Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMatthias Eilander Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Benadrukt persoonlijk voornaamwoord
Vormen als onderwerp met nadruk ik je moi jij tu toi hij il lui zij elle wij nous jullie/u vous zij (mannelijk) ils eux zij (vrouwelijk elles
2
Gebruik Je gebruikt het benadrukt persoonlijk voornaamwoord: Om een persoon te benadrukken. bijvoorbeeld Maman, elle, elle aime le chocolat! Mama, zíj houdt van chocola!
3
2. Na een voorzetsel. bijvoorbeeld Il donne le livre à moi. Hij geeft het boek aan mij.
4
3. Na een c’est of ce sont (dat is/zijn).
bijvoorbeeld C’est toi qui a fait cela. Jij bent het die dat heeft gedaan. Ce sont eux qui ont joué au foot. Zij hebben gevoetbald.
5
4. Als het alleen staat. bijvoorbeeld Qui veut du coca? – Lui! Wie wil cola? – Hij!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.