = 17,19 22, ,19 = 39,24 Euro 4,41 % 100% 0,0441 5,73 1% 130%

10 Oefenen Lisa is 19 jaar, werkt in een supermarkt en verdient € 4,41 per uur. In onderstaande tabel kun je zien welke toeslagen ze krijgt. Dagen Toeslag maandag t/m vrijdag – uur 20% toeslag zaterdag – uur 30% toeslag zondag – uur 40% toeslag Vraag 2  Lisa werkt iedere zondag van13.00 uur tot uur. Hoeveel verdient Lisa per week? Op deze uren krijgt Lisa een opslag van 40%. Haar loon wordt dan per uur: 4,41:100x140 = 6,17euro Lisa werkt op zondag 4 uur, dus 4uur x 6,17euro= 24,68euro Euro 4,41 % 100% 0,0441 6,17 1% 140%

11 Aan de slag (huiswerk) Les 5 Lestoets 5
Klaar? Afmaken van les + lestoets 1 t/m 3